Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Frederik van Eeden: een tragisch levensfeest

Toen de Nederlandse schrijver en psycholoog Frederik van Eeden 52 jaar oud was keek hij op zijn studietijd terug en zei hierover dat het dode en dorre jaren waren geweest, die hij haatte.

Pijnlijke herinnering

”De herinnering aan mijn studietijd is mij pijnlijk, omdat die tijd mij zoo weinig mijn bekomst heeft gegeeven van die dingen die men gewoonlijk van zulk een levensperiode verwacht. (…) Ik bedoel hoog geestelijk verkeer, zuivere geestdrift en een liefdevolle kring met grootse idealen. Dat is wat men meestal aan de jeugd verbindt, en bij uitstek zoekt onder jonge, vrije menschen, zooals studenten zijn. Maar ik vond er zeer weinig van in mijn studietijd.” Teleurgesteld was de man. Tevergeefs had hij gezocht naar levensinzichten maar het doel van het menselijk bestaan was hem onduidelijk gebleven. Deze bijzondere man had in een bijzondere tijd geleefd. En hij had een merkwaardige rol gespeeld in de Nederlandse cultuur en literatuur aan het eind van de negentiende eeuw.

Kleine Houtweg 23. Oostzijde, nabij de Bloemhofstraat. Geboortehuis van Frederik van Eeden (1860-1932), 1905. Noord-Hollands Archief / Beeldcollectie van de Historische Vereniging Haerlem te Haarlem, Inventarisnummer 2069.

Een veelzijdige geest

Hij had vol optimisme en goede moed gesurfd op de golven van de vooruitgang. In de levensloop van Frederik van Eeden komt de innerlijke strijd die wij mensen nog wel eens willen voeren nadrukkelijk naar voren. Maar wat mij aan deze wonderlijke kerel het meest fascineert? Dat is het enthousiasme waarmee Frederik aan zijn studietijd begon en de geknakte trots waarmee hij vierenvijftig jaar later het leven verliet. Het was in zijn studietijd dat Frederik zijn literaire carrière begon en hechte vriendschappen sloot. De menselijke geest is veelzijdig en kent allerlei tunnels, maar de geest van Frederik van Eeden kende een veelzijdigheid die zeldzaam is. Ondoorgrondelijk misschien wel en dat roept nieuwsgierigheid op.

Dr. Frederik van Eeden (3 april 1860 – 16 juni 1932). Psychiater, schrijver. Foto met handtekening, vervaardigd door Coret. Noord-Hollands Archief / Inventarisnummer: 33291

Grote verwachtingen

Frederik van Eeden was amper achttien jaar oud toen hij in september 1878 op het station van Haarlem op de trein stapte. Zenuwachtig was hij. Popelend van ongeduld was hij langs de conducteur in de trein gestapt en had aan het raam een plekje gevonden. Geïnspireerd door de drang tot weten en de behoefde de mensheid te helpen was hij op weg naar Amsterdam om daar medicijnen te gaan studeren. Maar bij aankomst in de grote stad viel dat wat hij zag hem tegen. Amsterdam was één grote bouwput. Heipalen werden in de grond gestampt, bouwvakkers sleepten met zand en stenen en de architecten bespraken de laatste plannen. De bouw van het Paleis van Volksvlijt was inmiddels voltooid maar de gemeente Amsterdam en de burgemeester C.J.A. den Tex hadden nog meer grootse plannen. Zo zou binnenkort de bouw van het Rijksmuseum en het Centraal Station beginnen en had de bourgeoisie besloten dat er een nieuw en deftig Concertgebouw moest komen. En terwijl de volkslui zich bedronken in het café trok Frederik zich terug op zijn gehuurde kamer aan de Amstel.

Poel van verderf

De eerste periode van zijn studietijd gedroeg Frederik zich als een bange provinciaal die de stad als poel van verderf zag. Amsterdam schrikte hem af maar fascineerde hem eveneens. Het was hier dat het individualisme en materialisme hoogtij vierden en werd gebroken met de harmonieuze hiërarchie van het dorpsleven. Hoewel het culturele leven bloeide en het economisch beter ging met de stad, heerste er in sommige wijken bittere armoede. Daarmee werd Frederik geconfronteerd als hij door de armoedezalen van het ziekenhuis het Binnengasthuis liep, waar de sfeer troosteloos was en de voorzieningen voor de patiënten slecht. Een benauwende lucht vulde er de ruimten en het gekreun van de zieken verbrak de doffe stilte. Bij demonstratiecolleges klonk het gelach van zijn medestudenten. Frederik herinnerde zich jaren later nog het gegier van de jonge medici om een spastische patiënt die met zijn benen trok. Van Eeden voelde destijds de tranen in zijn ogen springen en in zijn broekzak hadden zijn handen zich gebald tot vuisten. Hij was woedend over het feit dat alleen arme mensen de klos waren bij dit soort colleges en dat de rijken met zorg werden omringd. Maar van een uitgesproken sociaal gevoel, zoals hij dat later zou manifesteren, was toen nog geen sprake.

Foto van Dr. Frederik van Eeden. Noord-Hollands Archief / Beeldcollectie van de gemeente Haarlem, Inventarisnummer 33292.

Jonge intellectuelen en aanstormende literaire talenten

In Amsterdam maakte Frederik al snel kennis met andere jonge intellectuelen en aanstormende literaire talenten. Hij werd in 1881, tijdens zijn studie medicijnen, lid van het literaire genootschap Flanor en hier leerde hij de dichter Willem Kloos kennen. Van Eeden was een enthousiast lid. Hij kwam regelmatig op bijeenkomsten en deed ijverig mee aan discussies. Frederik zag zichzelf al vroeg als wereldverbeteraar en had grote idealen. Hij hielp graag mensen in nood en kon zo zijn ideaal van naastenliefde in de praktijk brengen. De vrienden van Frederik konden dit niet altijd waarderen. Zij klaagden vaak over de betuttelende en moraliserende houding die Frederik volgens hen aannam. Van Eeden, bevreesd voorbij gestreefd te worden door zijn vrienden, stelde zich rivaliserend op. Overtuigd van zichzelf schreef hij, niet bang om de andere literatoren slechte recensies te geven. Koppig was hij, erg koppig. Zijn houding zou hem later nog duur komen te staan. Van Eeden was vaak betrokken bij het lot van zijn vrienden en zij vroegen hem ook regelmatig om medisch advies. Maar toch waren zij van mening dat hij iets afstotends in zijn karakter had. Zijn omgang met de schrijvers van Flanor was hartelijk maar zijn houding had altijd iets van argwaan, beducht voor het gevaar de mindere te zijn. Het was in deze periode dat hij de dichter Albert Verwey en de schrijver Lodewijk van Deyssel leerde kennen. Met hen zou hij een sterke vriendschap opbouwen. Alles wijst erop dat Frederik het tijdens zijn studietijd prima naar zijn zin had in Amsterdam; maar waarom spreekt hij dan zo negatief over deze tijd als hij hierop terugkijkt? Is het opstandigheid?

Vernieuwing

Naarmate zijn studie vorderde raakte Van Eeden steeds meer geïnteresseerd in de psychologie en hij kreeg daarnaast oog voor het spiritualisme. De menselijke geest, zo was Frederik van mening, is de bron van alles. Frederik bleef schrijven. Samen met zijn literaire vrienden zat hij urenlang in het kamertje aan de Amstel te filosoferen over de toekomst en het leven. Hij voelde zich geroepen, gegrepen door de tijdgeest. Het was het einde van de negentiende eeuw, een periode van snelle modernisering. Op allerlei terreinen voltrokken zich in de decennia rond 1900 belangrijke vernieuwingen, zowel op het gebied van de economie als op cultureel vlak. Nederland werd een parlementaire democratie en de economie raakte internationaal verweven. De sociale hiërarchieën binnen het land waren gecompliceerd maar tegelijkertijd verfijnd. Tal van vernieuwingsgroeperingen stonden op, alle pleitten voor een betere wereld en waren optimistisch over de toekomst. De eerste stappen richting een geseculariseerde staat werden in deze periode gezet en in de wetenschap en de kunst heerste een sterk individualistische tendens.

Beeld via Wikimedia Commons, CC BY-SA 3.0

55 jaar later

Maar daar zat hij in een rieten stoel in de tuin, 55 jaar later. Frederik was inmiddels een oude man, afgetakeld en tot weinig in staat. Zijn trots was uitgeblust, zijn enthousiasme doodgebloed. Het was 3 april 1930, lente en zijn zeventigste verjaardag. Frederik had niet gerekend op veel gasten. Het verbaasde hem dat Lodewijk van Deyssel hem verblijdde met een bezoek. Een verzoenende hand had hij naar Frederik uitgestoken. Samen zaten zij  in de tuin, de schrijver Henri Borel zat naast hen. Drie oude mannen, met grijze haren, zachte blikken en Frederik met een zakhorloge in de hand, aan de wijn. De grijsaard in de rieten stoel vormde een groot contrast met de jonge Frederik. Het was op zijn oude dag dat Frederik diepe wroeging over het verleden voelde. Hij had spijt van veel dingen die hij in het verleden had gezegd tegen mensen waar hij van hield. Edelmoedigheid en zelfverloochening sneden door zijn ziel. Een aantal jaren geleden, in 1927 om precies te zijn, was er een biografie over hem gepubliceerd. Van Eeden had zich vereerd gevoeld maar het boek bleek een complete afrekening met zijn persoonlijkheid. Een zware straf en dat terwijl hij zelf al boete wilde doen en zijn fouten erkende. Maar ondanks alles was Van Eeden niet eenzaam op zijn oude dag. De charmeur had veel vriendinnen en een zorgzame vrouw. Echter, met vele van zijn oude vrienden was hij gebrouilleerd.

Van de koele meren des doods

De ouderdom plaagde hem. Frederik leed aan geheugenverlies en was altijd iets kwijt, zijn bril, zijn vulpen. Ook de kunsttanden werden vaak vermist. Wanneer dit het geval was liep Frederik jammerend door het huis. Een trieste aanblik? Misschien wel, de herfstdagen hebben altijd iets neerslachtigs. De onstabiliteit in zijn persoonlijkheid was op zijn oude dag groter dan ooit. Maar ook toen Frederik een oude man was bleef er een waas van geheimzinnigheid om hem heen hangen. De man had zich na zijn studietijd ontpopt tot een kameleon. In zijn leven was hij kunstenaar, wijsgeer, medicus, psycholoog, botanicus, sociaal en politiek hervormer geweest. Een zeer veelzijdig iemand kan men gerust stellen. In zijn romans en gedichten was hij even veelzijdig. In 1901 was ‘Van de koele meren des doods’ verschenen. Een psychologische roman en één van zijn grootste werken. Maar veel waardering voor zijn andere werk heeft hij nooit gekregen. Men dacht vaak over hem als een rare kerel die de indruk maakte alsof hij uit een ander stuk hout was gesneden. Hij verweet de mensheid deze miskenning van zijn persoon en werk. Misschien is dit miskende gevoel de reden geweest dat hij zo negatief terugkeek op zijn studietijd. Frederik was toen hij deze uitspraken deed op middelbare leeftijd en voelde wrok tegen degenen die hem niet de waardering gaven die hij volgens zichzelf verdiende. Bescheidenheid was hierin ver te zoeken. Het waren de jaren voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Zijn kolonisatiepoging op Walden, om daar een zelfvoorzienende commune te stichten, ingegeven door zijn socialistische gedachtegoed, was mislukt. De poging was moedig en origineel geweest maar dit mocht helaas niet baten. Ook zijn rol als ‘geneesheer van de samenleving’ was weinig succesvol. Verklaren deze ervaringen zijn bittere houding? Het klinkt aannemelijk.

Vegetarisme

In het najaar van 1890 had Van Eeden het vegetarisme ontdekt, toen nog iets waar alleen de ‘afwijkenden’ in de samenleving voor kozen. Zijn drang tot liefhebben wilde hij niet tot de mensheid beperken. De wil om de mensheid te helpen was groot bij Van Eeden maar de Tachtigers, die zich eensgezind achter het principe ‘l’art pour l’art’ schaarden, hechtten minder belang aan de nijpende actuele problemen. Van Eeden, die vreesde voor de ontbinding van de geest en de vervlakking van de samenleving en die zichzelf voornamelijk zag als redder in nood, concludeerde in 1894 dat de nadruk die de Tachtigers legden op de esthetiek bij nader inzien toch niet aansloot bij zijn levensvisie. Vanaf 1897 trad Van Eeden nadrukkelijk naar voren als geneesheer van de zieke maatschappij. Volgens hem was de samenleving door en door rot, gebaseerd op leugens, bedrog en hebzucht. In een toespraak voor de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen verklaarde Van Eeden: “De uitgezogen behoeftigen worden onwetend en ruw, de gemakkelijk levende uitzuigers worden vadsig of brooddronken of geldgierig of bekrompen en trots of zenuwziek door een overprikkeld onharmonisch leven. (…) Wij allen, allen zijn medeplichtig, en wij allen dragen de straf.”

Dagjesmensen en hutjesbewoners

Er was altijd wel iets rondom zijn persoonlijkheid. Het oprichten van de ‘kolonie’ Walden in 1898 was de aanleiding geweest voor een stroom van geruchten. In de beginjaren kwamen er op zondag dagjesmensen vanuit Amsterdam die verhalen hadden gehoord over de hutjesbewoners daar. Hoewel er met hem gespot werd trok Van Eeden bij voordrachten volle zalen.

Wereldeenheid en katholicisme

Na de eeuwwisseling, het ‘fin de siecle’ waar iedereen met ingehouden adem naar had uitgekeken, onwetend over wat er na het cruciale jaar 1900 zou gebeuren maar ook opgetogen en optimistisch over wat de vooruitgang zou brengen, was Frederik een aanhanger van het idee van wereldeenheid en de wereldrepubliek. Hij reisde veel en had tal van vrienden in het buitenland. Hij genoot prestige als psycholoog en kende veel bewonderaars. De Eerste Wereldoorlog die in Europa veel slachtoffers maakte spaarde Nederland. Op 11 november 1918 werd na vier jaar strijd de wapenstilstand getekend. Van Eeden schreef op die dag in zijn dagboek dat hij zich verruimd en zeer bevrijd voelde hoewel het een regenachtige dag was. Maar ondanks deze woorden had Frederik nog niet de innerlijke rust gevonden waar hij sinds zijn studietijd naar op zoek was geweest. Hij zocht in de jaren na de Eerste Wereldoorlog heviger dan ooit  tevoren en  vond uiteindelijk het katholicisme. Hij dacht dat zijn bekering hem rust zou brengen, maar deze gedachte bleek een illusie. In de slotfase van zijn leven werd Frederik geteisterd door waanbeelden en door de gebreken van de ouderdom. Zijn gezondheid ging snel achteruit.

Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw

Op 24 augustus 1928 werd Frederik van Eeden benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en kreeg hij een lintje voor zijn verdiensten. Was daar dan toch die waardering? Kennelijk was zijn inzet niet onopgemerkt gebleven. Frederik was een fascinerende persoonlijkheid, een intelligente doch vreemde man. De oude Frederik was verward maar zachter dan de jonge. Hij schreef nog altijd. Frederik  was een veelzijdige geest die in alle richtingen heeft gezocht naar inzicht en innerlijke liefde. Bij hem liepen illusie en werkelijkheid door elkaar. Dat maakt van hem een interessant persoon. Zijn leven ging over strijd en zoeken, iets waar iedereen mee te maken krijgt of heeft gekregen. Maar misschien is Frederik van Eeden in zijn zoektocht juist wel veel verder van zichzelf afgedwaald. Gevangen in zijn dromen stierf hij op 16 juni 1932. Al met al had zijn leven toch iets van een tragisch levensfeest. Maar wanneer men op de hoogte is van zijn ondoorgrondelijke persoonlijkheid, zijn talenten, zijn drijfkracht, wijsheid en geheimzinnigheid, kan men zijn literaire scheppingen alleen maar meer waarderen.

Auteur: Nina de Vriendt.

Publicatiedatum: 05/01/2011

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.