Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Een langdurige buitenechtelijke affaire

Een jaar of tien nadat ze met Wijnand Verhaar getrouwd is, wordt Maria Christina van Rhijn hartstochtelijk verliefd op een andere man. Het was het begin van een langdurige buitenechtelijke relatie waar zelfs een kind uit zou voortkomen. Deze affaire bleef niet onopgemerkt zoals blijkt uit verklaringen bij de notaris door familieleden en bekenden.

De 19-jarige Maria Christina van Rhijn trouwt in 1756 met de 28-jarige Wijnand Verhaar. Later zal zij beweren haar man ‘noit van harten bemind’ te hebben. Jarenlang heeft ze een geheime hartstochtelijke verhouding met Gerrit Brungering. Zij is door hem ‘als betooverd’ en kan onmogelijk van hem afblijven. En zo raakt Maria drie keer zwanger van haar minnaar, die ze liefkozend Gerritje noemt.

Er zijn twee notariële aktes waarin getuigen vertellen over het overspel van Maria Christina. Beide zijn opgesteld in opdracht van Wijnand Verhaar. Wilde hij daarmee van zijn overspelige vrouw zien af te komen? Hij lijkt er genoeg reden toe te hebben gehad.

Zo getuigt Elisabeth Kouwelaar bij notaris Willem Jan Vos op 15 oktober 1767 dat ze gezien heeft dat Gerrit met Maria naar een aparte kamer gaat en dan de deur achter zich dicht doet. Volgens een andere vrouw die in hetzelfde pand als Gerrit woont, heeft Maria gezegd dat zij soms weliswaar naar huis gaat ‘om te ‘vreten bij mijn kaerel om hem quasie honing om de mond te smeeren, maar ik verdoem hem tog en zal weder hier komen om het eten voor mijn heer dat is Gerrit Brungering klaar te maken en met hem te eten’.

Het gelukkige moment (L’Heureux moment), Nicolas Delaunay (1739-1792), naar Niclas Lafrensen (II), 1777. Collectie Rijksmuseum, objectnummer RP-P-1924-482.

In zijn mars

Drie jaar later volgt een tweede akte. Op 25 juni 1770 komen Jan Albrink, Gerrits neef, en zijn vrouw Catharina Wolff bij notaris Creyghton om verslag te doen over het gedrag van Maria.  Zij komen regelmatig bij Gerrit thuis en zijn getuige geweest van “verscheijden familiariteijten” tussen Maria en Gerrit, die voor “geen getrouwde vrouw met eenig manspersoon buijten haar egteman’ betamelijk zijn. Zij vervolgen dat Maria “een zeer slegt vrouwspersoon is en een zeer geruijme tijd een zeer onordentelijk en overspelig leevensgedrag gehouden heeft” met Gerrit.

Maria lijkt zich er niet voor te schamen en het lijkt wel alsof ze er trots op is als ze aan Catharina vertelt dat ze “voorleeden nagt zeevenmaal door Gerritje was gebruijkt, en dat zij alle nachten bij hem sliep, dog dat hij die naght zeer beschonken was geweest”. Zij voegde daar nog aan toe: “Juffrouw, wat dunkt U van zo een man, heeft hij niet wat in zijn mars.”

Maria is minstens drie keer zwanger van Gerrit geraakt, maar niet alle kinderen zijn levend ter wereld gekomen. Toen Maria moest bevallen van één van de kinderen die Gerritje ‘had gefrabriceert’, had ze drie dagen ‘in arbeijd gezeten’. Pas toen Gerrit bij haar kwam, was zij, ‘zo ras zij hem maar zag, verlost’.  De man van Maria vond  ‘dat die heer met geluk inkoomt, dat is tog een schoon kind, ik ben maar verheugd, dat mijn vrouw, god zij lof, na zo een lange arbeijd zo wel verlost is.’ Het zal om Petrus Gerardus zijn gegaan, die op 13 juni 1766 is gedoopt. Gerrit Brungering was getuige. De gelukkige ‘vader’ Wijnand Verhaar had toen nog niets in de gaten.

Slaapkamer met echtpaar en stiekem vertrekkende minnaar, Charles Emmanuel Patas, naar Jean Jacques François Le Barbier, 1763 – 1817. Rijksmuseum Amsterdam, objectnummer RP-P-OB-71.737.

Paardenmist en Zeevenboom

In 1767 en in 1770 is dat wel anders. Volgens de laatste akte die Wijnand laat opstellen heeft Maria aan getuigen haar overspel bekend, waarbij ze zich beklaagde over de manier waarop haar minnaar haar behandelde. Zo was Gerrit niet bepaald blij met haar zwangerschappen en heeft hij meerdere malen geprobeerd om een miskraam te veroorzaken. Maria vertelde dat hij haar dwong “paardenmist en Zeevenboom* in te neemen om de vrught af te zetten; dat hij haar ook somtijds des nagts wel eens het mes op de keel zette, om haar te doen schrikken en dus tot een miskraam te doen brengen; en dat hij ook een fles met drank had, waarvan hij haar insgelijks alle morgen dwong te drinken, zonder dat zij wist, wat het was, en schoon, als zij het maar rook, het bloed haar de neus en mond uijtbarstte”.

Geen echtscheiding

Ondanks de bekentenissen van Maria volgt er geen scheiding. Zo zijn Wijnand en Maria jaren later samen getuigen bij de doop van diverse kinderen van familie en bekenden. De laatste akte waarin dit te lezen valt, dateert van 15-01-1799. Wijnand overlijdt twee jaar later in maart 1801 op 73-jarige leeftijd. Maria overlijdt in juli 1803 en is dan 66 jaar oud. En Gerrit Brungering? Die is in 1780 op 48-jarige leeftijd getrouwd met de weduwe Susanna Hendrina Vernet. Ergens voor 1798 overlijdt hij, want in dat jaar trouwt ze opnieuw. Ze is dan weer weduwe, maar dan van hem.

*Zevenboom is een zeer giftige struik, nauw verwant aan de jeneverbes. De bessen werden vroeger gebruikt om een abortus op te wekken. Bronnen: dbnl.nl en anthemis.nl

Door: Marcella Dreessen en Anita Mussche

Akten

Dit verhaal is eerder verschenen op de website van het Stadsarchief Amsterdam, lees hier meer over Alle Amsterdamse Akten.

Publicatiedatum: 16/01/2025

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

1 reactie

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.