De handschoen opnemen
Volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) stamt het woord duel uit het Frans. Betje Wolff en Aagje Deken beschrijven het fenomeen in 1796: ´Dat twee loshoofden om het zelfde meisjen in duël gaan´. Een duel wordt ook wel een tweegevecht genoemd, waarbij twee mannen uit wraak of om een belediging het uitvechten. Verrassend genoeg werd het woord ‘tweegevecht’ ook in erotische zin gebruikt: ‘Eenmaal liep haar geweezen man zyn degendanster op in de maaneschyn, op den Schevelingsche weg, en dewyl hy haar in een onzeedig tweegevegt zag geengageert met een Officier, vroeg hy haar…’ (Weyerman, 1730).
In de negentiende eeuw golden er speciale duelregels, die beledigingen onderscheiden in drie gradaties. Onder een lichte belediging verstond men onbeleefd gedrag. Een grove belediging was het uitschelden of negatief uitlaten van een persoon. Maar de meest zware belediging, die zeker zou leiden tot een confrontatie, was als een verbale belediging gepaard ging met lichamelijk geweld. In deze laatste categorie vielen ook overspel en het publiekelijk beledigen van een dame.
Een kwestie van eer
Het was voor vrouwen niet toegestaan om zelf hun eer te verdedigen. Als een vrouw werd beledigd moest zij de kwestie overlaten aan haar man, verloofde, broer of een andere man die het voor haar wilde opnemen. Als ze en plein public werd beledigd tastte dat de reputatie aan van de man onder wiens bescherming zij viel. Het was dus zijn taak om het aanzien te herstellen.
Een fictief voorbeeld hiervan wordt beschreven door de Engelse schrijfster Jane Austen (1775-1817) in het boek Sense and Sensibility (Verstand en gevoel) uit 1811. Colonel Brandon ontmoet John Willoughby voor een duel om de eer te verdedigen van Eliza Williams. De losbandige Willoughby had de jonge Eliza verleid en kort daarna verlaten, terwijl zij inmiddels zwanger was van zijn kind. Brandon was verantwoordelijk voor Eliza en voelde zich daarom genoodzaakt om actie te ondernemen. Brandon: ‘I could meet him in no other way. Eliza had confessed to me, though most reluctantly, the name of her lover; and when he returned to town, which was within a fortnight after myself, we met by appointment, he to defend, I to punish his conduct. We re-turned unwounded, and the meeting, therefore, never got abroad.’
Vrouwen mochten zich op geen enkele wijze met een duel bemoeien. Romantische boeken en series doen ons anders geloven. Zoals in de populaire Netflix-serie Bridgerton, waar Daphne Bridgerton te paard een duel onderbreekt tussen haar oudere broer Anthony en hertog Simon Basset. In werkelijkheid kwam het zelden voor dat gearrangeerde duels werden afgeblazen door de interventie van een vrouw.
In liefde en oorlog is alles geoorloofd
De negentiende-eeuwse codes schreven voor dat het duel minimaal 48 uur na het geschil moest plaatsvinden. Van te voren werden er duidelijke afspraken gemaakt. Zo zou een duel à outrance doorgaan totdat één van de partijen een zware, zo niet dodelijke verwonding had opgelopen. Een duel au premier sang eindigde als er bloed was verspilt: één druppel was daarvoor al voldoende. Een duel op leven en dood kwam wel eens voor, maar vanaf de negentiende eeuw zijn er geen Nederlandse voorbeelden van bekend.
De wapens waarmee er werd gevochten moesten identiek zijn en van te voren worden geïnspecteerd door wederzijdse secondanten. Een secondant was een helper of getuige bij een duel. Blanke wapens (sabels, zwaarden, degens en dergelijke) moesten dezelfde lengte en omvang hebben. Het was gebruikelijk om het steekwapen van te voren te laten slijpen. Wel kon er door de tegenstanders worden afgesproken dat ze alleen mochten houwen (hakken) en niet steken.
Door negentiende-eeuwse literatuur en toneelstukken hebben we een geromantiseerd beeld gekregen van het duel. Degen- en sabel duels waren in de zestiende en zeventiende eeuw bloederige slachtpartijen, waarbij de tegenstanders allerlei smerige trucjes uithaalden. Zo werd er tijdens een gevecht wel eens een mantel over het hoofd gegooid, een beentje gelicht of zand in de ogen gestrooid.
Pas aan het einde van de achttiende eeuw waaide de mode voor duelleren met pistolen over uit Engeland. Het eerste reglement dat in brede kring werd geaccepteerd was het Ierse Code duello uit 1777. In 26 artikelen werd er geprobeerd om een eenheid te creëren in de verschillende streekgebonden duelregels.
Niet geschoten is altijd mis
Eeuwenlang stond het pistool bekend als een hoogst onbetrouwbaar wapen. Elk pistool had zijn eigen kuren en het vergde oefening om ermee vertrouwd te raken. Dit kwam onder andere door de gladde loop die ervoor zorgde dat kogels geen stabiele baan hadden. In de loop van de negentiende eeuw werd deze aangepast naar een getrokken loop met spiraalvormige groeven (‘trekken’), die ervoor zorgden dat de kogel draaiend de loop verlaat. Hierdoor blijft de kogel beter in zijn baan en is de vuursnelheid hoger. Daarnaast werden er ook ontstekingsmechanismen uitgevonden, waardoor te vroeg of te laat afvuren verleden tijd was. Bepaalde duelcodes verboden het gebruik van pistolen met een getrokken loop voor eerste en tweedegraads beledigingen.
Voor echte fanatiekelingen was een kistje met twee duelleerpistolen een must. Deze koppel pistolen waren dikwijls een dierbaar familiebezit, die niet alleen bij een duel maar ook voor een potje schijfschieten werden gebruikt.
Waar twee vechten hebben twee schuld
Het duel is nooit erg populair geweest in Nederland. Naar schatting behoorde in de negentiende eeuw de helft van de duellisten tot de adel, waarvan velen officier waren bij de landmacht. Duelleren was met name populair onder de hoge rangen, waaronder militairen, edelen en studenten. Deze mannen waren vanwege hun afkomst of beroep al reeds in het bezit van een wapen.
Degens, sabels en zwaarden worden van oudsher geassocieerd met het adeldom. Om in de hoogste kringen te verkeren moest men bepaalde vaardigheden hebben. Schermen, dansen en paardrijden hoorden daarbij. Pieter Corneliszoon Hooft (1581-1647) richt zich in een brief aan zijn zoon Arnoud die in Leiden studeert: ‘Ghij dient uwe andre oeffeningen van zingen, schermen, dansen zooveel t’onderhouden, dat ghij daarinne niet achterwaarts gaat.’ In meerdere brieven komt vader P.C. Hooft terug op het belang van de schermlessen.
Dominee en dichter Nicolaas Beets (1814-1903) schreef als Leidse student op zijn beurt een gedicht over de mooie jonge vrouw Minone. Tijdens een bal maakte zij haar echtgenoot, een oudere graaf, jaloers door met een jeugdvriend te dansen. Na dit voorval komt de graaf om tijdens een duel met zijn rivaal. Verdrietig knielt Minone naast de graaf neer: ‘Ik heb mij gâ vermoord!’ Verteerd door verdriet en spijt overlijdt zij op jonge leeftijd.
Auteur: Judith van Amelsvoort
Bronnen:
- Ignaz Matthey, Eer verloren, al verloren. Het duel in de Nederlandse geschiedenis, 2012.
- Paul Post, Een schandaal aan de Oudegracht, Regionaal Archief Alkmaar.
- Geschiedenis Beleven, Het duel, een ongebruikelijk gebruik
- Alexander, Straffen of verdedigen? Het regentschap duel, Jane Austen Centre.
- Wikipedia: Tweegevecht en Duelling pistols.
- Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) Tweegevecht en Duel.
Publicatiedatum: 14/02/2024
Vul deze informatie aan of geef een reactie.