Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Dominee op het duin: Salomon van Til en de Slag bij Kijkduin

Kunnen gebeden het verloop van een zeeslag beïnvloeden? Je zou het haast denken als je over dominee Salomon van Til leest. Van Til was predikant Huisduinen in 1673. Vlak voor de kust van Kijkduin, onder Huisduinen, werd in dat jaar slag geleverd tussen de Hollanders en een Engels-Franse vloot.

Zeeslag bij Kijkduin

Honderden kustbewoners baden op de ochtend van 21 augustus 1673 op het strand en in de duinen onder leiding van Van Til om een goede afloop. En die kwam er. De Hollandse vloot onder leiding van De Ruyter en Tromp won het van de sterker geachte Engels-Franse zeemacht. De gebeden van dominee Van Til en zijn gelovigen waren verhoord.

De zeeslag was de beroemde slag bij Kijkduin: een keerpunt in de Derde Engelse oorlog. Een jaar eerder stond ons land er nog slecht voor. Het was het beruchte Rampjaar 1672. Zowel Engeland en Frankrijk als de bisschop van Munster en de keurvorst van Keulen vielen ons land aan. Wie heeft het vroeger op school nièt geleerd: het land was reddeloos, de regering radeloos, het volk redeloos.

Portret van Salomon van Til, Reinier Vinkeles (I), naar Jacobus Buys, 1792. Collectie Rijksmuseum, objectnummer RP-P-OB-64.002.

Dominee Salomon van Til

De dominee zou in 1673 zijn moment of fame beleven. Zeven jaar daarvoor was hij naar Huisduinen en Den Helder gekomen. Van Til was pas 22 jaar.  Hij  had de Latijnse school in Alkmaar doorlopen en studeerde daarna filosofie, letterkunde en oosterse talen in Utrecht. Bij de bekende theologen Voetius en Burmannus volgde hij colleges. Op aanbeveling van de laatste zette hij zijn studie voort in Leiden bij Coccejus, in zijn dagen een vermaard theoloog. Van Til studeerde cum laude af.

Nog datzelfde jaar werd hij beroepen in de dorpen Huisduinen en Den Helder. Zijn inkomen stelde hem in de gelegenheid zijn Leidse verloofde Maria van Tethrode te trouwen.

Voormalige Hervormde Kerk in Huisduinen. Beeld: Stef Lokin

Tillenhof

Huisduinen en Den Helder waren twee afzonderlijke dorpen in de noordelijke punt van Holland. Vanaf het hoogste duin bij Huisduinen, Kijkduin, zagen de dorpelingen de koopvaardijschepen langs komen die vanaf de rede van Texel op weg waren naar Indië of juist terugkwamen. Van Til kocht tussen de twee dorpen een stuk land en bouwde daar een huis op. Het kreeg de naam ‘Tillenhof’. Rondom zijn woning was een grote tuin waarop hij verschillende bomen plantte. Bij de dorpelingen stond zijn huis bekend als ‘De Tuintjes’.

Van Til was een studieus man. In de rust van zijn Huisduiner pastorie zette hij zijn studie in de theologie en filosofie voort. Uit nagelaten papieren blijkt dat hij zich ook verdiepte in klassieke talen, scheikunde en antropologie. Maar hij zou de geschiedenis ingaan als theoloog.

Aanvankelijk had Van Til getwijfeld of hij dominee moest worden. Hij leed aan een spraakgebrek. Daarom had hij niet alleen theologie gestudeerd, maar was hij ook begonnen aan een studie medicijnen.  Als zijn spraakgebrek hem parten zou spelen in de uitoefening van zijn beroep kon hij altijd nog dokter worden. Op de Tillenhof oefende hij met succes op zijn spraak. Hij zou tien jaar in Huisduinen blijven.

De Tillenhof is nu de naam van een straat in Huisduinen. Het huis van Salomon van Til, de Tillenhof, is in 1937 afgebroken. Beeld: Stef Lokin

Oorlog met Engeland

In 1666 werd Van Til bevestigd als predikant. De Republiek was in dat jaar verwikkeld in een strijd met Engeland. Die oorlog werd later de Tweede Engelse oorlog genoemd. Hij was er nog maar net komen wonen of in augustus werden op de rede van Texel voorbereidingen getroffen voor een zeeslag tegen de Engelsen. Het is hem ongetwijfeld ter ore gekomen.

Vier maanden eerder, in april, was Michiel de Ruyter met zijn gloednieuwe admiraalsschip Zeven Provinciën, gevolgd door twaalf schepen van de Rotterdamse admiraliteit, bij het Marsdiep verschenen. In de weken daarna verzamelden zich honderd schepen rond De Ruyters vlaggenschip. De uiteindelijke strijd begon op 11 juni 1666 en werd uitgevochten in de wateren tussen Vlaanderen en de zuidkust van Engeland. Na vier dagen mocht De Ruyter zich winnaar noemen.

Portret van Michiel Adriaenszoon de Ruyter (1607-1676), luitenant-admiraal, 1667, schilder: Ferdinand Bol. Het doek werd ter herinnering aan de glorieuze overwinning van de Vierdaagse Zeeslag van 1666 geschilderd, waarna besloten werd dat portretten van de admiraal in alle Admiraliteits-raadzalen zouden worden gehangen. Collectie Rijksmuseum, objectnummer SK-A-44.

Een paar maanden later sloegen de Engelsen terug bij North Foreland. Ook verrasten ze de Hollanders door een grote vloot koopvaardijschepen tussen Terschelling en Vlieland te vernietigen en het stadje West-Terschelling plat te branden. De oorlog putte beiden landen financieel uit. De Engelse koning Karel II nam het initiatief om te onderhandelen over vrede. Die vonden inderdaad in 1667 plaats in Breda, maar pas nadat de Nederlanders een vernederende aanval hadden gedaan op de Engelse vloot bij Chatham aan de Medway, een zijrivier van de Theems.

Tocht naar Chatham, 1667: de Nederlandse vloot in de monding van de Medway, Willem Schellinks, ca. 1668. Collectie Rijksmuseum, objectnummer SK-C-1737.

Zeeslag bij Solebay

De Republiek en Engeland zouden elkaar in de volgende vijf jaren met rust laten. De vrede was schijn; de Engelsen maakten met Frankrijk plannen om ons land binnen te vallen en definitief af te rekenen met koopman-republiek. In 1672 begon een nieuwe oorlog. De twee landen kregen hulp uit het oosten: de bisschop van Münster en de keurvorst van Keulen vielen de noordelijke en oostelijke provincies binnen. Het Franse leger rukte via de Rijn op naar Holland. De ingenieuze Waterlinie moest een bezetting van Holland voorkomen.

Het belangrijkste strijdtoneel was echter alweer de Noordzee. De gezamenlijke Engelse en Franse vloot troffen de Nederlanders in juni 1672 bij Solebay. In twee zeeslagen met een week ertussen mocht De Ruyter zich de winnaar noemen. Het gevaar van een landing op de Hollandse kust was voorkomen.

Het gevecht van Michiel Adriaensz de Ruyter tegen de hertog van York op de ‘Royal Prince’ tijdens de zeeslag bij Solebay, 7 juni 1672: episode uit de Derde Engelse Zeeoorlog (1672-74), Willem van de Velde (II), 1691. Collectie Rijksmuseum, objectnummer SK-A-1716.

Gevecht voor de kust

Precies een jaar later, in mei-juni 1673, troffen beide vijanden elkaar weer. De plannen van beide landen om een invasieleger op de Hollandse kust zetten bestonden nog steeds. Bij Schooneveld, ten westen van Walcheren troffen beide vloten elkaar. De strijd bleef onbeslist. De poging om De Ruyter weg te lokken van de kust en achter zijn rug om troepen aan land te zetten mislukte. De Ruyter had het doorzien en hield stand.

Maar de finale afrekening moest nog komen. En dat gevecht zou zich afspelen voor de kust van Huisduinen en Den Helder. Begin augustus van dat jaar werd het de Hollanders duidelijk dat de Engels-Franse coalitie opnieuw een invasie voorbereidden. Waarnemers meldden de Prins van Oranje en de Staten van Holland dat in de oostelijke kustplaatsen in Engeland een grote landingsmacht bijeengebracht werd. Als de zee-oorlog tegen de Hollanders gewonnen was zouden de Engelsen zo’n vierduizend man over willen zetten naar de Hollandse of Zeeuwse kust. Het leidde in ons land tot grote ongerustheid. En die werd sterker toen bekend werd dat de geallieerde vloot zee had gekozen.

Ook de Ruyter voer met zijn vloot uit. Hij zette koers naar de noordelijke Noordzee waar de vijandelijke vloot zich ophield. Hij had een bevel gekregen van de Prins de vijand op te zoeken en de twee landen te dwingen tot een zeeslag.  De aanleiding was dat een rijk beladen handelsvloot uit Azië terugkwam; die liep gevaar in handen te vallen van de Engelsen. De V.O.C had daarom grote druk op de Prins uitgeoefend deze vloot, die rond die dagen in de buurt van Texel verwacht werd, te beschermen.

En de vijandelijke vloot bevond zich juist in de omgeving van het Marsdiep. Na overleg met de Prins op 12 augustus voer de vloot van De Ruyter langs de kust noordwaarts. Hij zou de vijand opzoeken en pogen een zeeslag met de geallieerde vloot te forceren. De dagen die aan de uiteindelijke strijd voorafgingen verliepen nogal chaotisch. Het weer speelde de vloot parten. Een storm die dagenlang duurde beschadigde een aantal schepen en blies de vloot uiteen. Voor Petten moest De Ruyter het anker latenvallen. Pas op 18 en 19 augustus had De Ruyter zijn schepen weer bijeen. Bij Kijkduin, net onder Huisduinen, kreeg hij de vijand in het vizier.

Het grote moment brak aan in de ochtend van 21 augustus. De strijd die losbarstte kon geen inwoner van het noorden van Holland en West-Friesland ontgaan. Op verzoek van de Staten van Holland waren in de dorpen de kerken opengesteld voor gebed en luidden de klokken. Maar niet alleen het klokgelui maakten de inwoners attent op de slag. Tot in Enkhuizen was het kanongebulder hoorbaar.

Tussen Petten en Den Helder stroomden de stranden vol met honderden bewoners uit de kustdorpen. Ze waren getuige van een angstaanjagend schouwspel. Ook bestuurders uit Amsterdam en Den Haag zagen het gebeuren. Ze waren ze naar het noorden van Holland afgereisd toen duidelijk werd dat de onvermijdelijke zeeslag in de buurt van het Marsdiep zou plaatsvinden. Samen met de kustbewoners waren ze ooggetuige van een gevecht dat iedere beschrijving tartte. “Ieder verging hooren en zien door het geluid van zooveel kanonnen en den buskruitdamp, die de vloten als in een nevel verborg. Kogels, bouten, schroot en splinters vlogen aan alle zijden met een ijselijk gekraak en geknars. Het bloed dampte uit de spuigaten en kleurde het verdek. De zee werd met lichamen bezaaid. Sommigen moesten door de kogels, anderen door splinters, anderen door het vuur, anderen in het water sterven. Het gekrijt en gejammer van de gekwetsten en stervenden vervulde de schepen en paarde zich aan den donder van het geschut en het gekraak van rondhout en gebinte.”

De Slag bij Kijkduin, door Willem van de Velde, 21 augustus 1673. Beeld: Wikimedia Commons. Zeeschilder Willem van de Velde de Jongere heeft de Slag bij Kijkduin op een schilderij vastgelegd. In een gevecht tussen Cornelis Tromp en de Engelse admiraal Edward Spragge laat hij een schip ten onder gaan. In werkelijkheid heeft het schip de slag overleefd. Van de Velde de Jongere was zeeschilder in Engelse dienst. Hij putte zijn kennis uit verkeerde bron.

In gebed

Ook Salomon van Til was onder de toeschouwers. Toen de dorpelingen hem zagen vroegen ze de Huisduinense predikant voor te gaan in gebed om zo een gunstige afloop af te smeken. “Alle hoofden ontblootten zich en de predikant op een der duintoppen staande, het gelaat naar de zeekant gekeerd, droeg het benauwde vaderland aan den God van hemel en aarde op.” Hij bad voor een goede uitkomst, sprak de mensen moed in en liet ­weten dat de overwinning ‘alleenlyk hing aan Godts Almaghtige schikking’. Het gebed maakte diepe ­indruk.

De dominee en de gelovigen op het duin moeten ontegenzeggelijk hebben gedacht aan het Oude Testament en aan de strijd tussen de Joden en de Amelakieten bij de uittocht uit Egypte. En Van Til zal met gepreide armen hebben gebeden, zoals Mozes dat had gedaan. Want zo staat het in het boek Exodus, hoofdtstuk 17, vers 10-13: “En het geschiedde, terwijl Mozes zijn hand ophief, zo was Israël de sterkste; maar terwijl hij zijn hand nederliet, zo was Amalek de sterkste. Doch de handen van Mozes werden zwaar; daarom namen zij een steen, en legden dien onder hem, dat hij daarop zat; en Aäron en Hur onderstutten zijn handen, de een op deze, de ander op de andere zijde; alzo waren zijn handen gewis, totdat de zon onderging.” De Joden kwamen als overwinnaar uit de strijd.

Portret van Salomon van Til op 48-jarige leeftijd, Pieter van Gunst, naar Carel de Moor (II), 1691 – 1731. De prent heeft een Latijns onderschrift. Onder de prent zijn wapenschild en de voorstelling van Christus en van koning David met zijn harp. Collectie Rijksmuseum, objectnummer RP-P-1907-3132.

Vrede van Westminster

Voor de Noord-Hollandse kust wonnen de Hollanders het van de Engels-Franse vloot. Het was een overwinning met grote verliezen. Naar schatting duizenden mannen kwamen in de zeeslag om. De Ruyter en Cornelis Tromp hadden de Republiek behoed voor een Engels-Franse invasie. Het tij keerde na de slag bij Kijkduin. Beide landen gaven de landingsplannen voorgoed op.

De grootste verliezer was Engeland. Het beëindigde de oorlog. Een jaar later sloot de Engelse koning de Vrede van Westminster.  De oorlog met Frankrijk duurde nog tot 1678, maar de strijd werd voornamelijk uitgevochten in de Zuidelijke Nederlanden. De legereenheden uit Munster en Keulen trokken zich terug.

Niet alleen het kanonvuur van De Ruyter en Tromp, ook de gebeden van Van Til hadden naar de overtuiging van de gelovige calvinisten op het strand gezorgd voor de overwinning. Zijn rol in de duinen op die 21ste augustus zouden Van Til een zekere bekendheid geven. Zijn naam werd genoemd!

Aan de muur (rechts van de ingang) van de Ned. Hervormde Kerk aan de Badhuisstraat in Huisduinen werd in 1973 ter herinnering aan de slag bij Kijkduin en aan het optreden van Salomon van Til een bronzen plaquette aangebracht. Die werd onthuld op 12 juni van dat jaar door de Commandant der Zeemacht in Nederland. De slag werd in het Helders Museum herdacht met een tentoonstelling en met een symposium. Beeld: Stef Lokin.

Hoogleraar en rector

Hij zou nog drie jaar in Huisduinen en Den Helder blijven. In 1676 werd Salomon van Til beroepen in De Rijp. Hij verkocht de Tillenhof en preekte zes jaar in het meer in aanzien staande De Rijp. Daarna stond hij een jaar in Medemblik voordat hij 1683 professor werd aan de Illustere School in Dordrecht. Uiteindelijk werd hij hoogleraar in Leiden. Hij kreeg in 1702 een eredoctoraat en was eveneens korte tijd rector magnificus van de Leidse universiteit. Van Til schreef een imposante reeks wetenschappelijke werken en zou de geschiedenis ingaan als een vermaard theoloog.

Voor de gelovige inwoners van het duindorp oogstte Van Til met zijn optreden op 21 augustus 1673 eeuwige roem. Van Til was zich ervan bewust dat de overwinning “alleenlyk hing aan Godts Almaghtige schikking.”

Portret van Salomon van Til, predikant en hoogleraar aan de Illustre school te Dordrecht, met een boek in de hand. Onder het portret een vijfregelig vers in het Latijn en een vierregelig vers in het Nederlands. Vervaardiger: Anthony van Zijlvelt, naar Arnold Houbraken, 1684 – 1702. Collectie Rijksmuseum, objectnummer RP-P-OB-24.783.

Auteur: Stef Lokin

Bronnen:

  • Ronald Prud’homme van Reine, Rechterhand van Nederland. Biografie van Michiel Adriaenszoon de Ruyter. Amsterdam 1996
  • Henk Schoorl en Jan T. Bremer, Volk aan het Marsdiep. Schetsen uit vier eeuwen Texel en Huisduinen-Den Helder. Schoorl 1983
  • J.G. Kikkert, Michiel Adriaensz. De Ruyter. Soesterberg 2007
  • Het Nederlands Dagblad, 31 maart 2018
  • Th Jorissen, Historische Bladen. Nieuwe Bundel. Haarlem 1890, via delpher.nl

Publicatiedatum: 12/05/2021

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.