Stadhuis verplaatst voor de markt
Toen na de droogmaking van de Beemster de markt weer meer groeide heeft men op de oude kloosterwerf (de huidige Koemarkt) een beestenmarkt ingesteld. In de Peperstraat achter het stadhuis werden twee huizen weggehaald. Het oude stadhuis heeft men met vijzelaarskunst opgetild en zo’n 10 meter achteruitgezet. Dat gebeurde in 1633. Rond 1660 heeft men het kerkhof aan de zuidkant van de kerk gesloten en geplaveid, zodat hier ook markthandel kon worden gedreven.
Concurrent van de Alkmaarse kaasmarkt
Zo’n 150 jaar geleden is de oude kerk op de Kaasmarkt gesloopt. Deze kerk was wel tweemaal zo groot als de huidige. Hierdoor werd het plein aanzienlijk groter en zo kon de marktaanvoer verder groeien. Tussen 1603 en 1900 vonden regelmatig reorganisaties plaats. Daardoor werden alle markten over de hele stad verspreid. Alleen de kaas bleef hier op dit plein en werd daarom Kaasmarkt genoemd. Die kaasmarkt was, met topjaren van vier miljoen kilo per jaar, na Alkmaar de grootste van het land. Door toenemende kaasproductie op de melkfabrieken liep de aanvoer aanzienlijk terug en werd de Kaasmarkt kort voor 1940 beëindigd. Ondanks dat de kaasmarkt niet meer bestaat, heeft het succes ervan zeker bijgedragen aan de status van Purmerend als dé marktstad van Noord-Holland.
Kaasdragers beter af in Purmerend
Hoewel de Arbowetgeving al enige tijd bestaat, worden heden ten dage de kazen in Alkmaar nog altijd op berries naar de Waag gedragen door de kaasdragers. In Purmerend was men destijds zijn tijd vooruit, want hier waren kaasbakken in gebruik, die met een wielenstel (een zogenaamde mallejan) werden aangehaakt, opgetild en naar de waag gereden. Dat spaarde de ruggen van de kaasdragers.
Auteur: Jan Dekkers (Vereniging Historisch Purmerend) / Redactie ONH.
Publicatiedatum: 25/06/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.