Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

De Bazel in Bussum

De Helderse architect K.P.C. de Bazel is vooral bekend van zijn ontwerp voor het monumentale hoofdkantoor van de Nederlandsche Handel-Maatschappij in Amsterdam, een gebouw dat zijn naam draagt. Maar weinig mensen weten dat hij ook in het Gooi actief is geweest. In zijn woonplaats Bussum ontwierp hij woningen, parken en zelfs een heuse modelmelkerij.

Architect Karel Petrus Cornelis de Bazel kwam op 21 oktober 1902 aan de Parklaan 1b in Bussum te wonen, schuin tegenover de kunstenaar en kunstkenner Jan Veth. Via Veth had hij eerder opdrachten in het Gooi verworven. Veth had De Bazel aangemoedigd om naar Bussum te komen. Zijn atelier was een trefpunt voor allerlei plaatselijke kunstenaars, zoals de kunstschilder Johan Cohen Gosschalk, die in 1901 met Jo Bonger, de weduwe van Vincent van Goghs broer Theo, trouwde. Veths huis ‘Op den Akker’ is in 1902 door De Bazel verbouwd en diens nieuwe atelier in 1904.

Al snel kreeg De Bazel een grote opdracht in de buurt. Datzelfde jaar verwierf Joannes van Woensel Kooy, een bemiddelde 25-jarige Utrechtse student in de landbouweconomie, namelijk op een veiling het 308 hectare grote landgoed Oud Bussem, dat net over de gemeentegrens in Huizen lag. Aanvankelijk wilde hij het terrein verkavelen en met landhuizen bebouwen, maar door de heersende tyfusepidemie kreeg hij een ander idee. Samen met Floris Vos, voorzitter van de erfgooiersvereniging Stad en Lande van Gooiland, begon hij een modelmelkerij. Aangezien tyfus destijds via de melk verspreid werd, wilde hij een voorbeeld stellen met een moderne, hygiënische zuivelboerderij.

K.P.C. de Bazel, 1906. Fotocollectie Winthorst, Gemeentearchief Gooise Meren en Huizen.

Nieuwe opdrachten in het Gooi

De Bazel had al eerder een woning in Bussum gebouwd voor Klasina Christina Boxman-Winkler, een opdracht die hij via Jan Veth gekregen had. Klasina was een bekende van Jan en werd meermalen door hem geportretteerd. Haar dochter Davida Wilhelmina (Winny) trouwde met Joannes van Woensel Kooy, eigenaar van Oud Bussem. Mede dankzij deze relatie verwierf De Bazel de opdracht tot verbouwing van de oude boerderij op het zuidelijk deel van het landgoed en de bouw van de nieuwe modelmelkerij. Na het plotseling overlijden van Van Woensel Kooy in 1903 werd het beheer van de boerderij voortgezet door Floris Vos.

Daarna volgden aanverwante opdrachten, zoals een kantoor, zuivelhuis, vrijstaande nieuwe koestal, verbouwing koetshuis, verbouwing van de daar staande boerderij Tames, een gemetselde boogbrug (nu monument) over een zandsloot in de Oud Blaricummerweg met twee woningen, de woning Walstra en een aanbouw van het zuivelhuis. Leuk om te vermelden is dat de dienstwoning geheel werd ingericht met meubels uit atelier De Ploeg, dat in 1904 door De Bazel met onder meer zijn zwager, de beeldhouwer C.A. Oosschot, werd opgericht. In 1906 volgde nog de opdracht tot een verbouwing van de woning van de moeder van wijlen Van Woensel Kooy.

Modelboerderij Oud Bussem, 2002. Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Een hoge standaard voor zuivel

Het ontwerp van Oud Bussem baseerde De Bazel op een roostersysteem. De plattegronden, gevels en doorsneden van Oud Bussem zijn getekend op een stramien van haaks op elkaar staande lijnen. Op de plattegrond blijken de binnenruimten uit een volledig aantal vierkanten te bestaan, waaromheen de buitenmuren als een omkleding verschijnen. De boerderij is riet gedekt, met op het dak in twee lagen ronde, onderling verspringende dakkapellen en op de nok een Oudhollands zeskantig klokkentorentje. Dat paste De Bazel vaak toe als bekroning van zijn bouwwerken.

Bij het ontwerpen van de modelmelkerij zijn de modernste hygiënische inzichten toegepast. Zo werden de stallen betegeld, kwamen er overal kranen om handen te kunnen wassen, werd de mest gescheiden en de vloeibare mest via een buizensysteem afgevoerd. De vaste mest werd afgevoerd in door paarden getrokken lorries, waarvoor onder de vijf koeienstallen, met daarin in totaal maximaal 181 koeien, een lorriespoor was aangelegd. In het voorjaar mochten de koeien grazen op de Huizer Meent. Hun verse melk werd tot ver het land in vervoerd.

Koeien in de stal van modelboerderij Oud Bussem, 1932. Foto: Willem van de Poll, Nationaal Archief.

Zand voor het Brediuskwartier

De bedrijfsvoering van Oud Bussem werd tijdens de Eerste Wereldoorlog verstoord door vorderingen door het leger. Na de oorlog moest het bedrijf weer op gang worden gebracht en stond Floris Vos voor grote financiële problemen. Hij vond een oplossing in het leveren van zand aan de gemeente Bussum, dat nodig was voor het ophogen van het geplande Brediuskwartier aan de oostzijde van het dorp. Men kwam overeen dat Oud Bussem in 1920 al 100.000 m3 zand zou leveren à f 2,- per m3. Vos kocht ook nog eens 8 hectare extra grond van het Bosch van Bredius aan, dat gemiddeld 4 meter met de hand kon worden afgegraven en in totaal 320.000 m3 zand zou opleveren.

Ook De Bazel is betrokken geweest bij de aanleg van het Bussumse Brediuskwartier, zij het als architect. Zijn ontwerp besloeg het gebied tussen de Brediusweg en de Huizerweg vanaf de zanderijsloot, die hij in het ontwerp opnam. Het opmerkelijke van het uitbreidingsplan was de brede strook groen die het plan aan de westzijde geheel begrensde. Het Willem Bilderdijkpark, met een bijzondere achtkantige vijver die doet denken aan de door De Bazel ontworpen wieg van prinses Juliana, en het dal met water, dat loopt vanaf de zwaaikom bij ‘t Mouwtje tot aan de Jacob Obrechtlaan, ontwierp hij in samenwerking met de Naardense tuinarchitect Dirk F. Tersteeg.

Woningen aan de Burgemeester ‘s-Jacoblaan in het Brediuskwartier, 1926. Fotocollectie Winthorst, Gemeentearchief Gooise Meren en Huizen.

Elegante villa’s en weelderige waterpartijen

Nadat er wegen waren uitgezet, nam het bouwen een aanvang. Aan de Bellamylaan verrezen in 1921 een zestal woningen. Binnen enkele jaren waren deze omringd door volgende nieuwbouw van merendeels dubbele villa’s en meervoudige villablokjes. Daaronder, op een niet afgegraven deel, zestien dubbele middenstandswoningen van De Bazel. Deze worden bij verkoop nog steeds aanbevolen als ontworpen door K.P.C. de Bazel. In totaal werden in dit kwartier 435 woningen geprojecteerd. De Brediusbuurt staat nog steeds bekend als de meest gave uitbreiding in gedeeltelijk Amsterdamse Schoolstijl.

De grootste bouwactiviteit speelde zich af tussen 1925 en 1928, want De Bazels plan werd pas in het voorjaar van 1924 officieel door de gemeenteraad goedgekeurd. Zelf was De Bazel echter al in november 1923 overleden. Het ophogen met zand had voor zoveel vertraging gezorgd dat hij de voltooiing van zijn plan niet meer zou meemaken. Zijn overlijden wordt als belangrijkste reden gezien dat het park met water stopt bij de Jacob Obrechtlaan en niet verder is doorgetrokken tot de weilanden aan de overzijde van de Amersfoortsestraatweg en de A1. Naar Landgoed De Beek, waar Floris Vos woonde, zoals De Bazels oorspronkelijke plan was geweest. Wel leeft zijn naam vlakbij voort in de naar hem vernoemde K.P.C. De Bazelstraat, aan de overzijde van de Huizerweg.

De waterpartij in het Brediuskwartier eindigt bij de Jacob Obrechtlaan. Fotocollectie Bussum, Gemeentearchief Gooise Meren en Huizen.

Auteur: Fred van Daalen

Voor Oneindig Noord-Holland is het artikel geredigeerd door redacteur Sarah Remmerts de Vries.

Bronnen:

Publicatiedatum: 21/03/2022

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.