Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Bad Holland: kuren aan de kust

In de negentiende eeuw begon de Europese elite steeds meer te reizen. Nieuwe verbindingen per trein en stoomboot ontsloten in rap tempo exotische werelden voor de happy few. Er werd gefeest in Londen, overwinterd aan de Franse Rivièra en gekuurd aan de Noordzeekust. De vissersdorpen Zandvoort en Scheveningen veranderden in mondaine badplaatsen met hotels en vermaak op stand.

Reizen en het kennismaken met andere culturen was al eeuwenlang iets waarmee de elite zich onderscheidde. Welopgevoede jongemannen gingen vanaf de zestiende eeuw op een Grand Tour door Zuid-Europa om antieke kunst op te snuiven. Deze reizen duurden lang en waren vaak niet erg comfortabel. Met de komst van de stoomtrein en het stoomschip kon gesproken worden van een ware revolutie in het reizen. Snelle treinverbindingen ontsloten Europa en stoomschepen creëerden reismogelijkheden naar de rest van de wereld. Spoorwegmaatschappijen en bootreizen boksten tegen elkaar op met de meest luxe faciliteiten, de Oriënt Express aan kop. Overal langs de spoorlijnen staken exclusieve Grant Hôtels de kop op, waar men in stijl kon verblijven.

Voor de Europese elite boden de verbeterde vervoers- en verblijfsmogelijkheden een manier om elkaar overal te ontmoeten op de bals en andere evenementen van de ‘sociale kalender’. In het voorjaar kwam men samen in Biarritz, Parijs en Londen. Vervolgens reisde men door naar Ascot, voor het bijwonen van de paardenraces. In het najaar was er tijd om te kuren in Wiesbaden en jachtpartijen bij te wonen. De winters werden aangenaam doorgebracht aan de warme Franse Rivièra, waar de wereldburgers veelal een villa bezaten. Reizen was een levensstijl geworden. Niet voor niets treffen we onder sommige adellijke telgen in het Rode Boekje rond 1900 in plaats van een woonplaats nogal eens de beschrijving ‘reizend’.

Constant Cap, De huwelijksreis, 1885. Collectie Spoorwegmuseum, Utrecht.

Ons soort mensen

Reizen was ook van groot sociaal belang voor de Europese adel en het patriciaat. Eigenlijk telde je pas mee als je gezien werd in een buitenlands kuuroord. Het verblijf van prominente gasten werd daar bijgehouden in speciale badkranten, waarin precies stond wie men op dat moment tegen het lijf kon lopen. Daar was je onder de eigen mensen, waar je naar hartenlust kon converseren in de eetzaal, zakendoen in het badlokaal en zelfs huwelijkspartners ontmoeten op de boulevard. Dat alles gebeurde in het Frans, de gemeenschappelijke taal van de elite. Die Europese elite deelde bovendien dezelfde cultuur, waardoor de mode in Londen gelijk was aan die van Sint-Petersburg. Hutkoffers vol modieuze kleding en spullen reisden er met de voorname families mee, tezamen met een klein leger aan bedienden.

Naast het sociale aspect was ook het heilzame effect op de gezondheid een reden om zich terug te trekken in Zwitserse bergenclaves en villadorpjes aan de Côte d’Azur. Overwinteren in de zon van de Franse Rivièra werd sterk aangeraden voor mensen met een zwakke gezondheid. Maar ook baden in de Italiaanse zee en in geneeskrachtige bronnen in het Alpengebied werd zeer bevorderlijk geacht voor een vitaal gestel. Plattelandsdorpen als Vichy, Aix-les-Bains en Davos groeiden uit tot luxe kuuroorden met hotels, theaters en casino’s, waar het flaneren even belangrijk was als het kuren. Dankzij de spoorlijnen kwamen ook nieuwe kuuroorden, zoals in Baden-Baden en Wiesbaden, in de negentiende eeuw tot grote bloei.

Het Zandvoortse strand met badkoetsen en rieten stoeltjes, 1880. Beeldcollectie van de gemeente Haarlem, Noord-Hollands Archief.

Concerten en conversatie

Naast deze exotische bestemmingen streek de Nederlandse aristocratie graag aan de eigen kust neer om te kuren, waar ze vergezeld werd door leden van de Duitse adel. Er werd gekuurd in de Hollandse badplaatsen Scheveningen en Zandvoort, waar alles in het teken stond van gezondheid. Als oudste badplaats van Nederland heeft Scheveningen er het Kurhaus (1886) aan overgehouden, dat in 1818 begon als een inrichting met slechts vier kamertjes. Tegen het midden van de negentiende eeuw stond Scheveningen in heel Europa bekend als genezingsoord met heilzaam zeewater.

Vooral in de ochtend, als het nog niet al te warm was, deden de Scheveningse badgasten zich tegoed aan het water. Met een badkoets reden ze het water in, waar de dames en heren zich volledig gekleed aan het zilte water overgaven. Deze manier van baden voorkwam dat men blootgesteld werd aan de zon. Een gebruinde huid werd namelijk met de lagere klassen geassocieerd en daardoor onwenselijk geacht voor een dame van stand. Maar de bedekking was ook een kwestie van goede zeden. Wie zonder badkoets het water in wandelde, riskeerde drie dagen gevangenisstraf. Na het baden werd de rest van de dag ingevuld met concerten, theatervoorstellingen en stimulerende conversatie.

De passage die de Zandvoortse Kurzaal (later: Kurhaus) met het treinstation verbond. Collectie prentbriefkaarten van Lou Braakman te Haarlem, Noord-Hollands Archief.

Sisi in Zandvoort

Ook het iets noordelijker gelegen Zandvoort was zeer geliefd bij de Hollandse elite. Het werd als iets minder deftig dan Scheveningen gezien, maar was daardoor ook minder prijzig. Door dr. John MacPherson werd de badplaats in zijn boek The Baths and Wells of Europa (1880) omschreven als ‘rustig en gematigd’, in tegenstelling tot het ‘frivole en drukke’ Scheveningen. Tegelijk met de aanleg van de spoorlijn Haarlem-Zandvoort opende er ook hier een weelderige ‘Kurzaal’ (1883), die door middel van een overdekte passage verbonden was met het treinstation Zandvoort Bad en het strand.

Zelfs de Oostenrijkse keizerin Sisi koos tweemaal, in 1884 en in 1885, Zandvoort als haar verblijfplaats aan de Noordzeekust. De eerste keer verbleef ze in het luxe Hotel Kaufmann, het jaar erop in Villa Paula aan de Boulevard Barnaart. Ze baadde in zee en genoot van lange strandwandelingen en heilzame massages van ‘vorstenkneder’ dr. Johann Georg Mezger. Haar aanwezigheid gaf het Noord-Hollandse vissersdorp een aristocratisch tintje. Uit het gedicht ‘Abschied von Zandvoort’, dat ze kort na haar vertrek schreef, blijkt hoe graag ze nog eens wilde terugkeren naar Zandvoort. Het zou er niet meer van komen.

Vier dames in de duinen achter het Zandvoortse Grand Hôtel, 1911. Beeldcollectie van de gemeente Haarlem, Noord-Hollands Archief.

Een einde aan de exclusiviteit

De komst van de elektrische tram van Haarlem naar Zandvoort (1899) luidde het einde in van Zandvoort als elitebadplaats. Drie jaar later kwam er zelfs een tram bij vanuit Amsterdam, die dagjesmensen in een mum van tijd naar zee bracht. De aristocratie zag met lede ogen aan hoe ‘hun’ strand overgenomen werd door schaars geklede middenklassers en zelfs gewone burgers op zoek naar de zon. Het markeerde het einde van een tijdperk van exclusiviteit. Kuuroord Zandvoort werd familiestrand ‘Zandvoort bij de zee’ uit het gelijknamige liedje van Louis Davids:

‘Zandvoort bij de Zee!
We gaan naar Zandvoort bij de Zee!
Met vader met moeder met broertje en met zusje
Oome Piet tante Griet en het heele familiehusje
Gaat naar Zandvoort bij de Zee!
Nemen broodjes koffie mee,
Oh het is zoo’n zaligheid,
Wanneer je van de duinen glijdt,
In Zandvoort bij de zee.’

De boulevard van Zandvoort, ca. 1900. Collectie prentbriefkaarten van Lou Braakman te Haarlem, Noord-Hollands Archief.

Tekst: Sarah Remmerts de Vries

Bronnen:

  • Janneke Budding, Mijnheer de baron is op reis. Buitenlandse reizen van de adel, 1814-1914 (Zutphen 2021).
  • Ileen Montijn, Hoog geboren. 250 jaar adellijk leven in Nederland (Amsterdam en Antwerpen 2012).

Publicatiedatum: 26/01/2023

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.