Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Met de Blauwe Tram naar Zandvoort

Wie in de Tempeliersstraat in Haarlem omhoog kijkt, ziet daar in een nieuwbouwpand (nr. 53-70) een felgekleurde gevelsteen. Hierop staat de legendarische Blauwe Tram afgebeeld. De Blauwe Tram had daar tot 1957 een halte op het traject Zandvoort-Amsterdam.

Gevelsteen in Tempeliersstraat

Op de gevelsteen staat de Blauwe Tram te wachten bij de halte. Op de halte staan drie ongebruikelijke passagiers: een bol wol, een sigaar en een kappersschaar. Ze verwijzen naar de zaakjes die vroeger op het ‘Blauwe pleintje’ te vinden waren: een wolwinkel, een sigarenzaak en een kapper. De halte en de zaakjes zijn allemaal verdwenen.

Gevelsteen De Blauwe Tram.

Gevelsteen De Blauwe Tram. Beeld: Collectie Historische Vereniging Haerlem.

Om het verleden in ere te houden is het nieuwe pand ‘De Blauwe Tram’ genoemd. De naastgelegen fietsenstalling heeft in 2010 ook de naam ‘De Blauwe Tram’ gekregen. De plek vormt een van de weinige herinneringen aan de NZH-tram in Kennemerland. De karakteristieke donkerblauwe kleur gaf de tram zijn bijnaam.

De Tempeliersstraat in de jaren 50. Beeld: Collectie Noord-Hollands Archief

Met de tram naar de kust

Het hoofdkantoor van de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg-Maatschappij (NZH) was gevestigd aan de Leidsevaart in Haarlem. De NZH-trams waren in de eerste helft van de twintigste eeuw niet weg te denken uit Kennemerland. Uit heel Noord- en Zuid-Holland trouwens niet.

De honderden Blauwe Trams zorgden voor het personenvervoer tussen Amsterdam, Haarlem, Leiden en Den Haag, en verbonden deze steden met de kustplaatsen Zandvoort, Noordwijk, Scheveningen, Katwijk en Volendam. Op de meeste plekken was het een normaal spoornet, maar tussen Zandvoort en Haarlem reed de tram over een smalspoor. Het smallere spoor was prettig in de steden, het nam niet zoveel ruimte in, maar het maakte de tram minder stabiel: bij hogere snelheden kon hij flink schudden.

De Blauwe Tram was belangrijk voor forensen maar stimuleerde ook het opkomende toerisme. Zo verzorgde de NZH dagtochtjes. Bijvoorbeeld een gecombineerde boot-tramrondrit Amsterdam – Volendam – Marken in de zomer. Voor de strandgangers stond de tram naar Zandvoort gereed. Op dagen met goed strandweer werden vaak extra trams ingezet.

De Blauwe Tram in het duingebied.

De Blauwe Tram in het duingebied. Beeld: Collectie Noord-Hollands Archief

Een dagje naar Zandvoort bij de zee

“Zandvoort bij de zee / We gaan naar Zandvoort bij de zee / Met vader, met moeder, met broertje en met zusje / Ome Piet, tante Griet en het hele familiehusje” waren de eerste regels van het refrein van het razend populaire liedje dat Louis Davids in 1915 schreef.

Dankzij onder meer de Blauwe Tram werd Zandvoort in die jaren overspoeld met dagjestoeristen. In 1881 was er een spoorwegstation geopend. Eind negentiende eeuw kwam daar de tramlijn Haarlem-Zandvoort bij. In 1904 werd deze tramlijn doorgetrokken naar Amsterdam. Het was de eerste Nederlandse elektrische tramlijn met bovenleiding. Op andere plekken reden nog stoomtrams of zelfs paardentrams.

Deze verbeterde bereikbaarheid bevorderde het massatoerisme. Het deftige Zandvoort veranderde van karakter. In de negentiende eeuw was het een mondaine badplaats geweest. De internationale ‘happy few’ had er een Kurhaus tot haar beschikking gehad, luxe hotels en een indrukwekkende passage met 26 winkels. Keizerin Elisabeth van Oostenrijk-Hongarije (Sissi) verbleef met een gevolg van 15 personen in 1884 enkele weken in het imposante Hotel Kaufmann (het latere Hotel d’Orange). Met de komst van de dagjestoeristen begon de internationale ‘jet set’ de badplaats echter snel te mijden.

Het Kurhaus in Zandvoort.

Het Kurhaus in Zandvoort. Beeld: Collectie Noord-Hollands Archief

De laatste rit

Halverwege de twintigste eeuw liep de Blauwe Tram op zijn einde. Op 31 augustus 1957 maakte hij zijn laatste rit. Voor de laatste keer klonk zijn typische fluit. Het publiek kwam massaal afscheid nemen. Er waren afscheidsfeesten aan de eindpunten in Zandvoort en Amsterdam. De Tempeliersstraat en het Houtplein waren te klein voor de duizenden fans die afscheid kwamen nemen. Het Requiem voor de blauwe, met het refrein “trem trem trem trem, wij leven in memoria” werd gezongen. Het lied was speciaal geschreven voor dit weemoedige laatste moment.

Na het verwijderen van de tramrails wordt de Grote Houtstraat opnieuw geasfalteerd, ziende naar het zuiden vanaf de Grote Markt, 1949. Collectie Fotoburo de Boer

De Blauwe Tram had het meer dan een halve eeuw dapper volgehouden. De tram was in de loop van de jaren steeds meer een sta-in-de-weg geworden voor het opkomende autoverkeer. De NZH verving haar trams geleidelijk door de bus. De bus was wendbaarder en bovendien goedkoper. Bijna alle 350 Blauwe Trams zijn sindsdien gesloopt. In het NZH Vervoer Museum in Haarlem zijn er nog vier te bewonderen. Hier is het mogelijk even terug te denken aan die periode waarin een dagje naar ‘Zandvoort aan de Zee’ voor veel arbeidersgezinnen het hoogtepunt van het jaar betekende.

Eindpunt van de Blauwe Tram in Zandvoort.

Eindpunt van de Blauwe Tram in Zandvoort. Beeld: Collectie Noord-Hollands Archief

Lees meer over Historisch Genootschap de Blauwe Tram.

Publicatiedatum: 15/12/2010

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.