Wolharige neushoorns in het Gooi
Archeologen vonden vuurstenen werktuigen die zo’n 120.000 jaar geleden zijn achtergelaten door de oudste bewoners van het Gooi, de Neanderthalers. In het latere deel van de ijstijd werd het wat warmer en veranderde het poolijs in toendra’s. Er zwierven toen mammoeten, bizons en wolharige neushoorns rond. De Neanderthalers waren jagers en vonden het Gooi een aantrekkelijk jachtgebied.
Oerbos
Scandinaviƫ was tijdens de voorlaatste ijstijd, het Saalien, met ijs bedekt. Het landijs werd wel honderden meters dik en bewoog met een enorme kracht naar ons land. Onderweg nam het ijs stenen, zand en klei mee die werden vermalen tot keileem.
Archeologen vragen zich af waarom de Bussummer- en Westerheide al zo vroeg werden bewoond. Ze vonden er resten van vuurstenen werktuigen, bronzen speerpunten, scherven van urnen en nog veel meer. In de bodem van de Aardjesberg troffen ze het vruchtbare keileem en water aan. En dat verklaart waarom de prehistorische mens de Aardjesberg heeft uitgekozen om zich te vestigen. De Aardjesberg was toen nog een bosrijk gebied waar vooral de hazelaar welig groeide. Toen het klimaat vochtiger en warmer werd, kwamen de iep, eik en es erbij; het bos werd toen ook dichter. De eerste boeren kapten delen uit het oerbos en bewerkten het land.
Grafheuvels
Van 2900 tot 500 v. Chr. werd de Westerheide vooral gebruikt als grafveld en woonplaats. Rond de Aardjesberg werden grafheuvels aangelegd. Zo’n 2500 jaar lang werden hier de doden begraven.
Bronnen:
- F. Zeiler, Onder de hei, 1994.Vondsten van de Westerheide zijn te zien in het Geologisch Museum Hofland, Hilversumseweg 51, Laren
- Huis van Hilde
Publicatiedatum: 24/05/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.