Cremeren in plaats van begraven
Vooral de vondsten uit de late bronstijd/vroege ijzertijd zijn voor Nederland uniek. Begroef men lange tijd mensen in de grond en onder grafheuvels, daar kwam gedurende de zogeheten Hilversumcultuur (bronstijd) verandering in. Men ging de overledenen cremeren en deze nieuwe traditie zette zich voort in de ijzertijd.
Hoewel echte grafheuvels niet meer werden opgeworpen zijn er op de Westerheide wel drie heuvels aangetroffen waarin vele nabijzettingen (tot 32 stuks!) van urnen met crematieresten zaten. Een unicum voor Nederland en ontdekt door de Hilversumse notaris Albertus Perk en de lokale veldwachter in 1855. Maar er werden vooral vele kleine heuveltjes opgeworpen waarin een asurn werd ingegraven. Door dit gebruik wordt wel gesproken over de ‘urnenveldencultuur’ (1100-500 v.Chr.).
Talrijke archeologische vindplaatsen
Mede door verschillende waarnemingen vanaf de jaren 1930 door amateurarcheologen gaat men ervan uit dat de Westerheide qua oppervlakte waarschijnlijk een van de grootste bewaard gebleven urnenvelden van Nederland bevat (circa 700 bij 900 meter).
Vrijwilligers hebben hier ook een honderdtal nieuwe, archeologisch interessante locaties in kaart gebracht. Deze zijn aangetroffen op en om de Aardjesberg, maar ook in de buurt van de grafheuvels bij de zuidelijke Doodweg, aan de oost- en westzijde van de Lange Heul en op de heide ten westen van Laren.
Publicatiedatum: 27/10/2014
Vul deze informatie aan of geef een reactie.