Het symbolisme en de invloed van Van Gogh (1890-1900)
Door studiereizen naar ondermeer Brussel en Parijs waren Nederlandse kunstenaars in aanraking gekomen met het impressionisme en het postimpressionisme. Deze nieuwe stromingen motiveerden veel kunstenaars om hun eigen werk eens kritisch te bekijken.
Mede beïnvloed door het opkomende gedachtegoed van het socialisme, onderzochten enkele kunstenaars bijvoorbeeld de stilering van het symbolisme. De symbolisten verlangden naar een betere maatschappij, waarbij kunst dienstbaar aan de gemeenschap zou zijn. Het doel en de werkwijze van kunst werden opnieuw onder de loep gelegd. Naast de schilderkunst, werden wandschilderingen en verschillende vormen van toegepaste kunst populair.
Kunstenaars, waaronder Richard Roland Holst (1868-1938), Ferdinand Hart Nibbrig (1866-1915) en Antoon Derkinderen (1859-1925), lieten zich veelal inspireren door het werk van Vincent van Gogh (1853-1890), Matthijs Maris en Odilon Redon. Van Gogh had bijvoorbeeld de symboliek van zijn werk uitvoerig beschreven in zijn brieven. In 1892 werd er voor het eerst een Nederlandse overzichtstentoonstelling van het werk van Van Gogh in het Amsterdamse panorama gebouw georganiseerd. Initiatiefnemers waren Roland Holst en Jan Toorop (1858-1928). Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel kunstenaars, zich door het werk van Van Gogh hebben laten inspireren.
De zusjes Pieck
Twee Nederlandse kunstenaars die zich door het werk van Van Gogh hebben laten inspireren waren de zusjes Adriana (‘Adri’) Jacoba (1894-1982) en Elisabeth Maria Margaretha (‘Gretha’) Pieck (1898-1920).
Adri en Gretha hadden een artistieke opvoeding gekregen van hun ouders in tekenen, verhalen schrijven en muziek maken. Hun vader Antonie Franciscus Pieck (1865-1925) was naast hoofd van een school tevens ‘tekenaar, schrijver, dichter en wellicht filosoof’. Vader en moeder woonden met vier dochters tot 1905 in Amsterdam, daarna in Bussum. De familie Pieck had een grote liefde voor alles dat leefde. Adri en Gretha trokken er dan ook veel samen op uit om de omgeving van Bussum te vereeuwigen via hun schilderingen en tekeningen. Naast het onderricht van hun vader, kregen zij op vroege leeftijd al schilderlessen van de Larense landschapschilder W.A. Knip.
Adri studeerde tussen 1909 tot 1911 aan de Rijksacademie in Amsterdam, daar kreeg zij veel les van professor Carel L. Dake. Na haar studietijd werd ze lid van Sint Lucas en later van de Gooise Schildersvereniging. Gretha studeerde niet aan een academie, maar volgde lessen in het atelier van de Larense graficus Toon de Jong tussen 1916 en 1919. Gretha stierf op 31 maart 1920 plotseling aan de Spaanse Griep. In haar korte leven heeft zij ongeveer 300 werken gemaakt.
Het werk van Gretha wordt over het algemeen hoger gewaardeerd dan dat van haar zus. Naast een beter gevoel voor vorm en perspectief, zal de grote mate van symboliek in haar tekeningen veel waardering hebben gekregen.
Opvallend is dat beide zusjes Van Goghs werk echter op totaal verschillende manieren tot uiting hebben gebracht. In tegenstelling tot Adri, liet Gretha, die voornamelijk etsen en pentekeningen maakte, zich waarschijnlijk meer leiden door van Goghs symboliek dan door zijn beeldtaal van stevige kleurgebruik en expressieve toets.
Tekst: Sarah Thurlings-Heijse. Uit: Margriet van Seumeren, Sarah Heijse en Nikkie Herberigs, Gooise vrouwen in de kunst (2008).
Kijk voor meer informatie op de website van Historische Kring Bussum.
Publicatiedatum: 09/12/2014
Vul deze informatie aan of geef een reactie.