De vrouw met de lamp
Bijna ieder verhaal dat gaat over de geschiedenis van de verpleegkunde begint met Florence Nightingale (1820-1910). Deze wereldberoemde Engelse verpleegkundige is beter bekend als ‘De vrouw met de lamp’ (The lady with the lamp). Tijdens de Krimoorlog (1853-1856) deed ze haar ronde langs de patiënten met een lantaarn. Een feit dat de dichter Henry Wadsworth Longfellow (1807-1882) verwerkte in het aan haar opgedragen gedicht Santa Filomena: (..) A Lady with a Lamp shall stand, In the great history of the land, A noble type of good, Heroic womanhood.(…) Nightingale wordt beschouwd als de grondlegger van de moderne verpleegkunde. De Internationale Dag van de Verpleging vindt daarom ook plaats op haar geboortedag: 12 mei.
Als jonge vrouw toonde Florence al interesse in het lot en de verzorging van de armen, gewonden en zieken. Haar deftige welgestelde familie was hier erg op tegen. Als protest tegen de restricties als vrouw schreef ze op 22-jarige leeftijd het feministische boek ‘Cassandra’. Daarnaast deed ze ervaring op in het verzorgen van zieken in een Duits diaconessenhuis, bij de Franse zusters van St. Vincent de Paul en in een ziekenhuis in Londen.
Tijdens haar leven was ze internationaal bekend en heeft ze velen ervan overtuigd dat vrouwen ‘echt werk’ kunnen doen. Veel staatshoofden, waaronder de Nederlandse koningin Sophie van Württemberg (1818-1877), kwamen bij haar voor advies.
Rust, Reinheid en Regelmaat
Florence formuleerde de basisprincipes van verzorgen in haar boek ‘Notes on nursing: what it is and what it is not.’ Het boek werd voor het eerst in 1859 uitgegeven en internationaal gezien als het eerste handboek waar verpleegsters les uit konden krijgen.
Hierin doet ze een aantal suggesties met betrekking tot de indeling van het ziekenhuis die inmiddels vanzelfsprekend zijn geworden, zoals het belang van licht, goede ventilatie en afzonderlijke afdelingen om besmettingen te voorkomen. Voor een goede gezondheid beschrijft ze in haar boek in totaal zes punten. In Nederland werden deze vertaald naar het welbekende: Rust, Reinheid en Regelmaat.
Het Florence Nightingale Instituut (FNI) is het Nederlandse online kenniscentrum over de geschiedenis van de verzorging en verpleging. Zij hebben hun naam gekozen als eerbetoon aan Florence. Het instituut verzamelt, onderzoekt en draagt kennis uit over het verpleegkundig erfgoed.
De eerste opleidingen
Aan het eind van de negentiende eeuw werden de eerste opleidingen voor verpleegkundigen opgericht. Jeltje de Bosch Kemper (1836-1916), Anna Reynvaan (1844-1920) en Frederike Meyboom (1871-1971) speelden hierbij een grote rol.
Feministe Jeltje de Bosch Kemper was een voorvechter van vrouwenrechten en medeoprichtster van de Algemeene Nederlandsche Vrouwenvereeniging ‘Tesselschade’. De vereniging had als doel om “het lot te verbeteren van beschaafde maar onbemiddelde vrouwen door hen te helpen in eigen onderhoud te voorzien”. Jeltje zette zich vanaf 1878 in voor een opleiding voor verpleegsters.
Anna Reynvaan was één van de eerste vrouwen die slaagde voor het verpleegsterdiploma van het Witte Kruis. Daarnaast was ze adjunct-directrice van het Wilhelmina Gasthuis en het Buitengasthuis in Amsterdam (voorlopers van het huidige Academisch Medisch Centrum (AMC) ). Mede dankzij haar ontwikkelde de verpleging zich tot een volwaardig beroep waarmee een inkomen te verdienen was.
Samen waren Jeltje en Anna de oprichters van het ‘Maandblad voor Ziekenverpleging’ en zaten lange tijd in de redactie. Op 15 september 1890 verscheen dit eerste vakblad in Nederland. Het tijdschrift informeerde verpleegsters en verplegers over de ontwikkelingen in de ziekenverpleging. Het was de voorloper van het huidige Tijdschrift voor Ziekenverpleging (TvZ). Het tijdschrift was honderd jaar lang de enige van zijn soort op de Nederlandse markt.
Vrouwen en mannen in de zorg
Rond de eeuwwisseling werden er tal van medische ontdekkingen gedaan en groeide het aantal ziekenhuizen. Hiermee groeide ook de vraag naar geschoold personeel om voor de patiënten te zorgen. Vooral vrouwen uit de middenklasse hadden belangstelling voor de zorg, dit kwam mede door de opkomst van de vrouwenemancipatie.
In de periode 1850-1966 werden vrouwen die werkzaam waren in de zorg verpleegster genoemd en mannen verpleger. In de psychiatrie en bij de ambulancedienst van het Rode Kruis waren er verplegers in dienst, maar de zorg bleef overwegend een vrouwenberoep. Vroeger lag de zorg ook deels in handen van geestelijken, waardoor verpleegkundigen vandaag de dag soms nog worden aangesproken met zuster of broeder.
Het verpleegkundig insigne
Het opspelden van het insigne was een hoogtepunt bij de diplomering van elke verpleegkundige. Het vormde een belangrijk onderscheidingsmiddel en zorgde ervoor dat niet iedereen zich zomaar kon voordoen als verpleegster. De eerste insignes waren bescheiden witte ivoren kruisjes en werden vanaf 1883 uitgereikt. Verpleegsters droegen ze op hun uniform onder de kin en waren zo herkenbaar als gediplomeerd verpleegkundige. Vanaf 1921 werden er overheidsinsignes uitgedeeld met daarbij een draagverplichting om fraude te voorkomen. Wie het speldje tijdens zijn of haar werkzaamheden niet droeg, was strafbaar.
Pas vanaf 1967 kwam er op het insigne ‘Verpleegkundige’ te staan. Bepaalde symbolen duiden de specialisaties van de draagster aan. Zoals op het verpleegkundig insigne van Dorian van Amelsvoort uit 1972, waarbij de twee stippen staan voor de kinderaantekening. Door deze symbolen konden artsen en andere collega’s in één oogopslag zien welke kennis de verpleegkundige had. Tijden veranderden en zorgmedewerkers buiten het ziekenhuis droegen tijdens het werk steeds vaker hun eigen kleding, waardoor het insigne in de kast bleef liggen. De draagplicht verviel daarom in 1977. Vanaf 1996 worden er weer insignes uitgereikt tijdens de diplomering. Er zijn vijf verschillende ontwerpen met een uitgestoken hand en elk opleidingsniveau heeft een eigen kleur.
Podcast: Jouw Geschiedenis, Onze Zorg
In de vierdelige Jonge Historici-podcastserie Jouw Geschiedenis Onze Zorg gaat Hugo Schalkwijk in gesprek met een verpleegkundige uit het veld en duikt in de geschiedenis én de toekomst van de zorg. De eerste aflevering: Zorgmedewerker als held? gaat over de COVID-19 pandemie en of de waardering van de zorg voorgoed is veranderd. In aflevering twee De verpleegkunde als vrouwenberoep? worden de grote leiders uit de geschiedenis van de verpleegkunde besproken. Vooroordelen over de psychiatrie komen naar voren in aflevering drie: Verpleegkundigen in de psychiatrische zorg. En in de laatste podcast uit de serie staat de Geschiedenis van handicap centraal.
Auteur: Judith van Amelsvoort, met dank aan Dorian van Amelsvoort en Esther Lodeweegs.
Omslagfoto: Florence Nightingale als de ‘lady with the lamp’, ca. 1839-1854. Beeld: Wikimedia Commons, CC BY 4.0.
Bronnen:
- Het Florence Nightingale Instituut
- Florence Nightingale, Notes on nursing: what it is and what it is not.
- Stichting Historisch Verpleegkundig Bezit
- Canon van de Verpleegkundigen
- Wikipedia: Florence Nightingale, Verpleegkundige, Anna Reynvaan, Geschiedenis van de verpleegkunde, Jeltje de Bosch Kemper, Frederike Meyboom
- Handen uit de mouwen – 150 jaar verpleegkundig uniform in Nederland
Publicatiedatum: 12/05/2022
Vul deze informatie aan of geef een reactie.