Amsterdamse School
In 1920 was het Provinciaal Waterleidingbedrijf van Noord-Holland (PWN) van start gegaan. Een belangrijk doel was om het platteland van schoon drinkwater te voorzien. Tot die tijd waren drinkwaterbedrijven particuliere initiatieven die vooral de winstgevende gebieden exploiteerden, ofwel gemeentelijke bedrijven die vooral het belang van de eigen inwoners dienden. De PWN begon al spoedig met de bouw van watertorens op het platteland. De toren in Kwadijk was de eerste naar een ontwerp van de PWN ingenieur B.F. van Nievelt. De architectuur van deze achtkantige toren is verwant aan de Amsterdamse School, met vele ornamenten in Art Déco stijl. Enkele jaren later volgden ontwerpen van Van Nievelt voor de watertorens Wieringerwaard (1929) en Hoogkarspel (1931).
Zonnebaden
Cees Lenstra (1924) kwam als vierjarige naar Kwadijk en kreeg als een van de weinige dorpsbewoners regelmatig de kans om door de statige dubbele paneeldeur de toren binnen te stappen. Zijn moeder, jong weduwe geworden, was jarenlang huishoudster voor opzichter Tromp. ‘Ik heb vaak genoeg die bijna 200 traptreden gelopen om boven van het prachtige uitzicht te genieten. Gewoon door het raam kijken hoor. In het dak zat een luik, maar ik had nooit de moed om daar doorheen te gaan. Dat durfde de zoon van Tromp later wel. Die lag bij mooi weer bovenop het dak van de toren te zonnebaden.’
Zes bouwlagen
De toren had, vanaf beneden bezien, eerst drie lagen van acht meter hoog, telkens met een tussenvloer die op vier massieve betonnen kolommen rustten. Dan kreeg je een vier meter hoge lekvloer, onder de twee waterbakken. Ook de twee bassins van gewapend beton en elk met 500 kuub inhoud, stonden in ruimten van acht meter hoog. Aan de bovenkant van de bovenste bak was een bordes, zodat je in het bassin kon kijken. Een achthoekige betonnen kap dekt de zes bouwlagen af en als kroon prikt een metalen koepel boven de kap in het luchtruim.
Moffenhuisje
In de jaren 1940 – 1945 is de toren op de derde verdieping als wacht- en uitkijkpost voor Duitse soldaten gebruikt. Ook de dienstwoning bij de toren was gevorderd door de bezetter en stond na de oorlog onder Kwadijkers nog jarenlang bekend als ‘het moffenhuisje’. In de loop der jaren kreeg de toren zoveel gebreken dat in 1957 een grondige restauratie nodig bleek. De stalen ramen met blauw glas werden vervangen door ramen van schokbeton. Ook in 1987 zijn nog reparaties uitgevoerd, onder andere aan de betonnen kolommen. In 1995 is de toren buiten werk gesteld.
Hangende kamers
In 1996 zet de PWN tegelijkertijd vijf watertorens in de verkoop: in Kwadijk, Bussum, Wieringerwaard, Aalsmeer en Hoogkarspel. Voor de toren in Kwadijk waren maar liefst 88 inschrijvingen. Marc en Lilian Speeckaert trokken de aandacht met hun gedetailleerde ontwerp en uitgewerkt per verdieping, de commissie gunde hen de koop. Het echtpaar maakte hun ambitie waar door in vijf jaar tijd de 6000 kuub inhoud om te toveren tot een riant woonpaleis met ‘hangende kamers’ en een lift in het hart van de toren. Fraai detail: het ligbad in de badkamer wordt geflankeerd door de twee robuuste waterleidingbuizen van weleer waardoor in oude tijden het drinkwater voor de regio naar boven werd gepompt. met In 2000 ontvingen de eigenaren de tweejaarlijkse Watertorenprijs voor de wijze waarop zij een nieuwe bestemming hebben gegeven aan dit monumentale baken van Kwadijk.
Tekst: Anita Blijdorp | Schrijfwerk!
Met dank aan: Margreet Lenstra en Cees Lenstra.
Archief NV PWN
Bronnen:
H.P.G. de Boer (red.), Watertorens in Noord-Holland, 1991. Uitgave van Provincie Noord-Holland. Website Oudheidkundig genootschap Oud-Quadyck Van watertoren tot paleis, in: Terdege, 25 februari 2004. Watertoren Kwadijk. In: PWN Wereld, jrg. 10 (1958), nummer 5.
Publicatiedatum: 21/02/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.