De koepel
In 1638 bouwden de zwagers De Clercq en Van Beek een stenen koepel op een hoge duin op hun overplaats. In de gebrandschilderde glazen werden de namen en zinnebeelden en motto’s van beide gezinnen weergeven. Dit hoge punt gaf een weids uitzicht op de zee en over land richting Haarlem.
Beek, Overbeek en Lindenheuvel
In 1796 werd de Beek inclusief Overbeek eigendom van Jan Messchert van Vollenhoven. Hij kocht ook het aangrenzende grondgebied genaamd Lindenheuvel van David van der Poorten, die het terrein had gecultiveerd en beplant met onder andere linden. Ook had hij er een koepel gebouwd. Het gebied van Overbeek en Lindenheuvel werd in 1839 gekocht door mevrouw Borski-Van de Velde. Een deel van het gebied was toen al door Zocher aangelegd in landschappelijke stijl.
De nieuwe eigenaresse liet in 1840 voor haar zoon David het huis Overbeek bouwen naar ontwerp van architect Isaac Warnsinck. Ten noorden van het huis bouwde hij ook een stal met koetshuis, koetsierswoning en aangebouwde oranjerie. De naam van het huis zou echter nog voor 1849 veranderen in Lindenheuvel.
Verdwenen koepel en schilder Ruisdael
Door de vermenging van de Lindenheuvel en Overbeek is niet helemaal duidelijk hoe het de koepel op het duin op Overbeek is vergaan. Er is in de loop der geschiedenis sprake van verschillende koepels, horend bij Beek, Overbeek en Lindenheuvel. Mogelijk is de zeventiende-eeuwse koepel in de achttiende eeuw vervangen. De koepel op de tekening van Muntz uit 1772 lijkt eerder achttiende- dan zeventiende-eeuws. Het kan ook de koepel van Van der Poorten zijn. Rond 1860 werd er op Lindenheuvel/Overbeek in ieder geval een koepel afgebroken ten behoeve van de aanleg van een ijskelder. Hoe het ook zij, de koepel, is verdwenen.
Het zeventiende-eeuwse uitzicht dat men vanuit de koepel had leeft echter voort in twee schilderijen van Jacob van Ruisdael uit 1670 van gezichten op Haarlem uit het noordwesten, te zien in het Rijksmuseum en het Mauritshuis.
In 1900 werd voor een van de dochters Van der Vliet-Borski door architect Abraham GBzn. Salm een nieuw huis op het landgoed gebouwd. Dit huis kreeg nu de naam Lindenheuvel en huis Overbeek kreeg zijn oorspronkelijke naam weer terug. Huis Overbeek kreeg een gering oppervlakte aan grond toebedeeld en werd verhuurd tot 1951. Daarna werd het gekocht door H. Wamsteker, die het huis en de tuinen opknapte. De stal en oranjerie ten noorden van het huis werden door dhr. Nauwelaerts de Agé gekocht en kregen na een ingrijpende verbouwing de functie van sportacademie. De functionele en fysieke relatie tussen hoofd- en bijgebouwen is daarmee verloren gegaan, maar het maakt sporten op een buitenplaats mogelijk voor iedereen.
Het huis Overbeek is een rijksmonument. De tuinaanleg is niet beschermd. Het is particulier bezit en niet toegankelijk voor publiek.
Landschap Noord-Holland / Cultuur Compagnie
Literatuur:
- Bertram, Christian. Noord-Hollands Arcadia. Ruim 400 Noord-Hollandse buitenplaatsen in tekeningen, prenten en kaarten uit de Provinciale Atlas Noord-Holland. Met een bijdrage van Erik A. de Jong. Alphen aan den Rijn: Canaletto, 2005, 173-174.
- Luyken, Wim van. ‘David Borski plantte in 1860 “Wellingtonia” op Overbeek’. Ons Bloemendaal 20.2 (1996): 12-13.
- Vrijland, C.W.D. ‘Overbeek en Lindenheuvel’. Haerlem Jaarboek 1958(1959): 86-100.
- Vrijland, C.W.D. ‘De Beek’, Jaarboek Haerlem 1989(1990): 68-85.
- www.familiedeclercq.nl/nl/geschiedenis/buitenplaatsen/clerck-en-beeck.html
Publicatiedatum: 30/04/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.