De geschiedenis
Crailoo wordt voor het eerst in 1628 genoemd als Kiliaen van Rensselaer de buitenplaats Crailoo koopt. De familie Van Rensselaer heeft het landgoed ruim twee eeuwen in hun bezit gehad. In deze periode wordt Crailoo opgesplitst in een Noord- en Zuid-Crailoo, waarbij de eigenaren van deze buitens vaak broers of neven van elkaar zijn.
Vanaf 1820 lijkt de familie Van Rensselaer Crailoo verkocht te hebben. Verschillende eigenaren bezitten afzonderlijk Noord- en Zuid-Crailoo. Rond 1852 koopt Lambertus Langerhuizen Zuid-Crailoo en laat er in 1856 het huidige landhuis bouwen (tegenwoordig Oud-Crailoo). Ook wordt op het landgoed een landschapspark aangelegd, ontworpen door J.D. Zocher jr. Mogelijk is hij ook degene die het landhuis heeft ontworpen.
Pieter Langerhuizen: buitenplaats met museum
Pieter Langerhuizen erft Zuid-Crailoo van zijn vader en koopt in 1879 ook Noord-Crailoo. Vanaf dat moment is Crailoo weer één landgoed. Pieter Langerhuizen neemt de bebouwing op Crailoo flink onderhanden. Architect Muysken kreeg de opdracht om een koetshuis met stallen en een koetsierswoning te bouwen (1881). Museumlaan 2 is daar nog van over. Ook werd in 1890 een tuinmanswoning gebouwd (Museumlaan 3). Op het terrein van Noord-Crailoo bouwt Langerhuizen een museum voor zijn uitgebreide collectie Nederlandse kunst. Dit museum is verdwenen en delen van zijn collectie zijn nu onderdeel van de Nederlandse kunstcollectie.
Aan het einde van zijn leven verkoopt Pieter Langerhuizen Crailoo in stukken en tussen 1918 en 1978 wisselt Oud-Crailoo veel van eigenaar. In 1923 wordt het huis verbouwd door architect W.J. Hamdorff, waarbij de voordeur is verplaatst naar de noord-westelijke gevel. Tegen de tuinzijde (Zuid-West) wordt een veranda met bovenliggend balkon aangebouwd. Ook de tuin wordt onder handen genomen en in in 1929 opnieuw aangelegd.
Beschrijving
De buitenplaats Crailoo ligt langs de Museumlaan. Het landhuis Oud-Crailoo is twee bouwlagen hoog (begane grond en eerste verdieping) met een kap. De muren zijn bepleisterd en witgeschilderd en de gevels zijn gedecoreerd met pilasters en cordonlijsten. De ramen en deuren hebben profiellijsten.
Het huis heeft een bijna rechthoekige plattegrond met een halfronde serre tegen de zuid-oostelijke gevel. De hoofdentree is omlijst door Dorische pilasters en een eenvoudige kroonlijst. De tuingevel wordt bepaald door de veranda met een bovenliggend balkon. Aan weerszijde van de veranda is een trap gemaakt die de tuin inloopt.
In de tuin zijn sporen te vinden van het landschapontwerp van J.D. Zocher jr. De lindenlaan, die loopt vanaf de Beukenlaan naar de hoofdentree samen met de gebogen oprijlaan vanaf de Museumlaan, zijn hier een restant van. In de tuin achter het huis is een trapeziumvormig grasveld aangelegd met in het midden een vijver. De solitude bomen zijn ook overblijfsels van het vroegere ontwerp van Zocher.
Met een wandeling over de Museumlaan, bewandelt u de scheiding tussen de beide Crailoo’s. Buitenplaats Oud-Crailoo is gesloten voor het publiek. Vanaf de straat kunt u wel het landhuis zien en een deel van de tuinaanleg.
Cultuurcompagnie Noord-Holland
Literatuur:
- Beek, Paul van, Historisch onderzoek naar Oud Crailoo te Huizen, 2005 (ingebonden documentatiemap RCE)
- Bertram, Christian, Noord-Hollands Arcadia, Alphen aan de Rijn, 2005 p. 80
- Kooyman- Van Rossum, A.P. en D.F. Winnen, ‘Crailo, geschiedenis van een landgoed (deel 1), in Tussen Vecht en Eem, 4 (1986) nr 3, pp 155-175
- Kooy-Van Rossum, A.P. en D.F. Winnen, ‘Crailo, geschiedenis van een landgoed (deel 2), in Tussen Vecht en Eem, 4 (1986) nr 4, pp 203-215
Publicatiedatum: 30/04/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.