De schilderskist van zijn oom
Appels carrière als kunstenaar begon bij de schilderskist van zijn oom. De broer van zijn moeder was een toegewijde amateurschilder en nam de jonge Karel Christiaan Appel zo nu en dan mee de natuur in om impressionistische landschappen à la Monet te schilderen. Appel werd op 25 april 1921 in de Dapperstraat 7 in Amsterdam geboren. Zijn vader had een kapperszaak en zag zijn zoon het liefst daar werken. Karel Appel droomde echter van iets anders en richtte zich op de schilderkunst, waarop zijn ouders hem uit onvrede over deze beroepskeuze het huis uit zetten. “Toen ben ik op straat gaan leven, want als schilder ben je gedoemd als zwerver te leven in Nederland”, bromde de later beroemde kunstenaar.
Volkskunst, kindertekeningen en een controversiële beurs
Van 1942 tot 1944 zat Karel Appel op de Rijksacademie in Amsterdam. Hij ontmoette hier Corneille, een schilder die in dezelfde periode kunstcursussen volgde. Beiden zetten zich af tegen de traditionele kunstopvattingen van de kunstacademie. Zo begon Appel te experimenteren met nieuwe vormen, beïnvloed door het kubisme van Pablo Picasso. Net als de Spaanse kunstenaar liet hij zich inspireren door primitieve volkskunst en creëerde een eigen beeldtaal, waarbij hij tevens inspiratie uit kindertekeningen haalde.
Het werd de kunstenaar later behoorlijk kwalijk genomen aan de rijksacademie te hebben gestudeerd ten tijden van de Duitse bezetting. Appel kon zijn opleiding namelijk alleen betalen met behulp van de door de Duitsers ingestelde beurs. Hij koos ervoor deze niet te weigeren. Tijdens de Hongerwinter vertrok hij uit Amsterdam, bang om door de bezetters opgepakt te worden, en verbleef met zijn broer in Heerenveen. In ruil voor onderdak en voedsel schilderde hij landschappen voor de lokale boeren. Ook na de oorlog leefde de kunstenaar nog lange tijd in armoede.
Constant, Corneille en Cobra
Na een reis met Corneille naar achtereenvolgens Luik en Parijs, waar de kunstenaars hun werk exposeerden, kwam Appel in 1948 in contact met kunstenaar, auteur en muzikant Constant Anton Nieuwenhuys. In deze tijd begon Appel ook met beeldhouwen, waarvoor hij veelal afvalhout gebruikte. Samen met onder andere Constant en Corneille richtte Karel Appel de ‘Experimentele Groep in Holland’ op. Andere kunstenaars en dichters sloten zich aan en er werd contact gemaakt met vergelijkbare bewegingen in Denemarken en België. Na een congres van surrealisten in Parijs werd vervolgens de avant-gardistische kunstenaarsbeweging Cobra (1948-1951) opgericht.
Nederland moest echter niks hebben van vernieuwingen in de kunst. Althans, niet die van Karel Appel en de Cobrabeweging. Appels drang naar vernieuwing en experimentele kunstwerken stuitte op veel weerstand. Het Vrije Volk had het over ‘Knoeiers, kladders en verlakkers’ en het Christelijke tijdschrift ‘Op den uitkijk’ vond dat ze hun werken maar beter in het IJ konden gooien. De kunstenaars werden voortdurend uitgescholden. Dat ze in het Stedelijk Museum van Amsterdam mochten exposeren, zorgde dan ook voor veel verbazing. Een succes werd het niet. De tentoonstelling werd een schandaal. Teleurgesteld richtte Karel Appel zich vanaf 1950 op Parijs.
Internationaal succes
Appels expressieve werken, waar unieke dierachtige kinderwezens in sprekende kleuren, eenvoudige vormen en dikke lijnen een hoofdrol spelen, werden in Parijs beter ontvangen. De Cobrabeweging viel in 1951 uiteen, maar dit hield Karel Appel niet tegen te blijven streven naar vernieuwing. De schilder bleef experimenteren, schilderde spontaner, bracht steeds dikkere lagen verf aan en hield vast aan krachtige overlappende lijnen en vlakken. Hij maakte ook steeds meer sculpturen in een zelfde grove kleurrijke stijl. Ondanks Appels fameuze uitspraak, “Ik rotzooi maar wat aan”, zijn er wel degelijk doordachte composities in zijn werken te zien. Zijn eigen opmerking heeft de schilder nog lang achtervolgd. Het was voor veel Nederlanders een bevestiging dat hij, zo werd gedacht, inderdaad maar wat rotzooide.
In de jaren vijftig, vanaf het moment dat Appel zich in Parijs had gevestigd, brak de kunstenaar wereldwijd door. Grote solotentoonstellingen, prestigieuze prijzen en eervolle opdrachten markeerden het begin van zijn internationale en succesvolle carrière als kunstschilder, beeldhouwer, tekenaar en dichter. Eind 1950 maakte hij met Hugo Claus een aantal geïllustreerde gedichten en hij werkte nog steeds samen met andere kunstenaars, waaronder Corneille en Constant.
Experimentele jazzmuzikanten en succes in Nederland
Het samenwerken met andere kunstenaars, ook uit andere disciplines, is iets wat typerend is voor Karel Appel. Net als de dikke lagen verf, vaak direct vanuit de tube aangebracht en bewerkt met zijn handen. In 1957 stak hij de Atlantische oceaan over en vestigde zich in New York. Hij kwam hier in aanraking met verschillende jazzmusici, wiens experimentele manier van werken hem erg aansprak.
In 1968 wist zijn succes eindelijk ook Nederland te bereiken. Appel kreeg dat jaar een solotentoonstelling in het Stedelijk Museum, waarna meerdere exposities in België en Nederland volgden. Het bleef echter een langzaam proces. Pas in de jaren tachtig zorgden de vernieuwingen in zijn werk voor een herwaardering. In de jaren zeventig lag de nadruk nog op de schilderachtige elementen in zijn werk. De verflagen werden alsmaar dikker, waardoor de uitbundige kleuren door elkaar heen gingen lopen. In de jaren tachtig koos Karel Appel voor meer geladen onderwerpen dan dieren, gezichten en stillevens. Denk bijvoorbeeld aan zijn ‘Oorlog en honger’ uit 1983. Een verandering die blijkbaar gewaardeerd werd in zijn geboorteland.
Des te ouder
Ondanks zijn aanvankelijk slechte relatie met Nederland schonk hij veel werken aan onder meer het Cobramuseum in Amstelveen, het Stedelijk Museum in Amsterdam en het Gemeentemuseum in Den Haag. Nog steeds zijn hier werken van de uiteindelijk wereldberoemde kunstenaar te bezichtigen.
Tot zijn overlijden in 2006 bleef de kunstenaar zich ontwikkelen in zijn werk. “Des te ouder ik word, des te sneller vernieuw ik”, zei Karel Appel. De drang naar vernieuwing is zijn hele leven gebleven.
Bronnen
- Karel Appel, http://www.kunstbus.nl/kunst/karel+appel.html
- Karel Appel, http://www.gemeentemuseum.nl/tentoonstellingen/karel-appel
- Collectie, Karel Appel, http://www.cobra-museum.nl/nl/collectie.html
Publicatiedatum: 14/01/2016
Vul deze informatie aan of geef een reactie.