Van koophandel naar tekenacademie
Twee jaar nadat Jan Willem Pieneman in november 1779 in Abcoude werd geboren, overleed zijn vader. Eigenlijk zou Pieneman de koophandel in gaan, zo had zijn moeder bedacht, ware het niet dat de kunstenaar op jonge leeftijd al aanleg en interesse voor schilderkunst vertoonde. Hij ging naar de Amsterdamse Stadstekenacademie en behaalde daar in 1800 een gouden medaille. In de jaren die volgden ontving hij achtereenvolgens in 1801 en 1804 de ereprijs uitgeloofd door de Maatschappij Felix Meritis en de eerste prijs bij de Leidse Academie.
Succes met Waterloo en Quatre-Bras
Pieneman behaalde Europese roem met de historische voorstelling over het wapenfeit van de prins van Oranje tegen Napoleon bij de slag bij Quatre-Bras op 16 juni 1815. Hij schilderde dit werk tussen 1817 en 1818 voor de grote zaal van Paleis Soesdijk. Blij met dit succes, schilderde de kunstenaar in 1824 een groot schilderij over de slag bij Waterloo. Het schilderij gaat over een keerpunt in de strijd tussen Napoleon en diens tegenstanders. Net op het moment dat de Fransen aan de winnende hand waren, maakte de strijd voor Napoleon een ongelukkige wending door de komst van het Pruisische leger. Centraal op het schilderij staat bevelhebber van de Brits-Nederlandse troepen, de hertog van Wellington. Hij kreeg op dat moment het bericht dat de Pruisische bondgenoten waren gearriveerd. De Nederlandse kroonprins, later Willem II, ligt linksvoor op de brancard. Willem I kocht het schilderij voor zijn zoon.
Portretten
Naast de befaamde historische stukken schilderde Jan Willem Pieneman ook veel portretten en enkele religieuze, mythologische en allegorische voorstellingen. Zo kun je in het Rijksmuseum te Amsterdam onder andere het bekende portret van de Nederlandse zeeheld Jacob Hobein zien uit 1832 of een wat ouder werk uit 1810, de zelfopoffering van predikant Hambroeck op Formosa in 1662.
Professor, leermeester en directeur
Pieneman deed meer dan alleen tekenen en schilderen. In 1805 werd hij tot tekenleraar aan de artillerie- en ingenieursopleiding in Amersfoort benoemd – later onder koning Lodewijk Napoleon deed hij dit in Den Haag. Hij vervolgde deze carrière als professor in de tekenkunst in Delft. Dit bleef hij doen tot Willem I hem in 1816 aanstelde tot onderdirecteur van het Koninklijke Kabinet van Schilderijen in Den Haag, tegenwoordig het Mauritshuis.
Twee jaar daarna werd de kunstschilder de eerste directeur van de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam, dat hij tot zijn overlijden in 1853 was gebleven. In de jaren veertig van de negentiende eeuw kwam daar het directeurschap van het Rijksmuseum in Amsterdam bij – toen nog in het Trippenhuis gevestigd. Pieneman is leermeester geweest van veel kunstenaars, waaronder zijn zoon Nicolaas Pieneman, zijn dochter Frederica Pieneman en Jozef Israëls.
Tekst: Liza Koppenrade
Bronnen:
- Rijksbureau van Kunsthistorische Documentatie. (z.d.). Jan Willem Pieneman. Geraadpleegd op 22 juli 2015, via: https://rkd.nl/nl/artists/63369
- A. J. van der Aa. (1872). Biografisch Woordenboek der Nederlanden. Geraadpleegd op 22 juli 2015, via: http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/vdaa/#source=aa__001biog18_01.xml&page=277&accessor=accessor_index
- Rijksmuseum. (z.d.). Jan Willem Pieneman. Geraadpleegd o 22 juli 2015, via: https://www.rijksmuseum.nl/nl/ontdek-de-collectie/overzicht/jan-willem-pieneman
Publicatiedatum: 22/07/2015
Vul deze informatie aan of geef een reactie.