
Niet veel mensen kunnen zeggen dat ze in een theehuis wonen, maar voor Diederik Festen is het niet eens de eerste keer. Op zijn achttiende verliet hij het ouderlijk huis en trok in een verbouwde theekoepel in Loenen aan de Vecht, vlak bij zijn geboorteplaats Loenersloot. ‘Tussen Loenen en Nieuwersluis in staat een heel klein wit theehuis, dat ooit bij een landhuis hoorde. Voor 250 gulden per maand kon ik dat huisje huren van de moeder van een vriendin. Dat was heel fijn.’
Jaren later, na omzwervingen in Australië, Amsterdam en Muiderberg, stuitte hij op een nieuw onderkomen: het Nimrod-Paviljoen aan de Hilversumse Regentesselaan. Daar woont hij sinds 2021 samen met zijn dochter. ‘Wat ik zo gek vind,’ zegt Diederik, terwijl hij naar de historische bouwtekeningen kijkt, ‘is dat iedereen dit altijd een theehuis noemt, terwijl het overal staat aangegeven als paviljoen. Paviljoen is een term voor een bepaalde bouwstijl. Alles kan een paviljoen zijn, als het maar vrijstaand is en een veranda heeft. Thee werd er misschien niet eens geschonken.’

Diederik Festen voor de ingang van het Nimrod-Paviljoen. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Wijnkelder en cacaosalon
De oude bouwtekeningen laten zien waar het paviljoen vroeger wél voor gebruikt werd. De woonkamer staat aangegeven als ‘bodega’. ‘Dat is een Spaans woord voor wijnproeverij. Ernaast zat de keuken, die ik zelf ook als keuken gebruik. Onder het huis zit nog een bier- en ijskelder met een gewelfd plafond, voor de opslag van eten en drinken.’ De kelder werd pas na de opening toegevoegd, samen met een kinderspeelplaats in de tuin. Op de eerste verdieping bevonden zich een aantal vertrekken voor overnachtingen.

De oude keuken van het paviljoen is nog steeds als keuken in gebruik. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
De slaapkamer van Diederiks dochter wordt op de bouwtekeningen als ‘cacaosalon’ aangeduid. ‘Blijkbaar was warme chocolademelk toen zó in, dat er een speciale zaal voor nodig was,’ vertelt Diederik lachend. Later veranderde de cacaosalon in een ‘damessalon’, zo blijkt uit een advertentie uit 1905. Deze had zelfs een eigen toilet. ‘Wat nu mijn badkamer is, waren oorspronkelijk een dames- en een herentoilet. Daarom zitten er nog steeds twee raampjes in de muur. Het damestoilet had alleen een ingang via de damessalon.’ Deze indeling bood wellicht een slimme oplossing om ongemakkelijke of ongewenste situaties te voorkomen, geheel passend bij de tijd.

De originele bouwtekeningen van het Nimrod-Paviljoen. In de tekening linksonder zijn de namen van de kamers op de begane grond te lezen (klik om te vergroten). Collectie Streekarchief Gooi en Vechtstreek.
Muzikale matinees
Het paviljoen was bij de opening in 1901 dé attractie van het nieuw aangelegde Nimrodpark in de villawijk Trompenberg. Het openingsconcert door het muziekkorps van de Amsterdamse schutterij lokte ‘een talrijk en zeer deftig publiek’ naar het nieuwe etablissement, dat ‘zeer aangenaam gelegen’ en ‘door opgaand geboomte goed beschut’ was. Niet voor niets zag Het nieuws van den dag de toekomst van het paviljoen zonnig in: ‘In de nabijheid van de uitgestrekte wandelingen van het “Spanderwoud” zal het paviljoen zeker een groote aantrekkelijkheid krijgen.’

Exploitatieplan voor villabebouwing van het Nimrodpark, 1899. Collectie Streekarchief Gooi en Vechtstreek.
De realiteit bleek weerbarstiger. In de jaren na de opening werden meerdere matinees en tuinfeesten met muziek georganiseerd. Hoogtepunt was een benefietconcert ten bate van de slachtoffers van een brand in Vriezenveen, waarbij de tuin van het paviljoen prachtig versierd was met lichtjes. ‘Het leek wel of één der sprookjes uit de “Duizend en één Nacht” werkelijkheid geworden was’, schreef De Hilversumsche Courant in juni 1905. Hoewel hier veel publiek op af kwam, viel de opkomst bij andere concerten dikwijls tegen. ‘Jammer dat het bezoek zoo gering was, wat ontmoedigend werken moet op den eigenaar’, berichtte De Gooi- en Eemlander na een ander concert in juli.
Een jaar later verscheen een advertentie voor een nieuw café-restaurant van de eigenaar van het Nimrod-Paviljoen. Met onderaan de onheilspellende tekst: ‘Van af heden is het Nimrod-Paviljoen gesloten’. De inboedel van het paviljoen werd per opbod verkocht in een faillisementsveiling.

Prentbriefkaart van het Nimrod-Paviljoen, begin 20e eeuw. Privécollectie Diederik Festen.
Krakers in Villa Nimrod
Het voormalige theehuis werd in de verkoop gedaan als woonhuis, onder de nieuwe naam ‘Villa Nimrod’. Waarschijnlijk was het er prima vertoeven, totdat de Tweede Wereldoorlog uitbrak. ‘In 1945 is er een geallieerd bombardement op deze wijk geweest. De Duitsers zaten hier gestationeerd vanwege de omroepen en woonden zelf in de grote villa’s.’ Op dinsdag 20 maart 1945 vielen de bommen op Trompenberg. ‘Er was enorm veel glasschade aan dit pand. Daarna is het volgens mij wel weer opgeknapt, totdat in 1947 de bovenverdieping afbrandde. Toen is dit dak erop gezet, met dat gekke puntje.’
Sindsdien moet het paviljoen de eerste verdieping missen. Toch lieten volgende bewoners zich daar niet door afschrikken. ‘Het pand is een tijdje gekraakt geweest en in de jaren vijftig heeft er een schrijver gewoond, die hier een boek heeft geschreven. Maar uiteindelijk kwam het in bezit van de familie Brenninkmeijer, de eigenaars van C&A. Ze woonden in het huis hiernaast en gebruikten het paviljoen als logeerplek. Als er met kerst familie uit Duitsland overkwam, zaten ze in dit huisje. Een scheiding tussen de twee tuinen was er niet meer.’

Na het afbranden van de eerste verdieping is er een puntdak op het paviljoen geplaatst. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Gered van de sloop
Dat leidde ertoe dat de tuin van Diederik nu een stuk kleiner is dan hij eigenlijk zou moeten zijn. ‘Ze hebben aan het grote huis een uitbouw gemaakt, die over de originele erfgrens tussen de percelen heen staat. Daardoor kan het nu niet meer terug naar de oorspronkelijke staat.’ Toen de oude mevrouw Brenninkmeijer in 2017 overleed, zijn de percelen weer opgesplitst. Het paviljoen kwam in handen van een ondernemer, die al meerdere oude huizen in de wijk had opgekocht om af te breken. Ervoor in de plaats bouwde hij nieuwe bejaardencomplexen, waar hij veel geld aan verdiende.
‘Dat wilde hij hier ook doen, maar toen is de buurt heel erg gaan protesteren. Omdat het waarschijnlijk een monument zou worden, maakte hij een nieuw plan. Hij wilde het hele paviljoen afbreken en vier meter verderop opnieuw opbouwen in oude stijl. Maar toen hij zich realiseerde dat het hem te veel geld ging kosten, wilde hij er gewoon vanaf.’ In mei 2020 kwam het paviljoen weer in de verkoop. Het heeft een jaar te koop gestaan voordat Diederik het ontdekte. ‘Hij vroeg een enorme prijs. Ik heb mijn hele hebben en houden ervoor verkocht, maar toen had ik het.’

De oude bodega van het theehuis is nu Diederiks woonkamer. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Bouwval met veranda
Dat bleek pas het begin van het werk. ‘Ik kwam er later achter hoe slecht de staat van het huis eigenlijk was. Je wil niet weten wat ik er allemaal aan heb moeten doen.’ De ellende begon direct nadat Diederik erin trok. ‘Ik heb de hele veranda rondom het huis opnieuw geschilderd, maar een jaar later zaten er allemaal blazen op de verf. Het hout eronder bleek flink rot te zijn. We hebben grote delen moeten vervangen.’ Ook de vloer van de veranda was een en al zand. ‘Gewoon een verkeerde constructie. Dat heb ik er allemaal uitgehaald en nu zit er een stevige constructievloer in.’

De veranda, die aan drie kanten rondom het huis loopt, is Diederiks grootste zorg. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Die veranda is een uniek element aan het huis, maar tegelijkertijd Diederiks grootste zorg. ‘In de winter is het helemaal beslagen, want dan trekt al het vocht uit het huis naar de koude veranda. Bij koud weer moet ik daar constant mee bezig zijn, want anders is het slecht voor het hout. Maar als je de veranda aanpakt, zijn wel gelijk drie kanten van je huis klaar.’ Verwarming is er niet, dus het is er nog aardig fris. Diederik gebruikt de veranda nu als parkeerplaats voor zijn motor en opslagplaats voor boeken en klusspullen. ‘Het is ook isolatie. Tussen mijn dubbel glas kun je lopen,’ lacht hij.

Op de veranda staan Diederiks motor en liggen stapels boeken. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Plaatje van een pand
Het nieuwe hout van de veranda moet nog even netjes in de verf gezet worden, maar dat is een klus voor later. ‘Ik heb vier jaar lang de lente, zomer en herfst gezwoegd, dus zit nu even in een rustperiode. In de winter doe ik niet zo veel.’ Vooral het eerste jaar heeft hij het druk gehad. Alleen al in de woonkamer moesten de muren kaalgekrabt, gestuct en geverfd worden, en moest er een nieuwe vloer en plafond in. Ook alle radiatoren in huis zijn vervangen, terug naar de oude stijl. Onder een laag afbladderde stuc op de gevel ontdekte hij prachtige bakstenen en zelfs een aantal originele tegeltableaus. ‘Die waren gewoon wit overschilderd. Ik heb alle verf er voorzichtig weer afgehaald.’

Boven de ramen bevinden zich originele tegeltableaus. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Zo doet Diederik zijn best om het pand weer in oude stijl te herstellen. Een grote wens is om uiteindelijk de eerste verdieping weer op te bouwen. Daarvoor heeft hij een bouwhistorisch onderzoek laten uitvoeren naar de architectuur van het paviljoen. ‘De eerste stap is om het puntige dak eraf te halen en er weer een plat dak op te leggen. Terug naar de basis.’ Omdat het paviljoen een gemeentelijk monument is, had dat nogal wat voeten in de aarde. Maar de vergunning is nu gelukkig rond. ‘De gemeente wil niets liever dan dat het paviljoen er weer helemaal staat zoals het ooit gebouwd is, want het is een plaatje van een pand.’

Nieuwe bouwtekeningen tonen hoe het paviljoen eruit kan zien als de bovenverdieping herbouwd wordt (klik om te vergroten). Getekend door architectenbureau A. van der Horst te Hilversum, in opdracht van Diederik Festen.
Ceremoniële plek
Hoewel Diederik de honderd vierkante meter extra woonruimte zelf niet nodig heeft, ziet hij wel een andere bestemming voor de eerste verdieping. ‘Wat ik eigenlijk heel graag wil, is hier ceremonies geven. Het is van oorsprong een theehuis, dus ik zou er graag weer een ceremoniële plek van maken.’ De eerste verdieping zou dan een grote open ruimte worden zonder binnenmuren, waarin deelnemers direct zicht hebben op de houten dakconstructie. ‘Ik kan ook een vergunning krijgen voor een yurt in de tuin. Dan wordt het paviljoen opnieuw een ontmoetingsplek, net als vroeger.’

De ingang van het paviljoen biedt een mooi contrast tussen oud en nieuw. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Tekst: Sarah Remmerts de Vries
Met dank aan Diederik Festen.
Bronnen:
- Annette Koenders, ‘Het Nimrodpark. De ontstaansgeschiedenis van “een boschrijk villapark en lommerrijk wandelpark”’, Eigen Perk 19 (1999) afl. 4, 147-157.
- J. de Jongh, ‘Hilversums historie. Bombardementen op de wijk Trompenberg’, Eigen Perk 13 (1993) afl. 2, 51-65.
- VIS Architecten, Paviljoen Nimrod.
- De Erfgoedstem, ‘Hilversum, Pas op! redt theehuis van de sloop’ (18 mei 2020).
- Het nieuws van den dag, 15-07-1901, via Delpher.
- De Gooi- en Eemlander, 30-07-1904, via Delpher.
- De Gooi- en Eemlander, 07-06-1905, via Delpher.
- De Hilversumsche Courant, 17-06-1905 via Diederik Festen.
- De Gooi- en Eemlander, 19-07-1905, via Delpher.
- De Gooi- en Eemlander, 06-06-1906, via Delpher.
- Algemeen Handelsblad, 06-06-1906, via Delpher.
- De Gooi- en Eemlander, 30-03-1907, via Delpher.
Publicatiedatum: 10/02/2025
Vul deze informatie aan of geef een reactie.