Honderden meters dik ijs
Tijdens het geologisch tijdvak Saalien, 200.000 tot 130.000 jaar geleden, waren er gletsjers in de Scandinavische landen en het poolgebied. Het was toen zo koud dat Scandinavië bedekt raakte met landijs met uitlopers die reikten tot in ons land. Het ijs kon wel honderden meters dik worden.
De torenhoge ijsmassa’s hadden een enorme kracht. En onderweg namen ze zand, zwerfkeien, keileem en leem mee en brachten het naar het Gooi. Met veel natuurgeweld baanden de ijstongen zich een weg door het landschap. Ze duwden bevroren grond voor zich uit en opzij.
Grindwinning
Op de Bussummer-en Westerheide is veel leem en grind gevonden. Het grind was ideaal voor het verharden van de wegen. De leem was goed voor de aardewerkbakkerijen. De oorspronkelijke boerenbevolking van Gooiland waren de Erfgooiers. Zij hadden het recht om op de heide schapen te hoeden en ook om grind af te graven. Om te voorkomen dat de hei werd leeggehaald door de grindwinning nam de voorganger van het Goois Natuurreservaat, Stichting Stad en Lande, maatregelen. De Erfgooiers mochten een beperkt aantal karrevrachten grind meenemen. De verkoop van het grind was een welkome aanvulling op de vaak geringe inkomsten van de Erfgooiers.
Meer weten over de geologische geschiedenis van het Gooi: Geologisch Museum Hofland te Laren.
Publicatiedatum: 17/05/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.