Geurende kruiden of een vette vis
De reizen naar de Oost en de exotische producten die mee kwamen naar Holland zoals specerijen, zijde en porselein kennen we allemaal als importproducten van de VOC. Volgens velen zijn dit de producten waarmee de handel in die tijd floreerde. De haring als goudmijntje is daarentegen minder bekend. De zoutharingvisserij was van grote economische betekenis aan het einde van de zestiende eeuw en dat zou jarenlang zo blijven.
Vis uit het buitenland?
Het is geen onbekend verhaal: Nederlanders leven al eeuwen lang van de visvangst. Maar wat je misschien niet weet, is dat de Nederlanders in de vijftiende eeuw eigenlijk afhankelijk waren van de Denen voor de import van haring. Er kwam veel meer vis uit het buitenland, dan dat er zelf gevangen werd! De vis werd via de Hanzesteden uit Skane (nu Zweeds gebied) geïmporteerd en was een belangrijke bron van voeding voor de Nederlanders. Vis moest na de vangst vrij snel van boord worden gehaald om verderf tegen te gaan. Vervolgens zorgde het kaken van de haring, het insnijden van de vis en het verwijderen van de ingewanden, voor langere houdbaarheid. Een logistiek proces dat de tijd op zee korter maakte dan gewenst. Het visje moest immers zo snel en vers mogelijk op ieders bord eindigen.
Innovatie en verdriet
De Nederlanders kwamen op het innovatieve idee om het kaken aan boord van hun schepen toepassen! De vissers konden dankzij dit gebruik langer op zee blijven, nieuwe visgronden ontdekken en meer vis in één keer aan land brengen. Een echte game changer, die ervoor zorgde dat Nederland in een klap de grootste haringleverancier werd voor Duitsland, Rusland en zelfs… Scandinavië. Juist: het tij was gekeerd. Geweldig voor de industrie en de inkomsten, maar minder mooi voor al die vissersvrouwen die hun mannen nu weken niet zagen… Tegen de tijd dat de mannen van zee kwamen, waren zij net zo zout als de vis en moesten zij de zoute tranen van de gezichten van hun geliefdes vegen.
Haringkaken aan boord
Hoe ging het in zijn werk? Na de vangst werd bij de haring direct aan boord de ingewanden en kieuwen verwijderd. Men liet de vis eerst goed uitbloeden en zodoende werd het vlees blank van kleur. De enzymen deden vervolgens de rest: deze zorgden voor het rijpingsproces wat de specifieke smaak en geur van haring creëert. De vis eindigde in een warbak met zout. ‘Warren’ betekent husselen en dat gebeurde dan ook voordat het opgeslagen werd in tonnen, waar de haring voor lange tijd geconserveerd kon worden. Na het haringkaken en zouten kon de vis prima een jaartje goed blijven.
Kroegweetje:
De lezer die graag met slimme weetjes strooit in de kroeg moet nog even doorlezen: waar komt nu de bekende naam maatjesharing vandaan? Maatjesharing is haring die nog geen kuit heeft geschoten. ‘Maagdelijke haring’ dus. Maatje is het verkleinwoord van ‘maget’, wat maagd betekent. Zo! Weer wat geleerd.
Auteur: Marleen Stavenuiter | Het Scheepvaartmuseum
Publicatiedatum: 11/07/2022
Vul deze informatie aan of geef een reactie.