Het fort is er niet zonder slag of stoot gekomen. De gemeenteraad van Haarlemmermeer had ernstig bezwaar tegen de bouw. Om een vrij schootsveld vanuit het fort te garanderen, stelde de zogenaamde Kringenwet van 1853 namelijk eisen aan beplanting en bebouwing in kringen van 300, 600 en 1000 meter rond een fort. Het feit dat openbare gebouwen als het raadhuis, een school en kerken binnen een kring zouden vallen en het argument dat de andere gebouwen en bouwpercelen binnen de kringen aanzienlijk in waarde zouden dalen, konden echter niet verhinderen dat de benodigde gronden na stevige bestuurlijke strijd toch werden onteigend.
Het tracé van de Slaperdijk (de Geniedijk) werd wel omgelegd, zodat de Hervormde kerk en het kerkhof achter de dijk bij de bebouwde kom kwamen te liggen. Op 9 augustus 1888 werd het grondwerk aanbesteed. Het ging om ophoging van het terrein van het fort, de aanleg van een dijk van het fort naar Hoofd- en Kruisweg, het graven van een kanaal (Voorkanaal) langs de dijk en het fortterrein, het plaatsen van sluizen in de Hoofdvaart, een dam in de Kruisvaart en aanleg van een brug over de te graven vaart (het Voorkanaal) bij de Hoofdvaart. De kosten werden begroot op ƒ 72.600,00.
Sluizen, schietgaten en scherpschutters
Twee maanden later werden de bomvrije gebouwen aanbesteed. De kosten daarvan werden geraamd op ƒ 233.200,00. Het fort werd in 1905 opgeleverd. Er waren ongeveer 1800 heipalen gebruikt met een lengte tot 13 meter.
Het fort ligt in het naar voren geknikte midden van de Geniedijk, grenzend aan de Hoofdvaart. Aangezien het maaiveld daar ongeveer vijf meter onder NAP ligt, is de Geniedijk hier het hoogst. Daarom heeft het fort twee verdiepingen. De daarmee samenhangende frontcaponnière, een laaggelegen frontale uitbouw, mag uniek worden genoemd in de defensiearchitectuur.
Het fort moest de toegangen bewaken die werden gevormd door de Hoofdvaart en de beide parallel daaraan lopende wegen. Met een uitgekiend arsenaal aan mitrailleurs, kanonnen en handwapens konden voor inundatie essentiële sluizen en dammen worden bewaakt. Mitrailleurs verdedigden de gracht, via schietgaten in de muren konden aan de zij- en achterkant ook geweren worden ingezet en kanonvuur kon reiken tot de IJweg en tot de Batterij aan de Sloterweg.
Van fort tot korenmolen
Het fort, waar zo’n driehonderd manschappen waren gelegerd, heeft nooit als verdedigingswerk gefunctioneerd, al waren er in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) wel militairen gestationeerd. De functie was toen al achterhaald: hoofdstad Amsterdam was inmiddels ook via de lucht bereikbaar.
In de Tweede Wereldoorlog is het fort door de Duitsers gebruikt en na de oorlog had het een functie als Bewarings- en Interneringskamp voor circa 160 politieke delinquenten. Omstreeks 1950 is de Stelling officieel de status van verdedigingswerk kwijtgeraakt.
Fort Hoofddorp is eigendom van de gemeente Haarlemmermeer. Het werd verhuurd aan een schietvereniging en ook de plaatselijke muziekschool heeft het gebruikt. Op het zuidelijk deel van het glacis (aardwerk) is in 1977/1978 de korenmolen “De Eersteling” herbouwd, samen met de molenaarswoning. Vanuit militair-technisch oogpunt is hierdoor een merkwaardige situatie ontstaan. De schietvereniging is inmiddels uit het fort. Het fort heeft nu een horecabestemming.
Auteur: Drs. Hans Dolman jr. (Haarlemmermeermuseum de Cruquius)
Omslagfoto: F
Publicatiedatum: 31/05/2021
Vul deze informatie aan of geef een reactie.