Een bliksemcarrière na een trage start
Jeronimo de Vries werd geboren in Amsterdam als zoon van een kunsthandelaar. Hij was afkomstig uit een oud en deftig doopsgezind geslacht en ging studeren aan het Athenaeum Illustre en het doopsgezind seminarium. Na zijn afstuderen moest De Vries een jaar wachten voordat hij in 1862 werd beroepen, door de gemeente Noordeind van Graft. Deze gemeente kwam destijds samen in een klein houten kerkje aan het water.
Zijn Haarlemse collega-predikant ds. Arjen Binnerts Szn schreef over De Vries: “Een veelbelovend proponent. Maar hij kreeg niet terstond een beroep. Hij was zoo klein van postuur, geen “orateur”, en een Amsterdammer!” Na deze trage start volgde een bliksemcarrière. In 1865 verliet De Vries de gemeente Noordeind van Graft voor de gemeente Krommenie en in 1870 werd hij predikant in Wormerveer. Twee jaar later ontving hij een beroep van de grote doopsgezinde gemeente Haarlem. Hij accepteerde en zou er tot zijn emeritaat in 1908 blijven werken.
Een verlaagde preekstoel
In augustus 1872 betrad de kleine Jeronimo de Vries voor het eerst de hoge kansel in de vermaning achter de Grote Houtstraat in Haarlem. Het duurde achttien jaar voor hij het aandurfde de kerkenraad het voorstel te doen het preekgestoelte te verlagen. Had hij met het klimmen der jaren hoogtevrees ontwikkeld? Of kwam de ouder wordende Jeronimo, die immers toch al ‘zoo klein van postuur was’, inmiddels helemaal niet meer boven de kansel uit om de gemeente toe te spreken.
De kerkenraad deed niet moeilijk en gaf de Haagse architect K. Stoffels opdracht een nieuwe stoel te ontwerpen. In oktober 1891 kwam De Vries de eer toe als eerste de nieuwe stoel te beklimmen. Op speciaal verzoek had Stoffels de kansel voorzien van een stelplank zodat de stahoogte kon worden aangepast aan de lengte van de voorganger. En zo bleef de kleine Jeronimo nog tot ver na zijn emeritaat boven de gemeente uittorenen.
Publicatiedatum: 24/04/2014
Vul deze informatie aan of geef een reactie.