Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Zien en gezien worden

Over de vooroorlogse pantoffelparade in de binnenstad van Den Helder schreef oud-Heldenaar Dick Falkena: "Jarenlang was het gebruikelijk dat de jonge mensen in Den Helder in de vroege avond, mooi opgedoft en afgestoft gingen flaneren door de binnenstad. Door de Keizerstraat, de Spoorstraat en de Koningstraat tot het Koningsplein en dan weer terug, een eindeloze rij rondwandelende jongelui."

Pantoffelparade is een wat suf klinkend Nederlands woord voor wat in het Spaans ‘paseo’ wordt genoemd, het flaneren op een vaste tijd langs een bepaalde route, zoals bijvoorbeeld te zien is op de Ramblas in Barcelona en op de boulevards langs de Italiaanse kust. De pantoffelparade in Den Helder ging ook na de oorlog nog lang door en staat een andere oud-Heldenaar, Hans van Rossum, helder voor de geest.

De Keizerstraat in Den Helder.

De Keizerstraat in Den Helder. Beeld: familiearchief Van Rossum.

Rondjes lopen

In mijn herinnering speelde de pantoffelparade in de binnenstad in de jaren vijftig en zestig zich af op zaterdagmiddag, als het tenminste paradeweer was. Een jong publiek liep rondjes om elkaar te ontmoeten, elkaars outfit te bewonderen of te verguizen en vooral om op de hoogte blijven van nieuwe vriendschappen en prille liefdes. De tijden van de parade hebben zich vermoedelijk aangepast aan de winkelsluitingstijden. Vanaf 1951 moesten alle winkels na 18 uur gesloten zijn en werd ook sluiting op zondag verplicht. Door de naoorlogse uitbreiding van Den Helder kwam de binnenstad ook minder centraal te liggen en kwamen er andere vaste ontmoetingsplekken.

Erker als uitkijkpost …

Om niets van het zaterdagse buitengebeuren te hoeven missen nestelden mijn broers en ik ons ’s middags in de erker boven de VIVO-winkel die onze vader in 1955 in de Keizerstraat op nummer 52 had overgenomen. In zuidelijke streken is niet alleen de pantoffelparade een bekend fenomeen maar ook de erker als plek waar vrouwen ongezien de flanerende mannen konden bespieden. Bij ons was dat andersom en de erker gaf ons een logeplaats voor voyeuristische luiheid. We hoefden geen rondjes te lopen en konden toch zien wat er zich op straat afspeelde. Wel was onze erker aan de krappe kant. De beide naastgelegen buurwoningen hadden elk een hogere erker waar stoelen in konden staan. Wij lagen languit in de vensterbank en met onze knieën op een aangeschoven stoel. Overdag keken we zo naar buiten, naar het flanerende publiek onder ons. En als iets of iemand de moeite waard was, verlieten we onze uitkijkpost om ons aan te sluiten bij de parade.

De erker boven de VIVO-winkel (midden).

De erker boven de VIVO-winkel (midden). Beeld: familiearchief Van Rossum.

… en voor de visite

In de avond werd de erker ook als extra zitplaats gebruikt en dan keek je niet naar buiten maar de kamer in. Op de volgende foto zit de oudste broer van mijn moeder met zijn oudste zoon in de erker of vensterbank. De zoon is dienstplichtig matroos en zijn ouders zijn uit Utrecht meegekomen om in Den Helder op familiebezoek te gaan. De zoon heet Ton van Burik, net als zijn vader en net als zijn opa.

De erker met visite.

De erker met visite. Beeld: familiearchief Van Rossum.

Teloorgang van de erker

De erker bleef als uitkijkpost in gebruik zolang er gezinnen woonden in de winkelpanden in de Keizerstraat. Langzaamaan verdwenen de gezinnen en dienden de bovenverdiepingen als opslag. De erkers hebben dan geen nut meer. Uitzicht bestaat bij de gratie van bewoners. Dat betekent een langzaam einde van de erker als karakteristiek element van de Helderse binnenstad. Onze erker boven de huidige kapsalon Oranje is nu verdwenen. Aan de overkant bij de nieuwbouw van de Bruna-boekwinkel is een verwijzing naar de vroegere erkers terug te vinden, althans in vorm, niet naar functie.

De Chinees

Ons uitzicht vanuit de erker beperkte zich tot de overkant. De meeste ellende in de avond gebeurde direct onder ons waar we geen zicht op hadden. De Keizerstraat was niet echt een horecastraat maar we hadden wel Chinees restaurant Hong Kong vlak naast ons dat een geliefd eindpunt was na kroegentochten van matrozen en vissers. Bij matrozen hadden we toen het idee van vandalisme, vechtpartijen en dronkenschap. Dat was ook wel zo maar kijk nu eens naar het melkmuiltje van mijn neef Ton. Amper achttien jaar, geen drank gewend, geen Chinees eten gewend en heimwee naar huis. Dan is het toch begrijpelijk dat je je eten direct na het verlaten van Hong Kong uitkotst in het dichtstbijzijnde portiek. Jammer genoeg was dat het portiek van onze VIVO-winkel.

Vernielzucht ook toen al

De Chinese plakkaten in ons portiek waren min of meer een ingecalculeerd risico. Maar er gebeurden ergere dingen. De sigarettenautomaat werd bij herhaling ingeslagen en leeggehaald en zelfs de winkelruit moest het ontgelden. Voor alle duidelijkheid: ik heb het niet over vandaag of gisteren, maar over de periode 1955-1967. Dan moet je nu ook niet raar opkijken en zeuren over al die rolluiken en over de verpaupering van de binnenstad van Den Helder.

Auteur: Hans van Rossum

Bronnen

Dit verhaal is een bewerking van een tweetal verhalen die eerder verschenen in de bundels ‘Retour Den Helder’ (2014) en ‘Rendez-vous Den Helder’ (2015). In het najaar van 2016 verschijnt de bundel ‘Rentree Den Helder’ als derde deel van de trilogie van Hans van Rossum over zijn jeugd in die stad. De verhalenbundels zijn verkrijgbaar in de plaatselijke boekwinkels.

Dick Falkena, ‘Mijn Helderse wortels (5)’, gepubliceerd in de besloten Facebookgroep ‘Je bent Jutter als …’, 4 februari 2014.

Publicatiedatum: 20/02/2016

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.