Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

De Grote Kerk van Naarden

In 1380 werd begonnen met de bouw van de St. Vitus of Grote Kerk aan de Marktstraat. Na 60 jaar was de kerk gereed, alleen de spits van de toren ontbrak. Pas in 1660 waren er middelen om de torenspits te plaatsen.

Regelmatig had de garinizoenstad Naarden te lijden van slechte economische tijden. Zeker ook tijdens de Franse bezetting. De kosten aan huisvesting van de soldaten rezen de pan uit. Na een half jaar tijd stond de teller op 30.000 gulden.  Dat kon Naarden natuurlijk niet betalen. De stad moest gaan lenen en vroeg om bijstand aan de Provisionele Representanten in Den Haag. De verzoeken werden door Den Haag niet gehonoreerd. Het verging Naarden slecht en de stad bevond zich op de rand van een failissement.

Kerkklokken verkocht

Om toch enigszins de kosten te bestrijden werden drie kerkklokken verkocht. Abraham Meijers kocht op 4 oktober 1810 de drie luidklokken voor 4732 gulden. De ergste financiële nood was even gelenigd maar het bleef lastig voor Naarden om het gemeentelijke huishoudboekje op orde te houden. In het topje van de kerktoren zat een militaire seinpost. Het koor en de kruiseinden waren ingericht als magazijn.

De Grote Kerk.. Jan Poortenaar, Gezicht op de Grote Kerk, ets. Foto Stadsarchief Naarden.

Kanonskogels

Naarden is verschillende keren bezet geweest. De belegeraars hebben honderden kanonskogels afgeschoten op de vestingstad. Het komt nog steeds voor dat Naarders kogels in hun tuinen vinden. Om de herinnering aan deze barre tijden levend te houden metselden inwoners de ronde kogels in hun huisgevels maar ook in de muren van de Grote Kerk. De meeste kogels zijn afkomstig van de belegeraars tijdens het Beleg van Naarden van november 1813 tot mei 1814. Er zijn panden in de vesting waar de kogels nog steeds te zien zijn, zoals bijvoorbeeld het huis op de hoek van de Bussummerstraat 6 en de Pastoorstraat.

Grote Kerk, Naarden-Vesting. Beeld: VranzVanMaaren, 2017, Wikimedia Commons, CC BY-SA 4.0

Lied

Het blijft een bijzondere aanblik, deze kogels. Dat vond ook de dichter en zanger Clinge Doorenbos. Hij maakte in 1906 een liedje over de kogels in de gevels. “Daarvoor moet je in Naarden zijn, met zijn kromme straten, vol met kogelgaten.”

Bronnen

F.J.J. de Gooijer, Antieke kanonskogels als gevelversiering, in De Omroeper, januari 1999.

Publicatiedatum: 21/10/2011

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.