Bijzondere bevalling
De gebeurtenis op het doek van de onbekende schilder vond plaats op 29 augustus 1647, ten tijde van de bouw van de kerk die duurde van 1638 tot 1692. Het drama speelde zich af in het westelijk deel van Zaandam, op een weiland bij de Hogendijk. Een verslag uit die tijd van heelmeester Ireton maakt melding dat Jacob Egh, een boer, op de horens was genomen door een losgebroken, woedende stier. Zijn hoogzwangere vrouw probeerde haar man te ontzetten maar ook zij werd op de horens genomen, en wel dusdanig dat haar buik werd opengereten door een van de hoorns en zij via deze ongewilde keizersnede ter plekke beviel van een zoon.
Beroemd tot in China
Veel kon de geneesheer niet meer uitrichten. Zowel de man als de vrouw overleden ter plaatse. Alleen de boreling kwam er ondanks zijn buiteling wonderwel vanaf met slechts een aantal blauwe plekken. Desondanks was het kind geen lang leven beschoren. Het overleed negen maanden later. De spraakmakende gebeurtenis trok internationale aandacht. Het voorval werd ook op tal van manieren vastgelegd, zoals op gravures, maar ook op kop en schotels en borden, tot in China toe.
Begrafenis
Zowel het kind als de ouders zijn in de Bullekerk begraven. Het drama met de stier waarbij dood en leven hand in hand gingen, zorgde voor een toeloop van zo’n 800 mensen bij de begrafenis. De stier werd wreed gestraft voor zijn daad. Op 2 september 1647, de dag van de begrafenis van boer Egh en zijn vrouw, werd het beest door een menigte in een sloot gedreven en afgemaakt. Van beide horens werden bekertjes gemaakt en als aandenken aan de familie van de slachtoffers geschonken. Een van de bekertjes is bewaard gebleven. Het bevindt zich in het Zaans Museum op de Zaanse Schans in Zaandam. Ook bezit het museum diverse voorwerpen, zoals serviesgoed, die herinneren aan het bizarre voorval.
Restauratie
Het doek van het drama bij de Bullekerk, dat nog steeds in de kerk te bezichtigen is, werd in 1726 geschilderd in opdracht van het kerkbestuur. Wie de maker is en wat het heeft gekost is niet bekend. De administratie over die periode is al in de achttiende eeuw zoekgeraakt, of mogelijk zelfs ontvreemd. Het schilderij onderging in 1977 een ingrijpende restauratie. Niet verwonderlijk, want in de afgelopen eeuwen had het schilderij nogal wat te verduren gehad, vooral door knoeiwerk van kerkmeesters.
Attractie
Het schilderstuk ging namelijk bijna aan zijn eigen populariteit ten onder. Het was een dermate grote publieksattractie dat de kerkdienst in het gedrang dreigde te komen. Nieuwsgierige Zaankanters en buitenpoorters stapten tijdens de preek de kerk binnen om het schilderij uitvoerig te bekijken, zeer tegen de zin van de dominee. Om aan die pottenkijkers een einde te maken besloten de kerkmeesters in 1798 om het doek af te schermen met een gordijn. Voortaan kon het alleen na de preek en tegen betaling worden bezichtigd.
Witkalk
Tijdens een opknapbeurt van de kerk en het interieur in 1834 werd ook het doek niet vergeten. De oorspronkelijke tekst waarop het voorval op de afbeelding wordt uitgelegd, verdween onder een laag verf. In 1843 werd het doek in de ban gedaan. Men vond de afbeelding in strijd met de goede smaak en zeden en het kerkbestuur liet het doek aan het gezicht onttrekken door er een dikke laag witkalk overheen te smeren. Dat pikten de Westzaandammers niet. Hun protesten hadden aanvankelijk weinig effect, maar 26 jaar later ging de kogel toch door de kerk en kreeg koster Brugman de opdracht de verf te verwijderen en het schilderij weer toonbaar te maken. Dat lukte wonderwel, al was het doek er niet fraaier op geworden.
Auteur: Peter Roggeveen
Publicatiedatum: 27/12/2010
Vul deze informatie aan of geef een reactie.