Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Angstaanjagend avontuur van een walvisvaarder en een ijsbeer

Ver van huis en haard maakte de Zaandammer Cornelis Gerritszoon, bijgenaamd Jonge Kees, in het jaar 1668 een angstaanjagend avontuur mee op het poolijs met een uiterst onvriendelijke beer.

Walvisvaart

In een ver verleden verdiende een aantal slimme Zaankanters een flinke grijpstuiver met de walvisvaart in de Noordelijke IJszee en de Straat Davis. Jaarlijks vertrokken tientallen schepen naar de wateren rond Spitsbergen en Groenland. Het betekende een maandenlang verblijf tussen het ijs. De reders voeren er wel bij, maar de bemanningen van de schepen kregen heel wat minder in hun loonzakje. Het was een spijkerhard bestaan in de wereld van harpoenen, walvislijnen, pik- en pekhaken, scheepsbeschuit, gort, grauwe erwten, kou, intense stank, scheurbuik en schimmelziekte.

Voorval met de ijsbeer. Zaandammer Cornelis Gerritszoon, bijgenaamd Jonge Kees, en zijn angstaanjagende avontuur op het poolijs in 1668.

Commandeur

Feitelijk had de Zaankanter Cornelis Gerritszoon, commandeur van het schip ‘De Hoop op de Swarte Walvis’, de liefdeloze omarming van de ijsbeer geheel aan zichzelf te wijten. Tijdens een stille periode in het poolijs – de walvissen lieten zich niet zien – probeerden de manschappen zich te vermaken met een beer die ronddobberde op een ijsschots. Het beest vond die belangstelling voor zijn vacht maar niets, nam de benen en plonsde in het water. Maar toen begon de pret pas goed. De zeelui zetten de achtervolging in met twee sloepen en de onversaagde Jonge Kees stak met een lans de opgejaagde beer onbarmhartig door zijn vel. Zwaar gewond kroop het dier op een grote schots en bleef daar roerloos liggen.

Walvisvangst in de Poolzee, Abraham Storck, 1654 – 1708. Beeld: Rijksstudio, Rijksmuseum

Grote klauw

Jonge Kees was trots op zijn daad en stapte vanuit de sloep eveneens op de schots om zijn dodelijk karwei af te maken met een scherpe speer. Maar de zaken verliepen anders dan de overmoedige Zaankanter zich had voorgesteld. Plotseling richtte de beer zich op en met een ongekende sprong plofte hij bovenop de ontstelde Jonge Kees, die onthutst een grote klauw in zijn rechterborst voelde prikken en boven zich de slechte adem rook uit de goed getande muil. Maar de ijsbeer had geen haast bij het verpulveren van zijn kwelgeest. Waarom de dodelijk gewonde beer zijn belager niet te grazen nam, zal altijd een mysterie blijven.

Met de schrik vrij

Inmiddels waren de scheepsmaten van Jonge Kees te hulp gesneld, voorzichtig met een sloephaak, en wonderlijk genoeg liet de beer z’n slachtoffer los en sleepte zich naar het einde van de schots. Jonge Kees kwam met de schrik vrij, zoals dat heet. Alleen een paar schrammetjes herinnerden aan de muffe omhelzing van het uit de kluiten gewassen pooldier.

Ijsbeer, firma Jos. Scholz, anoniem, 1829 – 1880. Beeld: Rijksstudio, Rijksmuseum

Een berenvacht als relikwie

De beer kwam er minder genadig van af. Na een paar mislukte pogingen om het dier te doden gaf men het op en liet het dier eenvoudig creperen. Zijn huid werd later als relikwie naar Zaandam vervoerd. De berenvacht moet van een uitzonderlijke kwaliteit zijn geweest want twee eeuwen later, in 1867, verkeerde het harige vloerkleed nog steeds in uitstekende staat en kwam het tijdens een veiling in handen van een doopsgezind predikant.

Gevelsteen

Ongetwijfeld was commandeur Jonge Kees diep onder de indruk geraakt van die opengesperde muil boven zijn gezicht. De herinnering liet hem niet los. Mogelijk ook spookten nachtmerries rond in zijn hoofd. Hoe het ook zij, eenmaal terug in Zaandam kocht hij een stuk grond aan de Hogendijk en liet er een huis op bouwen. Aan de voorzijde van het pand bracht hij een gevelsteen aan waarop het avontuur nog eens in geuren en kleuren was afgebeeld. Al gauw kreeg het huis een bijnaam, vanzelfsprekend bijna: ‘Het huis van de man onder de beer’. Het pand ging in 1836 in vlammen op. Daarmee verdween ook de gevelsteen verdween.

Voorval met de ijsbeer

Tot de verbeelding sprekende historie vereeuwigd

De gebeurtenis op het poolijs heeft vele mensen gefascineerd. De tot de verbeelding sprekende historie is vastgelegd op fraai glaswerk en andere voorwerpen, tot aan een beschilderde kinderwagen toe. Verschillende van deze voorwerpen bevinden zich in het Zaans Museum op de Zaanse Schans in Zaandam. Jonge Kees deed meer dan het plaatsen van een gevelsteen. Na zijn behouden thuiskomst liet hij zich in olieverf vereeuwigen door meesterhuisschilder Tetroe. In restaurant ‘De Hoop op d’Swarte Walvis’ op de Zaanse Schans hangt een door Zaanse kunstenaar Frans Mars geschilderde kopie van het oorspronkelijke schilderij van Tetroe. Of de schilder zich heeft laten inspireren door zijn fantasie of de werkelijkheid getrouw heeft weergeven is niet bekend, maar vreemd is het wel dat de geportretteerde walvisvaarder er met een akelig bleek gezicht op staat afgebeeld.

Publicatiedatum: 27/12/2010

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.