De brand was zeer hevig en brak uit tijdens herstelwerkzaamheden aan het dak. Het was een prachtige zonnige dag met een harde wind uit het oosten. Juist daardoor greep het vuur snel om zich heen. De enorme rookwolken die uit het dak sloegen trokken al spoedig veel publiek. Ook burgemeester Zwart van Langedijk was ter plaatse om het trieste maar ook indrukwekkende tafereel te aanschouwen.
Te weinig capaciteit
De brandweer uit Broek op Langedijk moest al snel de hulp inroepen van collega-korpsen uit Alkmaar, Oudorp, Warmenhuizen en Zaandam. In totaal waren de spuitgasten met dertig slangen in de weer om zoveel mogelijk van het kerkgebouw te redden. De brandweer moest van grote afstand blussen. De brandweerwagens konden niet dicht genoeg bij de kerk komen omdat de brug over de Achterburggracht te smal was. Een brandspuit had in die dagen een capaciteit van maximaal 250 liter bluswater per minuut. Dat was niet voldoende om de grote afstand en de sterke wind te overbruggen. Groter materiaal was alleen in Zaandam beschikbaar. Het daar aanwezige nieuwe waterkanon met een bluscapaciteit van 2000 liter per minuut werd naar Oudkarspel gestuurd, maar het duurde te lang voordat het kanon ter plaatse was. Er was geen houden meer aan. Binnen de kortste keren vatte het dak vlam en restte er van het schip niet meer dan vier muren. Het bijzondere orgel dat in de periode 1873-1874 door de gebroeders C.B. en P.J. Adema gebouwd was, ging bij de brand geheel verloren.
Weinig over
Ook de toren van de kerk bleef niet gespaard. Om kwart voor zes kwam de eerste rook uit de torentrans. Snel greep het vuur ook hier om zich heen. Eerst verslonden de vlammen alle trappen en zolderingen binnen in de toren. Binnen tien minuten had het vuur de top van de toren bereikt. Nu volgden de gebeurtenissen elkaar rap op: om vijf over zes stortte de spits in en weer tien minuten later viel onder een donderend geluid de loodzware luidklok vanuit de toren naar beneden. Het enige wat de brandweerlieden van de toren konden redden was het vergulde windhaantje. Van het kerkinterieur werd de avondmaalstafel, het doopvont, een antieke ijzeren kist en de kanselbijbel gered. Een rokende en stomende puinhoop en vier muren was alles dat restte van de oude Sint-Maartenskerk.
Een nieuwe Allemanskerk
Een jaar later, op 10 juni 1970, was er goed nieuws te melden: burgemeester Zwart van Langedijk kon het startsein geven voor de restauratie, of beter gezegd voor de herbouw van de kerk. De herstelwerkzaamheden waren kostbaar maar de benodigde één miljoen gulden was al binnen een jaar beschikbaar. Het grootste gedeelte was afkomstig van verzekeringsgelden en subsidies van het Rijk, de Provincie, Monumentenzorg en de gemeente Langedijk. Het overige deel was bijeengebracht door de gemeenschap zelf. De nieuwe Allemanskerk zou naast haar kerkelijke functie ook dienst gaan doen als cultureel centrum voor Langedijk.
Toch maar een bluskanon
Het kerkgebouw, waarvan de oudste resten dateren uit de elfde eeuw, werd teruggebracht in de staat van vóór de laatste restauratie van 1868 en het verloor daarmee zijn ietwat modieuze neogotische uiterlijk. De toren werd in romaanse stijl weer opgebouwd. Er kwam geen nieuwe torenspits. Die was er immers voor de restauratie van 1868 ook al niet meer. De kerk kreeg een nieuw orgel, gebouwd door Hubert Schreurs, een neef van de gebroeders Adema die het oorspronkelijke orgel hadden vervaardigd. Op 15 september 1972 waren de restauratiewerkzaamheden klaar en werd de Allemanskerk officieel in gebruik genomen. President-kerkvoogd èn organist Timmerman bespeelde als eerste op 29 september het nieuwe orgel. Naar aanleiding van deze grote brand besloot de Alkmaarse brandweer een bluskanon aan te schaffen.
Auteur: Maarten Schenk
Publicatiedatum: 22/08/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.