Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

‘Als loods moet je in conditie blijven, anders haal je je pensioen niet’

De loods gaat op zee aan boord. Bij stormachtig weer wordt hij met een helikopter aan boord gebracht, maar meestal brengt de 'loodstender' (loodsboot) hem. Via de 2 ½ mijl lange pier begeleidt hij het schip naar de sluis. Vervolgens gaat de tocht door het Noordzeekanaal naar de havens van IJmuiden, Beverwijk, Zaandam of Amsterdam. 80% van de schepen zijn tankers, die vaak benzine vervoeren, die vervolgens door Amsterdamse havenbedrijven aan de wensen van de klant wordt aangepast.

Loods wordt je niet zo maar, vertelt Johan van der Laan, voorzitter van de regionale Loodswezen Amsterdam-IJmond. Bij een ander bedrijf zou hij gewoon directeur heten, maar het loodswezen is een corporatie, vandaar. De meeste loodsen hebben tien jaar gevaren als kapitein of stuurman als ze aan de éénjarige opleiding beginnen. In dat jaar varen ze 200 keer met een ervaren collega mee. “Je moet alles van het havengebied weten. Niet alleen hoe diep en breed het is, maar ook waar de bedrijven zitten en hoe je bij de juiste steiger en kade komt.”

De drie loodstenders (loodsboten) van loodswezen Amsterdam-IJmuiden Foto: Arnoud van Soest

Van A naar B

In de praktijk krijgt elk zeeschip een loods mee, omdat loodsen de situatie ter plekke het beste kennen. “Kapiteins weten hoe ze hun schip van A naar B moeten varen, maar als ze bij een haven komen, neemt de loods het over. De loods kent de lokale weersomstandigheden, de stromingen, de ondieptes. De loods kan met het schip manoeuvreren en hij communiceert met de sleepboten, die het schip naar zijn bestemming brengen.”Wat zou er gebeuren als een kapitein het zelf eens wil proberen? “Dat doet hij niet,” zegt Van der Laan nuchter. “Je kunt de sluis wel invaren, maar de kans is groot dat je schade veroorzaakt. In zo’n sluis moet je bijvoorbeeld alert reageren op de bewegingen die het schip kan maken. Een kapitein heeft daar geen flauw idee van. Vandaar dat onze loodsen, als ze klaar zijn met hun opleiding, eerst beginnen met het loodsen van kleine schepen.” Pas na zeven jaar mogen ze schepen van elke lengte de weg wijzen.

De loods gaat op zee al aan boord. Foto: Loodswezen Amsterdam – IJmuiden © Freek van Arkel

Doos op het water

Loodsen zorgen ervoor dat er geen schade ontstaat aan pieren, bruggen, sluizen of schepen, of dat de vaarweg wordt geblokkeerd. “Je moet ook weten waar je een tegenligger moet passeren, want jouw schip heeft ook een bepaalde diepgang, dus je kunt niet helemaal naar de kant uitwijken.”

Je zou denken dat het aantal scheepscategorieën overzichtelijk is, en dat je voor elke categorie dezelfde aanpak uit de la kunt trekken, maar toch wordt voor elk schip een apart plan gemaakt. “Elk schip reageert weer anders, want elk schip is anders beladen, wat gevolgen heeft voor de stabiliteit. Je hebt te maken met diepgang, stroming en wind. Hoe meer van het schip boven water zit, hoe meer invloed de wind heeft. Neem een cruiseschip. Dat steekt gigantisch boven het water uit, terwijl het maar zeven meter in het water steekt. Het is net een grote doos die op het water ligt.”

Op het moment dat het interview plaatsvindt ligt er toevallig een schip ‘buiten’ te wachten tot de wind is afgenomen. “De kapitein wil niet naar binnen; het waait hem te hard.”

De loods klimt aan boord. Foto: Loodswezen Amsterdam – IJmuiden © Freek van Arkel

Anticiperen

Volgens Van der Laan moet een loods vooral goed vooruit kunnen kijken. “Je moet kunnen inspelen op wat er kán gebeuren. Als je met een groot schip de pieren invaart, moet je weten wat een sterke stroming met een schip kan doen. Het kan voorkomen dat je met het voorschip al in de pier zit, terwijl het achterschip nog in de stroom zit en gewoon wordt weggeduwd. Een loods reageert dus niet, hij anticipeert.”Het is een veeleisend, maar mooi vak, bevestigt Van der Laan. “Op zee zie je alleen water, maar het wordt pas leuk als je de haven bereikt. Als je op zee zit en op een mijl afstand een ander schip passeert, dan is dat al dichtbij, maar in het kanaal zit er maar veertig meter tussen jou en je tegenligger. Schepen gaan dan op elkaar reageren, want ze stuwen een kolom water voort, wat weer voor drukverschil zorgt.” Hij pauzeert even en concludeert dan: “Eigenlijk ben je als loods een soort dirigent, die een heel circus dirigeert: de scheepsmotor, die soms wel acht meter hoog is, het roer, de kapitein, de sleepboten en de vletterlieden, die de trossen aanpakken. Via de radio sta je in contact met al die mensen; dat maakt het boeiend.”

Johan van der Laan in de ruimte waar de loodsen zich voorbereiden op hun werk. Foto: Arnoud van Soest

Over het Loodswezen

Het Loodswezen Amsterdam-IJmond is actief sinds de opening van het Noordzeekanaal in 1876. Daarvoor had je ook al loodsen, maar dat waren doorgaans vissers of stuurlui die bekend waren in het gebied. Ze kwamen uit Egmond, Den Helder of Texel.  In 1859, toen het rijksloodswezen werd opgericht, kwam er meer organisatie in. Het loodswezen viel lange tijd onder de marine. Pas in 1980 verhuisde het naar het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Acht jaar later werd het een zelfstandige organisatie. De loodsencorporatie Amsterdam-IJmond vaardigt elk jaar in mei een voetbalteam af naar het Vletterlieden Voetbaltoernooi in Velserbroek. Ook verzorgen de loodsen rondvaarten door de haven op het in augustus te houden Havenfestival in IJmuiden. En tijdens Sail Amsterdam, dat dit jaar ook in augustus plaatsvindt, begeleiden de loodsen de parade van de tallships naar en van Amsterdam.Los daarvan bedrijven de meeste loodsen wel een of andere sport. Ze moeten wel, want het is een fysiek beroep. Er wordt dus gevoetbald, getennist, gefietst.  Van der Laan: “Je moet bij nacht en ontij met zo’n touwladder, die maximaal negen meter lang is, omhoog klimmen. En dan moet je nog allerlei trappen op, om bij de brug te komen. Je moet dus in goede conditie blijven; anders haal je je pensioen niet.”

Voor ieder schip wordt een apart loodsplan gemaakt. Foto: Loodswezen Amsterdam – IJmuiden © Freek van Arkel

Auteur: Arnoud van Soest

Publicatiedatum: 12/05/2015

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.