Hongertochten
Om een snelle Duitse reactie op Operation Market Garden te belemmeren, staakt het spoorwegpersoneel die 17de september van 1944. De Duitsers proberen de staking te breken met pressiemiddelen, zoals een stop op het uitgeven van transportvergunningen. Uiteindelijk mislukt de Slag om Arnhem en de treinen rijden de rest van de oorlog niet meer. Dat komt niet alleen door de stop. Door de strenge winter vriezen alle waterwegen ook nog eens dicht en er is een brandstoftekort doordat de bevrijding van Limburg leidt tot het einde van de kolenbevoorrading.
In de steden in het westen van het land zijn de mensen er slecht aan toe. Door het uitblijven van transporten is er veel te weinig eten. De stedelingen zijn aangewezen op gaarkeukens, bloembollen en in het diepst van de winter beginnen de hongertochten naar het platteland. Veel vrouwen, kinderen en oudere mannen gaan bij boerderijen langs in de hoop dat de boeren ze iets te eten willen geven. Mannen tussen de achttien en vijftig jaar moeten ondergedoken blijven, anders is de kans groot dat ze worden opgepakt voor de Arbeitseinsatz.
Geld is niet veel meer waard omdat er weinig te koop is en een rijke ruilhandel bloeit op. Mensen ruilen kledingstukken, serviesgoed en sieraden voor wat aardappelen of melk. Als je met veel moeite wat eten weet te verzamelen, is het uitkijken geblazen. De kans dat je door andere hongerlijders bestolen wordt of dat de Duitsers het afpakken bij controleposten is niet gering.
De herinneringen van een boerendochter
Als Duitsland Nederland binnenvalt is Tiny Wentink vijftien jaar. Ze woont met haar ouders en zusje in een boerderij in Heemskerk en maakt de Hongerwinter heel bewust mee. Tiny’s ouders hebben koeien en de verse melk moeten ze inleveren bij de melkfabriek, waar de volle melk wordt verwerkt tot magere en getapte melk.
Tiny’s ouders leveren niet alle melk in. Haar moeder vult ’s morgens altijd stiekem een aantal flessen waar ze een stevige kroon op doet, zodat het lijkt alsof de melk rechtstreeks uit de fabriek komt. Deze flessen geeft ze weg. De familie Slot van de Rijksstraatweg krijgt bijvoorbeeld een liter extra, omdat zij een Joods kindje in huis hebben genomen. Tiny weet ervan. Zijn naam is Mickey en hij begroet haar altijd met ‘dag melkerinnetje’. Haar ouders hebben haar over zijn achtergrond verteld, maar ze weet heel goed dat ze het aan niemand anders mag vertellen.
De hongertochten maken een diepe indruk op Tiny. Over de Oosterweg ziet ze lange rijen mensen lopen, zelfs met zieken en doden op trekkarren. Een deel van de mensen is zo verzwakt en gewond dat ze nog amper kunnen lopen. Bij dokter Meyer ligt een tuinslang in de voortuin, waar de hongerlijders uit kunnen drinken of zich even bij kunnen opfrissen. Ook zit er iemand van de EHBO om de wonden te verzorgen en blaren door te prikken.
In 1990 schrijft Tiny haar herinneringen op. Wat haar dan nog steeds helder voor de geest staat is de machteloosheid die ze ervoer. Vooral als de Duitsers het kleine beetje eten dat de mensen bij elkaar hadden weten te sprokkelen bij de Velser pont afpakten. Ook het geluk dat ze meemaakte als de hongerlijders alleen al een klein stuk brood kregen zal ze nooit vergeten: ‘Als je de mensen zag smullen, brak je hart.’
Auteur: Lars van der Kooij
Bron:
‘De belevenissen van Tiny Meyer-Wentink tijdens de Tweede Wereldoorlog 1940-1945’, Ik was erbij, viering 70 jaar bevrijding Heemskerk (2015).
Publicatiedatum: 22/03/2017
Vul deze informatie aan of geef een reactie.