Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

7 kijkjes onder de microscoop van Antoni van Leeuwenhoek

In 2023 is het Antoni van Leeuwenhoek-jaar. Precies 300 jaar geleden overleed de beroemde ‘self-made’ microbioloog, die wereldwijd bekend werd dankzij zijn zelfgemaakte microscoop. Onder zijn loep ontdekte hij allerlei vormen van onzichtbaar leven, zoals nog nooit iemand die gezien had. En dat zonder academische scholing.

Wie hem ziet, herkent hem misschien niet direct. De microscoop van Antoni van Leeuwenhoek lijkt nauwelijks op de microscopen van vandaag de dag. Van Leeuwenhoek maakte een zogeheten enkelvoudige microscoop, bestaande uit een klein lensje dat ingeklemd zit tussen twee metalen plaatjes. Het preparaat dat je door de lens wilt bekijken, wordt bevestigd aan een pin.

Van Leeuwenhoek-microscoop uit Rijksmuseum Boerhaave, afbeelding Wikimedia Commons (CC BY 4.0).

Van Leeuwenhoek keek zijn ogen uit door dat kleine lensje. Omdat zijn microscoop veel verder kon uitvergroten dan die van tijdgenoten, ontdekte Van Leeuwenhoek kleine levensvormen en structuren die nog geen mens had waargenomen. Als eerste zag hij bijvoorbeeld bacteriën en eencelligen. Om over te brengen wat hij waarnam, maakte hij bloemrijke beschrijvingen en huurde hij tekenaars in. Hier zeven bijzondere zaken die Van Leeuwenhoek van dichtbij gezien heeft.

1. Mooie stoffen

Voordat hij de grondlegger van de microbiologie werd, was Antoni van Leeuwenhoek lakenhandelaar. Om de kwaliteit van stoffen en weefsels te controleren, gebruikten handelaren toen al loepen. Op den duur begon Van Leeuwenhoek zijn eigen lenzen te slijpen en polijsten. Daardoor wist hij uiteindelijk zijn enkelvoudige microscoop ontwikkelen die dankzij het speciaal geslepen lensje vele malen sterker kon vergroten dan samengestelde microscopen uit zijn tijd.

Jan Verkolje (I), Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723), 1680–1686. Rijksmuseum Amsterdam, SK-A-957.

2. ‘Dierkens’ (bacteriën)

Antoni van Leeuwenhoeks ontdekking van allerlei soorten micro-organismen, zoals bacteriën, waren van groot belang. Zelf noemde hij deze ‘Dierkens’. Hij legde vrijwel alles onder zijn microscoop, wat hij eronder kwijt kon. Van zoutkristallen tot regenwater, van kurk tot aan menselijke huid. Zo schraapte hij ook tandplak uit zijn eigen gebit: ‘een weynig witte materie, die so dik is, als of het beslagen meel was. Dit selvige observerende, oordeelde ik (hoewel ik gene beweginge daar inne konde bekennen) dat’er egter levende dierkens in waren.’

3. Rode bloedlichaampjes

Gedurende zijn leven heeft Antoni van Leeuwenhoek veel onderzoek gedaan naar bloed, bloedvaten en bloedlichaampjes. In 1674 beschreef Van Leeuwenhoek in een brief aan Constantijn Huygens de rode bloedlichaampjes in bloed uit zijn duim. Ook zag hij deze bloedlichaampjes door levende dieren stromen, zoals in de kieuwen van een kikkervisje of de staart van een stekelbaars.

Jacques de Gheyn (II), Vier studies van een kikker, 1575-1625, Rijksmuseum Amsterdam, RP-T-1898-A-4036.

4. De levensloop van een vlo

De microscoop was natuurlijk ook uiterst geschikt om de levensloop van kleine diertjes onder de loep te nemen. Zo documenteerde Antoni van Leeuwenhoek de levensloop van een vlo: van eitje tot volwassen dier.

Tekenaar van Antoni van Leeuwenhoek, De ontwikkeling van een vlo van eitje tot volwassen dier, 1695, Welcome Gallery via Wikimedia Commons (CC BY 4.0).

5. Kevers, muggen en andere insecten

Ook insecten waren een geliefd onderzoeksobject van Antoni van Leeuwenhoek. Na de Klassieke Oudheid was de belangstelling daarvoor weggeëbd, maar Van Leeuwenhoek trof een levendige wereld aan. Hij bestudeerde de hersenen van een mug, een spier uit een muggenpoot en het facetoog van een ‘scharrebijter’, een niet nader bekende keversoort.

Facetoog van een kever, 1698. Wikimedia Commons.

6. Sperma van mannen én dieren

Antoni van Leeuwenhoek was niet de enige die zich bezighield met levensvormen die voor het blote oog onzichtbaar waren. Op gegeven moment kreeg hij het aan de stok met wetenschapper Nicolaas Hartsoeker over wie er het eerst ‘zaaddiertjes’ had gezien: zaadcellen dus. Wanneer Van Leeuwenhoek sperma onder de loep neemt, ziet hij een geweldige menigte zaadcellen die met hun staart bewegen. Hij meent daardoor dat mannelijk zaad de levensdrager is, terwijl de vrouwelijke voortplantingsorganen slechts dienen als spermavoedselvoorziening. Zo blijkt ook dat je met een microscoop een hoop kunt waarnemen, maar toch theorieën kunt bedenken die niet helemaal kloppen met de werkelijkheid.

Tekenaar van Antoni van Leeuwenhoek, Spermacellen van konijnen (fig. 1-4) en honden (fig. 5-8), 1678, Wikimedia Commons.

7. Koeienogen

In Rijksmuseum Boerhaave zijn een aantal oude preparaten van Antoni van Leeuwenhoek bewaard, waaronder de oogzenuw van een koe. Van Leeuwenhoek hoorde van zijn buurman, een dokter, zou de oogzenuw van een koe hol moeten zijn, zodat er ‘levensgeesten’ doorheen konden stromen. Dat onderzocht hij in de praktijk. Hij droogde de oogzenuw zelf, en sneed hem vervolgens in plakjes. Onder de microscoop zag hij ‘vele openingen, gelijk aan een leren zeef met grote en kleine gaten’. Microfotografen hebben met de modernste digitale technieken gereconstrueerd wat Van Leeuwenhoek destijds gezien heeft.

Tekening van de oogzenuw van een koe, Rijksmuseum Boerhaave. De foto van het echte preparaat is via de website van het museum te bekijken.

Tekst: Marit Eisses

Bronnen:

Publicatiedatum: 02/10/2023

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.