Een schilderij van een Edams meisje uit de zeventiende eeuw dat 2,5 meter lang was, een drijvende kelder en een winkeltje in sitsen stoffen, er zijn saaiere musea dan het dit voorjaar heropende Edams Museum.
Edam behoort tot de weinige plaatsen die zich gelukkig kunnen prijzen met het bezit van een librije. Doelstelling van de librije was: de mensen voor het ‘ware’ geloof te behouden door hen ‘goede’ boeken te laten lezen. Een kettingbibliotheek uit de 16e eeuw, met unieke exemplaren.
Een ‘kwakel’, ook wel kwakkel genoemd, is een hoge, smalle voetgangersbrug. Kenmerkend aan deze wankele (vandaar de naam) bruggen is dat ze hoog zijn om de scheepvaart te kunnen doorlaten. De Kwakelbrug vertelt hoe de bescheiden nederzetting Edam uitgroeide tot een belangrijke handelsstad.
Het is rond 1640 een drukte van belang in het huis aan de Sint Anthoniesbreestraat te Amsterdam. Opdrachtgevers worden ontvangen. De opleiding van leerlingen vraagt volop aandacht. Rembrandts eerste vrouw Saskia van Uylenburgh regelt de huishouding en leeft zoals een dame van stand. Maar het is niet allemaal rozengeur en maneschijn…
Op de puibalk van het achttiende-eeuwse huis Nieuwvaartje 8 in Edam zijn voorstellingen te zien van het ‘Purmer Zeewijf’. De afbeeldingen zijn zowel in het hout gesneden als erop geschilderd met bijbehorende teksten.
Het is eeuwen geleden al opgetekend en hoewel het niet over heiligen gaat, zijn de verhalen die in Edam verteld worden toch legendarisch. De stier die sinds hij de plek voor de kerk koos het wapen van Edam siert, heeft de stad voorgoed op de kaart gezet. Stenen ‘tafelen’ in de Grote Kerk, muurgevelstenen ofwel talstenen houden de geschiedenis al eeuwen vast.
Dit huis werd in 1550 gebouwd en was het eerste stenen koopmanshuis van Edam. Het was voor Edam in die tijd een bijzonder ‘rijk’ huis. Prominent gelegen aan de Damsluis is het oudste stenen huis van Edam een indrukwekkende verschijning. Al meer dan een eeuw is hier het Edams Museum gevestigd.
Het Edams Museum beschikt over een manuscript dat het bezoek van koning Willem II in 1842 aan Edam beschrijft. Het gemeenteraadslid J. Donker Hzn. beschreef met oog voor detail het koninklijk bezoek op die snikhete 6 augustus 1842. De koning werd in een rijtuig door de stad rondgereden en bezocht de Grote Kerk, de Katholieke Kerk en het stadhuis. In de kerkeraadkamer van de Grote Kerk hangt een schilderij waarop dit koninklijk bezoek is vereeuwigd. Het Edams Museum bezit tevens een voorstudie van dit schilderij waarop de koning en een aantal Edamse notabelen zijn weergegeven.
In de voorbije tijden werden verschillende bedrijven en winkels in en rond Purmerend ‘De Drie Meren’ genoemd. Zo was er een veilingvereniging met die naam. Firma de Jong en Eilander in de Peperstraat gebruikte eveneens deze naam. Tevens was er een bakkerij en een coöperatie en nog een aantal andere bedrijven die ook zo heetten. Wat is de oorsprong van deze veelgebruikte benaming?
De oorsprong van de Edammer kaas, een klein bolvormig kaasje van ongeveer 1,7 kilo, ligt in de weidegebieden rondom het Noord-Hollandse plaatsje Edam. Vanaf de veertiende eeuw groeide Edam uit tot een belangrijke havenplaats voor export van zuivelproducten, waaronder kaas. Dit is hoogstwaarschijnlijk de reden dat de kaas die hier werd verscheept de naam Edammer kreeg. Ook sprak men wel van ‘cleyne casekens’ of ‘klootkaasjes’ (‘kloot’ betekent rond of bol). De bekende kleur van de kaas is rood. Dit komt doordat hij dan in rode paraffine verpakt wordt. Vroeger kleurde men de kaas rood met het sap van de klaproos. Maar de kaas wordt ook in de gele kleur verkocht.