

Vooroorlogs Schiphol in topjaar 1938, toen er 78.520 mensen via Schiphol reisden. Onbekende fotograaf, KLM’s nieuwste passagiersvliegtuig, de Lockheed L-14 Super Electra PH-APE ‘Ekster’ (1938). Beeld: Stadsarchief Amsterdam
Bezetting
Al ver voor de bezetting is de dreigende oorlog op Schiphol te merken. Niet alleen moeten alle vliegtuigen voorzien worden van landidentificatie, de passagiersaantallen lopen ook terug en lijndiensten vallen uit. Toch blijft de luchthaven zo normaal mogelijk functioneren. Sommige lijnen worden in de maanden voor de oorlog weer geopend. De Deutsche Luft Hansa krijgt op 15 maart 1940 zelfs nog toestemming om de gesloten lijn Amsterdam-Berlijn weer in gebruik te nemen.
Nederland begint pas op 6 mei met de versterking van Schiphol. Veel te laat, want Duitsland bombardeert op 10 mei strategische plekken als begin van de bezetting. De luchthaven verkeert in diepe rust als de eerste bommen om twee minuten voor vier ’s nachts op de landingsbanen vallen. De vliegtuigen van de Luchtafdeeling der Koninklijke Landmacht die op het vliegveld staan worden niet geraakt. Ze stijgen zo snel mogelijk op voor een tegenaanval, maar het heeft niet meer mogen baten.

Met het oog op de dreigende oorlog wordt landidentificatie op vliegtuigen verplicht. Onbekende fotograaf, Vliegtuigen met landidentificatie (1939). Beeld: Stadsarchief Amsterdam
Fliegerhorst 561
Nederland capituleert vijf dagen na de inval. De Duitsers dopen Schiphol om tot Fliegerhorst 561 en gebruiken het vliegveld na herstelwerkzaamheden als basis voor de Luftwaffe. Ze breiden het uit met een treinverbinding, meerdere gebouwen en een verlenging voor de mistlandingsbaan. Fliegerhorst 561 is als commandocentrum voor alle vliegvelden in Noord-Nederland een van de belangrijkste Duitse plekken van het land.
Het belang van Fliegerhorst 561 zorgt ervoor dat het vliegveld onder fel geallieerd vuur komt te liggen. In totaal valt er zo’n 400.000 kilo aan bommen op het terrein. Het zwaarste bombardement vindt plaats op 13 december 1943. 199 Amerikaanse vliegtuigen gooien die dag bijna 1600 bommen. De ravage is zo groot dat de Duitsers besluiten om Fliegerhorst 561 te verlaten. Een paar maanden later vernietigen ze zelf de laatste overblijfselen van de eens zo vooruitstrevende luchthaven, zodat de geallieerden het vliegveld niet als uitvalsbasis zouden kunnen gebruiken.

Na de oorlog krijgt de eerste straat een toepasselijke naam. Willem van de Poll, Straatnaambord Vrijheidsstraat in diverse talen (1945). Beeld: Nationaal Archief
Wederopbouw
Na de bevrijding wordt Schiphol weer Schiphol. De regering wil Nederland er na de oorlog snel bovenop helpen en de transportsector moet daar een grote rol bij gaan spelen. De wederopbouw van de luchthaven gaat daarom direct van start. Honderden arbeiders ruimen grote hoeveelheden puin, dichten bomkraters en maken niet ontplofte bommen onschadelijk. Ze stampen ook barakken uit de grond om passagiers en vracht tijdelijk in onder te brengen. De straat waaraan deze komen te staan krijgt een toepasselijke naam: de Vrijheidsstraat.
Op 20 mei 1945 landt het eerste vliegtuig al op Schiphol. Dat is nog een verkenningsvliegtuigje, maar 8 juli landt het eerste militaire toestel en nog geen drie weken later het eerste verkeersvliegtuig. Om de wederopbouw van Nederland te versnellen, opent de KLM binnenlandse lijnen naar Eindhoven, Maastricht, Enschede, Groningen en Leeuwarden. Dankzij de honderden arbeiders is Schiphol vanaf november weer bereikbaar vanuit alle windstreken en maakt de luchthaven zich (en Nederland) klaar voor de toekomst.
Bronnen
Lars van der Kooij, ‘Schiphol in oorlogstijd’, Amsterdam Museum (2016).
‘De jaren 1940 van Schiphol’, Schiphol 100 jaar.
Publicatiedatum: 04/04/2017
Vul deze informatie aan of geef een reactie.