Zaanse molens zorgen voor handel
Op het land rond de Zaan stonden tussen de 17e eeuw en de tweede helft van de 19e eeuw overal molens. Zover als het oog reikte, zag je ze draaien. Ze zaagden hout, maalden koren, sloegen olie en fabriceerden papier, verf, cacao en mosterd. Via de rivier de Zaan, sloten en vaarten leverden schuiten grondstoffen aan en voerden de gefabriceerde producten weer af. Voornamelijk naar Amsterdam. Toen deze stad in de 17e eeuw een economisch wereldcentrum werd, profiteerde de hele regio daarvan. Op de Amsterdamse beurs deden de Zaanse kooplieden goede zaken met handelaren uit de hele wereld. Ook de stad zelf was een belangrijk afzetgebied voor Zaanse producten.
Van molens naar industrie
In de tweede helft van de 19e eeuw voltrok zich de Industriële Revolutie. Door de komst van de stoommachine raakten de molens in de verdrukking. In het geval van molen De Hoop in Wormerveer zelfs letterlijk. Deze molen met de bijnaam ‘Het Kuiken’ dateerde uit 1680 en had eeuwenlang olie geslagen.
Pal naast de molen verrezen in 1870 de rijstpellerijen ‘De Unie’ en ‘De Hollandia’. De rijstpellerijen namen de molen letterlijk de wind uit de zeilen. De molen zou het nog tot 1898 volhouden. Toen een jaar later met de afbraak werd begonnen, werd het werk nog even stilgelegd vanwege een laat aangekondigd bezoek van prinses Wilhelmina en koningin-moeder Emma op 16 april 1899. Vlug, vlug, vlug moest alles langs de route piekfijn in orde worden gemaakt. Zelfs De Hoop werd nog van top tot teen in de verf gezet. Maar nadat het koninklijk bezoek hem bewonderd had, ging de sloop onverbiddelijk door. In de plaats kwam een pakhuis, vernoemd naar de verdwenen molen.
Producten uit de Zaanstreek
Steeds meer grote fabrieken, pakhuizen en pellerijen verrezen langs de Zaan. De streek ging gedeeltelijk over van het fabriceren van halffabrikaten als meel en cacao naar het fabriceren van eindproducten. Verpakt en wel, klaar voor gebruik. Van het meel maakte Honig elleboogjesmacaroni. Verkade verwerkte cacao tot chocoladeletters en bonbons. In Koog aan de Zaan stopte Duyvis borrelnootjes in zakjes. Er kwamen zoveel voedingsmiddelen uit de Zaanstreek dat de regio de bijnaam ‘de voorraadkast van Nederland’ kreeg. Consumenten kochten de producten vaak ook nog bij de eveneens Zaanse Albert Heijn.
Daarnaast waren er allerlei andere producten van Zaanse makelij. Zo werd al eeuwen lijnolie geslagen uit vlaszaden. Nu werd dat halfproduct verwerkt in eindproducten als zeep, margarine, verf en linoleum. Hout werd verwerkt tot speelgoed en meubels. Bruynzeel maakte er keukens van. Aan de Zaan stonden drukkerijen, scheepswerven en fabrieken die machines en verpakkingsmaterialen fabriceerden. Vanaf 1900 kwamen er zelfs vuurwapens, artillerie en munitie uit de Zaanstreek. Deze producten, gemaakt op het Hembrugterrein, waren bestemd voor het Nederlandse leger en het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL).
Zaanse bedrijven opgeslokt door multinationals
In de jaren ’70 en ’80 van de 20e eeuw zou een groot deel van de industrie weer uit de Zaanstreek verdwijnen. Handwerk werd overgenomen door machines. De meisjes van Verkade bevolkten ooit de treinen van Amsterdam naar Zaandam. Nu werden ze voor het grootste deel overbodig. Een deel van de Verkade-machines is nu te vinden in het Verkade Paviljoen in het Zaans Museum. Bedrijven en fabrieken gingen failliet of werden gesloten of verplaatst naar elders.
De bedrijven die overleefden deden dat vaak als onderdeel van grote multinationals. Het inmiddels Koninklijke Wessanen opereert nu in heel Europa en Noord-Amerika. Albert Heijn wist uit te groeien tot het concern Ahold. Duyvis is opgegaan in het Amerikaanse PepsiCo. Honig is eigendom van het eveneens Amerikaanse Heinz en heeft zelfs geen vestigingen in de Zaanstreek meer. De monumentale panden aan de Zaan worden nu gefaseerd opgeknapt. Voor een deel worden ze teruggebracht in de staat van 1910 en voorzien van nieuwe bestemmingen.
Publicatiedatum: 25/11/2010
Vul deze informatie aan of geef een reactie.