Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Zaanse Pieter kreeg een vis naar zich vernoemd

Je zal maar de zoon van een Zaanse zeilmaker zijn en een tropische vis naar je vernoemd krijgen. Het overkwam Pieter Bleeker (1819-1878). Zijn levensverhaal leest als een spannend boek. Hoe kwam deze Zaanse jongen in het Indische leger terecht? Waarom kreeg hij meermalen een eredoctoraat? En waarom noemden apothekers een drankje naar hem?

Het begon allemaal in Zaandam. Naast het gezin van zeilmaker Bleeker woonde een apotheker, Bertram Brachet. Dat lijkt me wel een goede baan, dacht Pietertje. En op zijn beurt zag de oude apotheker in die pientere buurjongen wel een geschikte opvolger. En dus werd afgesproken, dat Pieter zich als voorbereiding op de baan, zou aanmelden voor de drie jaren durende opleiding tot apotheker.

Teyler

Het toekomstplan viel echter in duigen. Apotheker Brachet overleed voordat Pieter de zaak kon overnemen. Wat nu? Pieter had op de apothekersschool belangstelling gekregen voor geneeskunde. Met financiële steun van doopsgezinden uit de Zaanstreek wist hij een baantje te vinden bij een apotheker in Haarlem. Hij zou daar zonder loon komen werken, op voorwaarde dat hij er de lessen aan de klinische school kon volgen. Boeiend vond hij die lessen niet.

Naar eigen zeggen leerde hij meer over zoölogie in de collectie van Teyler (Teyler’s Museum, Haarlem). Het leren kostte Pieter blijkbaar niet veel moeite, want rond zijn twintigste jaar had hij het diploma voor stedelijk heelmeester en plattelandsgeneeskundige op zak. Een baan als heelmeester zag hij echter niet zitten. Pieter wilde meer leren, hij wilde naar de universiteit.

Een mooi plan, maar daar had je aardig wat geld voor nodig. En dat had deze heelmeester niet. Een route die dat probleem omzeilde, was je aanmelden bij het leger voor de opleiding tot officier van gezondheid.

Teyler’s Museum Aquarel van C. Ekama naar het schilderij van Wybrand Hendriks, ca.1800. Noord-Hollands Archief / Beeldcollectie van de gemeente Haarlem, Inventarisnummer 45794.

Zware storm

Pieter deed in 1841 het examen voor legerarts met bestemming Indië. Maar eerst werd hij naar het militair hospitaal in Harderwijk gestuurd. Vandaar moest hij naar de tropen. Die reis kostte enige tijd. De eerste etappe ging  over de Zuiderzee. Uitgerekend toen daar een zware storm woedde. En later, bij het oversteken van het grote Haarlemmermeer spookte het ook zozeer, dat het schip aan de grond liep. Al met al vergde het vier lange dagen om van Harderwijk naar Hellevoetsluis te reizen.

Daar lag het fregat de Prins van Oranje gereed voor de reis over de oceanen. Na een maand wachten, omdat de wind uit de verkeerde hoek waaide, kon het fregat eindelijk de zee op. Na 110 dagen varen gooide de Prins van Oranje, met Pieter Bleeker als officier van gezondheid 3e klasse aan boord, het anker uit bij Batavia (Jakarta). Voorjaar 1842.

De rede van Batavia met zeilschepen en pier, 1750-1850. Amsterdam Museum, objectnummer A 57014.

Droge jongen

In Batavia zagen Pieter Bleeker en Multatuli (Ed. Douwes Dekker) elkaar terug. Ze kenden elkaar van de catechisatielessen bij een doopsgezinde dominee in Amsterdam. Pieter Bleeker was in de ogen van Multatuli dezelfde ‘droge jongen’ als vroeger. Ken je een geschikte vrouw voor mij, zou Pieter hem een keer gevraagd hebben. Een rijke bedoelde hij, begreep Multatuli.

In de tropen nam Pieter Bleeker, voor zover hij tijd had naast zijn baan als officier van gezondheid, allerlei initiatieven. Zo lanceerde hij, in Batavia gelegerd, een tijdschrift, waarin hij natuurkundige en geneeskundige waarnemingen vastlegde. Lang heeft dat tijdschrift niet bestaan, want toen Pieter opdracht kreeg Batavia te verlaten en zich in Semarang te melden, was het met zijn tijdschrift gedaan.

Portret van de schrijver Multatuli, 1864. Vervaardiger: César Mitkiewicz. Public domain, via Wikimedia Commons.

Vissoorten

En hij ging, ook na vertrek uit Batavia, door met zijn natuuronderzoeken. Nu vooral van vissoorten. Die trof hij aan op de plaatselijke markten. En hoewel hij inderdaad getrouwd was met een rijke vrouw, kwam het hem goed uit dat dit vissenonderzoek geen hoge kosten vergde. Hij legde vast wat hij aan vissen op de markt zag en wat plaatselijke vissers hem brachten.

Pieter groeide tot een ichtyoloog (visdeskundige). In de jaren dat hij als officier van gezondheid in het Indische leger actief was (van 1842 tot 1860) verzamelde en beschreef  Pieter Bleeker meer dan twaalfduizend vissoorten. Daar zaten honderden nog niet eerder beschreven exemplaren bij.

Overweldigend

Terugkijkend op zijn Indische jaren constateerden wetenschappers dat de grote verdienste van Bleeker lag in de beperkingen die hij zichzelf had opgelegd. De fauna in Indië was overweldigend, er was zóveel om vast te leggen, om te onderzoeken, dat je aan één mensenleven lang niet genoeg had.

Bleeker had er verstandig aan gedaan om zich op de vissen te concentreren. Zo bracht hij de wetenschap een stapje verder. Maar niet alles draaide om vissen in het leven van Bleeker. Een boek over dysenterie leverde hem een eredoctoraat op (universiteit van Utrecht); van het boek kwamen Duits en Engelse vertalingen. Eerder had de Leidse universiteit hem al een eredoctoraat verleend voor een andere publicatie.

Portret P. Bleeker officier van gezondheid, staatsraad in buitengewone dienst, schrijver van Atlas Ichtyoloique des Indes Orientales Neerlandaises, geboren te Zaandam 10 juli 1819, overleden te ’s Gravenhage 24 januari 1878. Aan de onderzijde zijn handtekening. Vervaardiger: A.J.

Ontslag dreigde

Bleeker kon kritisch uit de hoek komen. Een artikel van hem in een Brits tijdschrift in Singapore schoot de gouverneur-generaal in Batavia in het verkeerde keelgat. Bleeker verweet in zijn artikel de hoogste autoriteit in Nederlands-Indië geen oog te hebben voor het belang van wetenschappelijke activiteiten. De gepikeerde gouverneur-generaal eiste dat de officier van gezondheid deze woorden terug zou nemen.

Bleeker weigerde. Zijn ontslag dreigde. Maar dat wist zijn commandant te voorkomen. Het betekende wel dat Bleeker werd overgeplaatst naar het oosten van Java. Weg uit Batavia dus.

Althans voor even. Want bij de oprichting van een geneeskundige school voor inlanders, zorgde zijn vroegere chef er voor dat Bleeker hier de leiding van kreeg. Die school opende in Batavia. Een halve eeuw later, in 1899, toen het vijftigjarig bestaan van deze geneeskundige school werd gevierd, prijkte het portret van (de toen al lang overleden) Pieter Bleeker op een prominente plaats in de feestzaal.

Pieter Bleeker (1819-1878. Beeld: Wikimedia Commons, publiek domein.

Opstand

Op grond van zijn wetenschappelijke onderzoeken en publicaties werd Pieter Bleeker in 1856 benoemd tot lid van de Koninklijke Nederlandsche Academie van Wetenschappen. Dat was in de tijd dat in Bengalen (Brits-Indië) een opstand uitbrak onder inheemse militairen in het koloniale leger. De vlam was in de pan geslagen toen het verhaal ging dat geweerkogels werden ingesmeerd met varkens- of rundvet. Dat was uitermate kwetsend voor de hindoe- en moslimsoldaten.

Deze opstand in 1857 dreigde uit te groeien tot een breed verzet tegen de Britse machthebbers toen ook enkele vorsten zich er bij aansloten. Uiteindelijk wist het leger de muiterij in Brits-Indië neer te slaan. Maar deze  ‘groote Britisch-Indische katastrofe’ zorgde, schreven de kranten, in Nederlands-Indië voor ‘eene rilling over de geheele bevolking’. Zou zo’n opstand ook op Java ook kunnen uitbreken? En zou het koloniale leger hier wel tegen kunnen optreden? En daarmee samenhangend de vraag of men in Den Haag wel voldoende wist wat er speelde in de Oost.

Pieter Bleeker, datum onbekend. Foto uit Holthuis collection, Naturalis, CC BY 3.0, via Wikimedia Commons.

Cirkel van vuur

In de maileditie (bestemd voor het vaderland) van het Bataviaasch Handelsblad verscheen een anoniem manifest. Het was een vurig pleidooi voor meer serieuze belangstelling in Nederland voor de ontwikkelingen in Indië. Doelend op de opstand onder de militairen in Bengalen, betoogde de auteur van het manifest dat als het ware een cirkel van vuur Java omringt. Voor je het weet zou ook hier een opstand kunnen uitbreken.

Overdrukken van het manifest vonden gretig aftrek. De Nieuwe Rotterdamsche Courant vond dat het tijd was om maatregelen te nemen: ‘Liever thans een deel van het batig slot opgeofferd, dan later het geheel te moeten missen.’  In Indië klonk de roep om de hoofdredacteur van het Bataviaasch Handelsblad de mond te snoeren, want hij zou dat manifest wel geschreven hebben. Wat niemand wist, was dat Pieter Bleeker de auteur van het manifest was. Bleeker zou bevriend zijn geweest met deze hoofdredacteur, H.L. Lion (1806-1869).

Dr. Pieter Bleeker, 1860-1870 Noord-Hollands Archief / Beeldcollectie van de gemeente Haarlem, Inventarisnummer 32839.

Gevangenis

Niet lang na publicatie van het geruchtmakende manifest werd de journalist Lion, die al vaker in botsing was gekomen met de lokale autoriteiten, in de gevangenis gegooid. Achttien maanden gevangenisstraf had hij gekregen voor een artikel. In gevangenschap raakte de journalist zwaar ziek. De arts (Pieter Bleeker!) die hem onderzocht, adviseerde de autoriteiten de man vrij te laten. De journalist Lion kreeg gratie.

De jaren die hij in Batavia woonde, lukte het Pieter Bleeker niet om het grote werk over de visfauna dat hem voor ogen stond te voltooien en te laten drukken. Hij vroeg verlof om terug te keren naar Nederland. Terugvarend naar het vaderland in 1860 nam Bleeker tweehonderd kisten met door hem verzamelde natuurkundige voorwerpen mee.

Atlas ichthyologique des Indes orientales néêrlandaises. Beeld via Wikimedia Commons.

Kolonel

Na afloop van zijn verlof in Nederland verliet dr. Pieter Bleeker in 1863 het leger. Hij ging met pensioen. Als kolonel b.d. bleef hij tot aan zijn dood werken aan zijn boek over vissen in de Indische wateren, de ‘Atlas Ichtyologique des Indes Orientales Néerlandaises’. Met prachtige illustraties van o.a. L. Speigler. Van de beoogde veertien delen heeft Pieter Bleeker slechts acht kunnen afronden.

In het jaarboek 1877 van de Kon. Ned. Academie van Wetenschappen constateerde P. Harting dat Bleeker met dit boek over de vissen in de Indische water ‘een blijvende plaats in de tempel des roems’ heeft verworven. Hij moet, aldus Harting, daarvoor jarenlang uur na uur oplettend talloze vissen hebben beschouwd en beschreven. Met zijn publicaties had Bleeker in binnen- en buitenland naam gemaakt. Zoals een krant destijds al schreef, deze ichtyoloog had ‘in gansch Europa groot gezag’.

Pieter Bleeker. Atlas ichthyologique des Indes orientales néêrlandaises. T. 1-2 (1862-63). Chromolithograph naar tekeningen van L. Speigler. Beeld via Ernst Mayr Library of Harvard University, publiek domein.

Staatsraad

Bleeker werd gepolst voor een hoogleraarschap, maar daar had hij geen belangstelling voor. Te druk met zijn Indische vissen. Hoewel, ook over vissen in Suriname schreef hij.

Pieter Bleeker was enige tijd gemeenteraadslid in Den Haag en hij zat in tal van commissies en besturen. Een van zijn belangrijkste functies was het hoofdredacteurschap van het Tijdschrift voor Nederlandsch Indië. Op voordracht van staatsman Thorbecke werd Bleeker bij Koninklijk Besluit benoemd tot Staatsraad in buitengewone dienst.

In 1866, een cholera-epidemie dreigde in ons land, adviseerde Bleeker, een breed publiek hoe te handelen. Hij had immers met cholera ruime ervaring opgedaan in Indië. Zijn boekje ‘Wenken voor allen’ was in korte tijd al aan een twaalfde druk toe. Zijn advies luidde: veel drinken. Apothekers kwamen al snel met een mixtuur op de markt onder de naam ‘Bleekers drank’.

Dark Mangrovegoby, Lophogobius bleekeri. Source: U. Satapoomin, Phuket Marine Biological Center / via the Atlas of Living Australia. CC BY-NC-SA 4.0

Zaandam

Eind januari 1878 overleed Pieter Bleeker onverwachts, 58 jaar. Tal van binnen- en buitenlandse onderscheidingen had hij gekregen. Hij was ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Bleeker werd begraven op Eik en Duinen in Den Haag. Het was een sobere plechtigheid, schreven de kranten. Geen redevoeringen. Maar wel, aldus dagblad Het Vaderland, met tal van vrienden, voorzitters en secretarissen van het Instituut voor Indische taal-, land- en volkenkunde en de Vredebond.

Dat hij in al zijn tropische jaren zijn geboorteplaats niet vergeten was, blijkt uit een berichtje in de Zaanlandsche Courant  anno 1872. De krant schreef dat dr. Bleeker, die als dertienjarige jongen de Zaanstreek had verlaten, Zaandam een exemplaar van zijn befaamde boek over de Indische vissen heeft aangeboden.

In 1921, tientallen jaren na zijn overlijden, is een grondelsoort (straalvinnige vis) officieel in het Latijns naar Zaanse Pieter vernoemd, de Lophogobius Bleekeri. Vanzelfsprekend zwemt die vis in de wateren rond Indonesië. Zo blijft de naam van Pieter Bleeker voor altijd aan het vroegere Indië verbonden.

En in eigen land noemt natuurwetenschappelijk museum Naturalis in Leiden de verzameling van Pieter Bleeker een van de parels binnen zijn collectie van de gewervelden.  De gedrevenheid van deze alleskunner, constateert Naturalis op de website, moet enorm zijn geweest. Dankzij zijn noeste vrijetijdswerk is Pieter Bleeker niet helemaal vergeten.

Auteur: Jan Maarten Pekelharing

Bronnen:

Publicatiedatum: 18/11/2024

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

2 reacties

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.