De strijkmolens werden in 1627 gebouwd om te voorkomen dat de Geestmerambacht onder water kwam te staan. Als de Heerhugowaard zou worden drooggemalen had de Raaksmaatsboezem te weinig capaciteit om die watertoevloed aan te kunnen. De strijkmolens maalden het water van de Raaksmaatsboezem naar de Schermerboezem, in die tijd nog de Schermermeer. Geestmerambacht wenst ook in 1919 deze strijkmolen te handhaven.
Reparatie?
Het Polderbestuur gaat niet direct tot reparatie over. Wel worden er inlichtingen ingewonnen hoeveel vervangende roeden kosten. Hierbij gaat de voorkeur uit naar tweedehands exemplaren. C. Poland is bereid de beschadigde molen voor 1600 gulden te repareren.
Afbreken?
In de vergadering van 16 december 1919 besluit het polderbestuur het nog even aan te zien. Kan de molen gemist worden? Door de inzet van gemalen is een betere waterbeheersing mogelijk. Op 14 januari 1920 wordt besloten toestemming aan Geestmerambacht te vragen om de molen te mogen afbreken. Geestmerambacht gaat niet akkoord, zodat reparatie opnieuw overwogen wordt.
Handhaven
Blijkbaar wordt er toch dooronderhandeld want in de vergadering van 22 juni 1920 blijkt er overeenstemming te zijn met Geestmerambacht om de gehavende Molen te Rustenburg te laten stilstaan. Geestmerambacht vraagt een jaarlijkse vergoeding voor extra bemaling van f 800,- per twee jaren. Deze regeling wordt in 1922 voor 2 jaar voortgezet.
De schuldvraag
In de vergadering van het polderbestuur van 10 febr. 1920 komt de positie van de molenaar ter sprake: ‘….het al of niet handhaven van den Heer Jos van der Heijden als molenaar, daar eenigszins vermoed wordt dat wegen onvoorzichtigheid deze mede schuldig zal zijn, aan het ongeval van zijn toevertrouwde Molen. Een nauwkeurig onderzoek hieromtrent zal worden ingesteld, verder werd besloten hem af 1 Februari 1920 te schorsen als Molenaar voorlopig.’
In juli van dat jaar wordt op deze kwestie teruggekomen: ‘Naar aanleiding van het genomen besluit om de gehavende Molen te Rustenburg buiten werking te stellen voor den tijd van twee jaar, wordt besloten de Molenaar van deze Molen de Heer Josef v/d Heijden met ingang van 1 Augustus 1920 als zodanig ontslag te geven, waarbij het hem vergund zal worden, dezelve te mogen blijven bewonen, tegen een huurprijs van f 2,- per week per drie maanden te voldoen aan de Penningmeester des Polders, en zal de molen wat gerepareerd worden’.
Waarschijnlijk speelt het polderbestuur met deze regeling quitte. De molen behoeft geen onderhoud meer en er hoeft geen molenaarssalaris uitbetaald te worden. Ook extra’s als het genieten van vrij licht behoren tot het verleden. De molenaar moet nu huur betalen.
In later jaren woont molenaar van der Heijden op strijkmolen K. In 1941 wordt strijkmolen H afgebroken wegens de uitvoering van het Westfries Kanalenplan.
© Schermer Molens Stichting
QR: 12-2.Strijkmolen I
Publicatiedatum: 26/02/2014
Vul deze informatie aan of geef een reactie.