Samen met mijn oma Jo blader ik door een fotoboek. Ze laat me foto’s zien over de onderwaterzetting van de Wieringermeer in april 1945. Oma Jo vertelt hoe zij dat toen, als klein kind, ervaren heeft. Ik luister naar haar verhaal, over broertje Gerard die zijn zusje ‘O-anna’ noemt en over het moeten vluchten voor het water.
Geschrokken
Tik, tik, tik. Zachtjes tikt de regen tegen het raam. Maar daarvan is Johanna niet wakker geworden. Met gespitste oren luistert ze naar de stemmen beneden in de woonkamer. Ze hoort flarden van een gesprek. “Duitsers…… Onderwaterzetting……. Vluchten…. Wieringen misschien?…” Johanna heeft genoeg gehoord. Ze rent de trap af. “Mama Papa? Waarom moeten we vluchten? De Duitsers trokken zich toch terug?” Ze ziet haar ouders elkaar geschrokken aankijken. Johanna’s moeder kijkt ongerust naar haar man. “Ik denk, Theo, dat we haar toch iets moeten uitleggen. Ze kan het maar beter weten.”
Naderend onheil
“Hmm” bromt haar vader. “Ga eens zitten schat.” Haar moeder wijst haar een stoel aan. Johanna gaat zitten en plukt verlegen aan het zoompje van haar wollen hemd. Haar vader vertelt met sombere stem: “De Duitsers zijn wanhopig. We weten niet wat ze gaan doen, maar ze zijn iets van plan.” “Maar wat dan? Wat gaan ze doen?” vraagt Johanna. “Je hoeft niet alles te weten meisje” zegt haar vader terwijl hij een pijp opsteekt. “Laat alles maar aan ons over. En nu naar bed!”
Rode knuffel
Johanna zucht en loopt naar boven. Wat doen haar ouders toch altijd geheimzinnig! Op haar tenen loopt ze naar de kamer van haar broertje Gerard. Gerard is niet zoals andere kinderen van zes jaar. Hij heeft het syndroom van Down. Maar dat vind Johanna helemaal niet erg. Dat maakt hem juist zo schattig, vindt ze. “Gerard?” Haar broertje zit rechtop in bed en staart haar met grote ogen aan. “O-anna?” Johanna glimlacht. Ze stopt hem weer toe, geeft hem zijn rode knuffel en zingt zacht een liedje. “Slaap Gerardje slaap…” Als ze ziet dat Gerard weer in slaap is gevallen loopt ze terug naar haar eigen kamer en gaat weer in bed liggen.
In galop
“Johanna! Wakker worden! We moeten weg, nú!” Johanna schiet overeind. Vluchten? Oh nee, hier hadden vader en moeder het over. Snel pakt ze haar borstrok en een dikke wollen trui. Ze schiet in haar klompen en rent naar haar vader en moeder. Die staan al bij een paard met wagen. “Meekomen Johanna!” “Waar is Gerard?” In paniek rent Johanna naar binnen. O gelukkig! Daar zit hij. “O-Anna? Waar rood knuffie?” “Weet ik niet Gerard! Maar we moeten nu weg!” Snel wikkelt ze hem in doeken en neemt hem mee naar buiten. Ze gaat in het rijtuig zitten en in galop rijden ze Wieringerwerf uit. Maar waar naar toe … ?
Troosteloos
… een kille wind waait om Johanna’s oren. Ze rilt en kijkt naar het troosteloze landschap om haar heen. Dit is er dus over van haar huis, van heel de Wieringermeer. Is het echt alweer negen maanden geleden dat zij hier zo onverwacht is gevlucht? Hoe kan dit ooit weer een bewoonde plek worden? Ze loopt naar de achtertuin. Opeens ziet ze iets roods liggen. Ze raapt het op. Het is de knuffel van Gerard …
Auteur: Merel Schouten.
De jury van de wedstrijd ‘Noord-Holland schrijft geschiedenis’ gaf in april 2010 aan dit verhaal een eervolle vermelding. Merel Schouten was met haar 11 jaar de jongste van de bijna tweehonderd deelnemers aan deze schrijfwedstrijd.
Bewerking en aanvulling met achtergrondinformatie: Redactie Oneindig Noord-Holland.
De Wieringermeer onder water gezet
De onderwaterzetting van de Wieringermeer op 17 april 1945 was een dieptepunt in de geschiedenis van de Noordkop tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op die dag bliezen de Duitsers met zware springladingen de IJsselmeerdijk op twee plaatsen op. Hun doel was vermoedelijk om geallieerde luchtlandingen in de polder te voorkomen. Met de nederlaag in zicht was het een zinloze daad van verwoesting door de Duitse bezetter.
De bijna 7000 polderbewoners en honderden onderduikers zochten een goed heenkomen. De Wieringermeerders vluchtten vooral naar de randgebieden om de polder, naar Wieringen, Barsingerhorn, Wieringerwaard, Winkel, Hoogwoud en Medemblik. Of zij gingen terug naar hun oorspronkelijke plaats van herkomst, waar familie onderdak verschafte. Binnen 48 uur stond het water in de polder ruim drieënhalve meter hoog. Meer dan driekwart van de huizen en boerderijen liep zware schade op.
Herstel
Na de bevrijding gaf de regering het herstel alle voorrang. Op 11 december 1945 viel de Wieringermeer opnieuw droog. Twee wielen en een kronkel in de dijk ten zuiden van Den Oever bleven achter als herinnering aan de ramp. Als monument is bij die plek het Dijkgatbos aangelegd.
Publicatiedatum: 17/05/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.