Hendrik Jan van de Graaff werd in 1782 geboren op Ceylon (nu Sri Lanka). Hij studeerde rechten in Groningen, Berlijn en Utrecht. Na de dood van zijn eerste vrouw vestigde hij zich in 1801 in Alkmaar. Daar hertrouwde hij in 1803 met Agatha de Dieu. Zij was een goede partij. Agatha kwam uit een oude Alkmaarse regentenfamilie. Bovendien was haar zuster gehuwd met Gijsbert Fontein Verschuir. Dat was destijds zo ongeveer de machtigste man van Alkmaar. Deze familierelatie werkte zeker positief door in de carrière van Hendrik Jan. In 1809 werd hij hoogheemraad van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen. Drie jaar later, op 19 september 1812, volgde zijn benoeming tot dijkgraaf door Keizer Napoleon. Die was toen bezig met zijn veldtocht tegen Rusland en zat in het veroverde Moskou. De grote keizer tekende het benoemingsbesluit in zijn “quartier imperiale” in de Russische hoofdstad.
Een waardig afscheid
Helaas raakte Van de Graaff in ernstige financiële problemen. De oorzaken hiervan weten we niet. Maar wel was hij genoodzaakt duizenden guldens te lenen van zwager Gijsbert Fontein Verschuir. Om uit dit moeras te komen, aanvaardde hij in 1816 een post in Nederlands-Indië. Op 11 januari 1816 nam hij tijdens een diner in Alkmaar afscheid als dijkgraaf. Hoogheemraad Lucas Dijl droeg een zelf gemaakt gedicht voor. Hij wenste Van de Graaf ondermeer:
“In voorspoed moge uw kiel door ’t schuimend pekel snellen,
zij voer U ongestoord, waar ’t morgenland (Indië) u wacht.
’t Convoy der Engelen, die uwen tocht verzellen,
behoeden gade en kroost op reize dag en nacht.”
Heimwee
Op 23 maart 1816 scheepten Van de Graaff, zijn zwangere vrouw en de kinderen zich in op de rede van Texel. Ruim vier maanden later kwam het gezin zonder ongelukken in Batavia aan. Een succes werd het verblijf aldaar niet. Het leven in Indië was erg duur. Van de aflossing van de schulden kwam niets. Bovendien hield Agatha het niet vol in de tropen. Zij keerde in 1819 met de kinderen naar Alkmaar terug. Hendrik Jan bleef alleen achter. Hij bracht het in Indië tot rechterhand van gouverneur-generaal G.A.G.P. baron van der Capellen.
Terug naar huis
Van der Capellen viel in 1826 in ongenade bij Koning Willem I. In Nederland ging het er vooral om dat Indië veel geld in het laatje bracht en daar slaagde Van der Capellen onvoldoende in. Willem I verving hem daarom in februari 1826. Van der Graaff kon ook gaan. Hij werd naar huis terug geroepen om verantwoording af te leggen.
Wat achter bleef was een brief
Begin november 1826 ging hij aan boord van de Java-Packet. De afloop is bekend. Het schip verging op de Zeeuwse kust. Van de Graaffs lijk werd nooit gevonden. Wel spoelde een grote partij van zijn brieven en papieren op het strand aan. Die bevinden zich nu in het Nationaal Archief te Den Haag en het Regionaal Archief Alkmaar. Het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen vergat hem ten slotte niet. In 1944 bestond het hoogheemraadschap 400 jaar en er verscheen een boek. Daar is het portret van verdronken dijkgraaf Hendrik Jan van de Graaff in afgebeeld.
Publicatiedatum: 02/03/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.
1 reactieIn het Maritiem museum Rotterdam hangt nog een aquarel van de Java Paket.
Ook te vinden op Maritiem Digitaal.
Uitgebreid zoeken
Inventaris nr: P2328
Trefwoord: aquarel