Vorstelijk salaris
Dortsman kreeg hiervoor het vorstelijke salaris van 2000 gulden per jaar, ongeveer zeven keer zoveel als een geschoold ambachtsman. Door leidinggevende ingenieurs goed te betalen hoopte de stad hun eerlijkheid te kopen. Bouwfraude was ook toen al aan de orde van de dag, wat gezien de enorme bedragen die er in de bouw omgingen niet onbegrijpelijk is. Al op 29 juli 1672 – slechts enkele maanden na het uitbreken van de oorlog – besloten de Amsterdamse thesauriers (penningmeesters) de Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland een rekening te sturen van 106.194 gulden voor de reeds uitgevoerde fortificatiewerken. Dortsman mocht de vestingen niet ontwerpen; Jan Hendricx Thim (van den Bergh) was verantwoordelijk voor de fortificatie van de stad, Jacob Bosch voor de fortificaties buiten de stad.
Vestingbouwkundige werkzaamheden
De Amsterdamse aanstelling van Dortsman duurde tot de zomer van 1674. In deze periode van ongeveer twee jaar maakte hij bestekken voor werken in Naarden, Weesp en de nabijgelegen versterkingen Nieuwersluis, Hinderdam en de Uitermeerse Sluis. Zijn opleiding tot vestingbouwkundige kwam nu goed van pas. Van vele bouwprojecten zijn de door Dortsman geschreven en ondertekende bestekken bewaard. Bolwerken, hoornwerken, contre-escarpes, gordijnen en kademuren werden onder zijn leiding aanbesteed.
Architect van stadspoorten
Daarnaast is het niet ondenkbaar dat ook de kwaliteiten van Dortsman als architect werden gebruikt: in de vestingen werden veel bouwwerken in de vorm van wachthuisjes, barakken en stadspoorten opgericht. Voor de nieuwe vestingwerken van Weesp ontwierp hij de Naarder- of ’s-Gravelandse Poort en de Utrechtse Poort, die bijna twintig meter breed moesten worden, ruim achttien meter diep en vijf meter hoog, het achtkantige torentje hierboven niet meegerekend. Op het in de Vecht gelegen fort Hinderdam werden zesendertig barakken, drie wachthuizen en een woning voor de commandant aanbesteed.
Behalve dat hij toezicht hield op de uitvoering van de vestingwerken aan bastions en ravelijnen, heeft hij waarschijnlijk ook de stadspoorten van Naarden ontworpen. Van de in 1877 geheel vernieuwde Utrechtse Poort uit 1682 is slechts een beeld te verkrijgen uit oude prenten. Van de in 1915 gesloopte Amsterdamse Poort (voltooid in 1683) bestaan nog achttiende-eeuwse bouwtekeningen. Het was een monumentaal gebouw met in het midden een halfronde inzwenking die voorzien was van dubbele pilasters. Het belang van openbare gebouwen vereiste het gebruik van klassieke orden. In dit geval werd de Dorische orde toegepast, een orde die vanwege het stoere ‘mannelijke’ uiterlijk bij uitstek geschikt was voor militaire gebouwen.
Amsterdamse poort, Naarden.
Amsterdamse Poort, tekening uit de 18de eeuw. Beeld: Collectie Nationaal Archief, Den Haag.
Geen hergebruik van steen
Opvallend is de vermelding in het bestek dat de aannemer de gereed liggende steen moest schoonbikken voordat hij die in het werk zou gebruiken. Hergebruik van steen was in die tijd heel normaal en zeker in tijd van oorlog, toen meerdere gebouwen werden verwoest en het afkomende materiaal werd doorverkocht en hergebruikt. In 1673 besloten de Gecommitteerde Raden van de Staten van Holland dat de barakken van Nieuwersluis niet opgemetseld mochten worden met de stenen van huis ‘Nieuwenroode’; met Nieuwenroode wordt vermoedelijk het op 6 september door de Franse legers verwoeste Nijenrode bij Breukelen bedoeld.
Controleur der Kleine Hollandse Fortificatiën
Vanaf 1675 kunnen we Dortsman terugvinden in de archieven van de Staten van Holland. Hij werkte hier als Controleur der Kleine Hollandse Fortificatiën tot zijn dood in 1682. Zijn hoofdtaak was toezicht houden op de bouw van de vesting Naarden, die in hoofdlijnen door Maximiliaan Hangest-Genlis, bijgenaamd d’Yvoij, was ontworpen en waar Dortsman enige wijzigingen in aangebracht had. Onder leiding van Dortsman werd ongeveer 1½ miljoen gulden uitgegeven! Dat hij er zelf niet armer van werd, blijkt uit zijn declaraties over de periode 1676-1682, die uitkwamen op bijna 9000 gulden, terwijl hij 7804 gulden aan onkostenvergoedingen ontving over de periode 1679-1682.
Plattegrond van de Vesting Naarden.
Zeventiende-eeuwse plattegrond van de vesting Naarden. Beeld: Collectie Noord-Hollands Archief, Haarlem.
Verdacht van fraude
De carrière van Dortsman in Naarden had een minder prettig einde. In 1681 werden de nodige onregelmatigheden en knoeierijen ontdekt. Het bleek dat bepaalde delen van de vestingwerken niet onderheid waren en dat deze opnieuw moesten worden opgetrokken. Dortsman werd in verband gebracht met fraude, maar nooit officieel beschuldigd. Vanwege deze gebeurtenissen dichtte Govert Bidloo bij zijn dood:
Had ooit de boukunde eer, ’t was door uw brein en hand;
Zij sterft met u, en straft ’t ondankbaar vaderland
Gij echter, die u wel en wijslijk hebt gequeten,
Zult bij ’t onsterffelijk het sterflijk lot vergeten.
Auteur: Pieter Vlaardingerbroek.
Bron
Bovenstaand verhaal is een verkorte versie van het hoofdstuk ‘Verdienen aan de oorlog (fortifcatiewerken)’ uit de catalogus Adriaan Dortsman (1635-1682): de ideale gracht. De gelijknamige tentoonstelling, met onder andere een aantal originele ontwerptekeningen van de forticifatiewerken voor de Hollandse Waterlinie, was in 2013 te zien in Museum van Loon.
Museum van Loon.
Beeld: Museum van Loon, Amsterdam.
Publicatiedatum: 29/05/2013
Vul deze informatie aan of geef een reactie.