Hoewel Selderbeek belangrijk is geweest voor de levensvatbaarheid van verschillende grote Nederlandse musea door het bieden van bruiklenen, is er sinds zijn dood in 1963 opvallend weinig aandacht aan zijn rol besteed. De collectie viel uiteen en er bleef veel onduidelijk over de inhoud. Tot een jaar geleden. Toen startte Kees van der Geer een onderzoek naar de collectie met een tentoonstelling in het Stedelijk Museum Alkmaar als resultaat. Hoe een handelaar in dode vogels een kunstcollectie van ruim 350 werken bijeen verzamelde, anderen uit de brand hielp, en vervolgens in de vergetelheid raakte.
Schilderijen te leen
Verzamelaars als Selderbeek en de bruiklenen die zij konden geven, waren van grote waarde voor musea, omdat de budgetten voor nieuwe aankopen vaak zeer bescheiden tot niet bestaand waren. Dankzij de hulp van Selderbeek kon Cornelis Baard, directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam, bijvoorbeeld toch zijn visie op moderne Nederlandse kunst tentoonspreiden. Eén van de grootste bruiklenen die Selderbeek verschafte, waren de 140 kunstwerken voor het Van Abbemuseum in Eindhoven. Bij opening in 1936 had dit museum een wat schrale collectie, maar door de uitleen van Selderbeek kreeg de kunstinstelling de kans uit te groeien tot een bekende naam in het museumveld.Het is echter niet waarschijnlijk dat je tegenwoordig bij een bezoek aan dit museum een bruikleen van Selderbeek tegenkomt. In mei 1942 werden er vanwege de Tweede Wereldoorlog al 88 kunstwerken teruggehaald, en tien jaar na het einde van de oorlog werden de laatste bruiklenen definitief retour gezonden. Het Van Abbemuseum was niet de enige instelling die uiteindelijk weer van de geleende schilderijen af wilde. Ook het Stedelijk Museum Amsterdam gaf na de dood van Selderbeek de resterende kunstwerken terug. De belangrijkste reden voor deze massale afstoting is waarschijnlijk te vinden in de grote veranderingen die zich na de Tweede Wereldoorlog voordeden binnen de kunstsector. De stijl die de verzameling Selderbeek kenmerkte werd, kort gezegd, als ouderwets ervaren.
Collectievergaring
Wat hield die stijl in? De eerste tekenen van een verzameling dienden zich in 1925 aan toen Wim Selderbeek twee schilderijen leverde voor een tentoonstelling op de school van zijn kinderen. De meeste kunstwerken die hij tijdens zijn leven bij elkaar sprokkelde, zijn tussen 1905 en 1930 vervaardigd, voornamelijk door Nederlandse kunstenaars die al enige naam hadden gemaakt. Hij verwierf zijn kunst via veilingen en kunsthandelaren, maar ook door direct in het atelier van de kunstenaar te kopen of hen een opdracht te geven. Hij had een grote voorkeur voor figuratief werk met onderwerpen als het landschap, stadsgezichten, stillevens, portretten en naakten. De Bergense School (een Nederlandse expressionistische stijl) met kunstenaars als Arnout Colnot, Dirk Filarski en de gebroeders Matthieu en Piet Wiegman, was goed vertegenwoordigd, maar was zeker niet het enige wat er in de collectie te vinden was. Sommige kunstenaars hadden een stevige plek vergaard binnen de verzameling, waaronder Toon Kelder en Jan Sluijters. Samen met de schilder Leo Gestel namen hun werken een derde van de collectie in beslag.
De duisterheid van Kelder
Van Toon Kelder had Selderbeek meer dan vijftig kunstwerken in bezit. Dat de twee mannen op vriendschappelijk voet stonden, blijkt misschien al uit het feit dat Selderbeek in 1926 zowel zichzelf als zijn vrouw door de schilder in verf liet vereeuwigen. Wim Selderbeek kijkt ons vanaf zijn doek indringend aan, een sigaret losjes in de hand. Op de achtergrond zijn voorwerpen te zien die verwijzen naar de autohandel waarmee de man zich op dat moment bezighield. Het portret is uitgevoerd in het kenmerkende donkere palet van Kelder van dat moment en door de grove penseelstreken is er weinig detaillering te ontdekken. De werken zijn eerder opgebouwd uit groene en bruine kleurvlakken dan dat elk haartje zichtbaar is. Dit is de stijl die Selderbeek erg kon waarderen. Toen Kelder rond 1930 van koers veranderde, verslapte de aandacht van de verzamelaar voor de schilder.
Vriend Sluijters
Toon Kelder was niet de enige kunstenaar waarmee Wim Selderbeek vriendschap sloot. Ook Jan Sluijters verwierf een bijzonder plaatsje binnen zijn het leven. Waarschijnlijk maakte Selderbeek via Cornelis Baard, groot fan van Sluijters, kennis met het werk van de schilder. Het latere werk van Jan Sluijters wordt voor een groot deel gekenmerkt door het gebruik van heldere kleuren en een duidelijke vlakverdeling. In het vroegere werk van rond 1900 is het experiment nog meer aanwezig. Tot spijt van de kunstenaar had hij nauwelijks werk uit deze periode in eigen bezit.Selderbeek kocht een aantal van deze kunstwerken voor de schilder terug, waaronder Spaanse danseres uit 1906. Dit kleurrijke schilderij toont een danseres in een zwierige rode jurk. Volledig opgaand in haar eigen dans gooit ze haar hoofd in haar nek, de armen meenemend in haar bewegingen. In de duisternis van de achtergrond is een aantal toeschouwers te onderscheiden. Afgezien van het knallend rood van de jurk zijn de kleuren bescheiden gehouden: donkergroen en bruintinten, met hier en daar een verdwaald streepje geel of blauw. De gebruikte kleuren waren een poging van Sluijters de bewegingen van de danseres in beeld brengen. Het woeste rood suggereert levendigheid, de groen- en bruintinten zijn gereserveerd voor de muurbloempjes op de achtergrond. De schilder hechtte veel waarde aan dit kunstwerk, omdat hij het als een sleutelwerk in zijn oeuvre beschouwde. Met het maken van dit werk brak hij in zijn eigen ogen definitief met de behouden traditie die in de Nederlandse schilderkunst heerste in de jaren rond de eeuwwisseling. Door de hulp van Selderbeek kon Sluijters het werk weer in de armen sluiten.
Het Stedelijk Museum Alkmaar heeft bij het uiteenvallen van de verzameling in de jaren zestig een aantal kunstwerken weten te bemachtigen voor de vaste collectie. En nu is er dus een tentoonstelling met de titel Sluijters, Gestel, Kelder. De passie van verzamelaar Wim Selderbeek. De genoemde schilderijen zijn slechts twee werken van de ongeveer 275 bekende kunstwerken uit de collectie. Er is nog veel meer te zien van en te ontdekken over de vergeten verzamelaar. Wim Selderbeek vergaarde met name kunst met een bepaald stempel, in helaas een stijl die na de Tweede Wereldoorlog de waardering van kunstlievend Nederland even niet kon wegdragen. Hierdoor kon het gebeuren dat een dergelijke kunstcollectie in de vergetelheid raakte. Het is mooi dat we hier nu weer een glimp van meekrijgen.
Auteur: Nienke Knotter
Literatuur
Geer, Kees van der, Sluijters, Gestel, Kelder. De passie van verzamelaar Wim Selderbeek, tent.cat. Alkmaar (Stedelijk Museum) 2017.
Publicatiedatum: 14/03/2017
Vul deze informatie aan of geef een reactie.