Op een landkaart uit het midden van de 19e eeuw zie je hoe de hele Holendrechterpolder bezaaid lag met legakkers. Het leek wel half water en half land. Het uitgebaggerde veen werd te drogen gelegd op lange stroken land – legakkers – om platgestampt te worden en later in turven gesneden. Verschrikkelijk zwaar werk was dat.
Voordat het baggeren kon beginnen, was het zaak eerst een dijk rond de veenderij te leggen. De kade langs de riviertjes Bullewijk en Holendrecht moest ook versterkt worden. Maar in april 1803 konden de arbeiders hun eerste beugel veen baggeren. De klus was begonnen.
Waterplas
Molens hielden de polder min of meer droog, maar in 1863 stond hier bij de vaart een stoomgemaal klaar. Dat was zeker nodig, want door het baggeren was de hele polder nu één grote waterplas. Machine en twee molens aan het Abcoudermeer maalden de polder weer droog. De oude vaart diende daarbij als afwateringskanaal.
Het stoomgemaal is inmiddels vervangen door een elektrisch exemplaar. Het houten sluisje is verdwenen. Beide molens aan het Abcoudermeer vielen in 1898 en 1900 onder de slopershamer. De verveende polder werd na een verkaveling weiland.
Alleen het bovenland, een brede strook land langs de Bullewijk en Holendrecht, is nooit verveend. Dat was om de dijken te beschermen, maar er speelde zeker mee dat veengrond langs de rivieren vaak klei bevat – en dat wil niet zo goed branden. Met andere woorden: daar viel niet aan te verdienen.
Publicatiedatum: 12/04/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.