Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Het Topstuk van Arthur van Dijk: ‘Zonder verleden geen toekomst’

Commissaris van de Koning Arthur van Dijk neemt het verleden graag mee in het vormgeven van de toekomst. Als topstuk uit de collectie van het Noord-Hollands Archief koos hij een kleurenlitho van Johan Conrad Greive uit 1872, waarop de aanleg van het Noordzeekanaal is afgebeeld. In de complexiteit en omvang van het project ziet hij parallellen met de uitdagingen van nu – waarbij een stukje historische durf soms best welkom is.

‘Ik werd eigenlijk meteen gegrepen door deze plaat,’ legt Van Dijk uit, ‘maar het grappige was dat ook iedereen op kantoor zei: “die zal hij wel uitkiezen”.’ Op tafel voor hem ligt een reproductie van de kleurenlitho, waarop het binnenfront van de Zuidersluis te zien is tijdens de aanleg van het Noordzeekanaal. Het origineel maakt deel uit van de beeldcollectie Provinciale Atlas van de provincie, die beheerd wordt door het Noord-Hollands Archief. ‘Als je je een beetje verdiept in hoe dat toentertijd ging en je ziet dan in één keer zo’n beeld, dan geloof je het bijna niet. Dat mensen met kruiwagens en een schop het Noordzeekanaal hebben uitgegraven, vijftien meter diep.’

Het Noordzeekanaal, dat tussen 1865 en 1876 is aangelegd, was een van de grootste infrastructurele projecten van de 19e eeuw. ‘Bijna ongeloofwaardig groots,’ aldus Van Dijk, omdat het allemaal met de hand werd gedaan. Arbeiders uit het hele land werden aangetrokken om het graafwerk in de duinen te doen, onder rauwe en sobere omstandigheden. ‘Dit was niet het eerste kanaal dat ze uitgegraven hebben. Ze hadden al wat ervaring opgedaan met het Noordhollandsch Kanaal tussen Amsterdam en Den Helder. Maar zo’n sluis bouwen, dat hadden ze in Nederland op dat niveau nog niet gedaan. Hier is gewoon een aorta aangelegd, zou je kunnen zeggen.’

Commissaris van de Koning Arthur van Dijk bij zijn topstuk. Foto: Kim Krijnen, Noord-Hollands Archief.

Maatschappelijke impact

Zulke grote projecten zijn natuurlijk niet vrij van gevolgen voor de omgeving. ‘Het idee was om Amsterdam te koppelen aan de zee, maar de eerste veranderingen waren natuurlijk in Velsen en Beverwijk voelbaar. Je splitst dorpen, want je gaat in een keer dwars door iets heen. Dit gebied is definitief veranderd.’ Ingrijpen op deze schaal kan tegenwoordig alleen na het uitgebreid in kaart brengen van de effecten op mens en milieu. Daarnaast is er volgens Van Dijk veel lef nodig: ‘Uiteindelijk hebben ze dat lef bij de aanleg van het Noordzeekanaal wel gehad. Terwijl er waarschijnlijk niemand was die honderd procent heeft kunnen garanderen dat dit allemaal na honderd jaar nog zou bestaan en functioneren.’

Maar het Noordzeekanaal kwam er. Gelukkig, want het is voor alle gemeentes van IJmuiden tot Amsterdam van ‘essentieel belang’ geweest, aldus Van Dijk. ‘Het kanaal is mede onderdeel van de logistieke kracht van Nederland. Het heeft ervoor gezorgd dat Amsterdam nog steeds de vierde haven van Europa is. En op sommige gebieden, bijvoorbeeld van cacao, zelfs de grootste haven ter wereld.’ Dat garandeert een bepaalde status, ook voor de toekomst. ‘Het hele Noordzeekanaalgebied, inclusief Den Helder, is nu ook Hydrogen Valley geworden in Europa. Alle windparken op zee leveren op dit moment niet genoeg energie om waterstof te maken, dus daar gaat deze regio ook weer een rol in spelen. De provincie erkent deze belangrijke functie en waarde van het gebied.’

Johan Conrad Greive (1837-1891), Bouw van de sluizen tijdens de aanleg van het Noordzeekanaal, ca. 1872. Collectie Provinciale Atlas, Noord-Hollands Archief.

Complexe opgave

Niet voor niets ziet Van Dijk in de aanleg van het Noordzeekanaal parallellen met twee grote uitdagingen van onze eigen tijd: klimaatverandering en de energietransitie. ‘Ik denk dat het nu absoluut noodzakelijk is om die vooruitgang te sturen naar een vergroening. En dat we dat doen op een manier waar we over honderd jaar nog steeds trots op kunnen zijn.’ Het faciliteren van de energietransitie heeft grote ruimtelijke impact, legt Van Dijk uit. ‘Qua materialen en machines hebben wij het nu een stuk makkelijker, maar politiek gezien hebben we het een stuk moeilijker. Onze politiek is versnipperd geraakt en denkt in regeerperioden van vier jaar. Maar soms moet je besluiten nemen die verder reiken dan jouw regeerperiode. Dat is met de aanleg van het Noordzeekanaal ook gebeurd.’

‘Het was natuurlijk heel anders in die tijd, maar we hebben er veel van geleerd. Een beetje rekening houden met hoe iets in het verleden gegroeid is, geeft toch richting aan waar je in de toekomst naartoe wil. Als je doet wat je gisteren deed, dan weet je wat je morgen krijgt, toch?’ Die richting is volgens Van Dijk hard nodig om de politiek, die hij zelf als een metaforisch schip beschrijft, koers te laten zetten naar een groenere toekomst. ‘Dat zijn allemaal dingen die door mijn hoofd gaan als ik naar zo’n prent kijk. En daar heeft de beeldcollectie Provinciale Atlas dan weer een mooie rol in, want plaatjes zeggen soms veel meer dan woorden. Zonder verleden geen toekomst.’

Commissaris van de Koning Arthur van Dijk bij zijn topstuk. Foto: Kim Krijnen, Noord-Hollands Archief.

Tekst: Sarah Remmerts de Vries

Dit artikel is eerder verschenen in Uitgelicht, het magazine van het Noord-Hollands Archief.

Publicatiedatum: 27/05/2024

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.