Een bankier en zijn kasteel
Vooral in de tijd van de bouwheer, de schatrijke bankier Willem Eggert, was Purmersteijn een belangrijk bestuurlijk en militair centrum. Hij was tresorier van Holland en Zeeland en na zijn beschermheer graaf Willem VI de machtigste man van het graafschap. Hij voerde bezuinigingen door en pakte fraude en omkoping bij de adel aan. Vanuit Purmersteijn trad hij op als regionaal magnaat en werden West-Friesland, Texel en de Kop van Noord-Holland grotendeels ‘bevrijd’ van de adel. De inwoners van de meeste dorpen kregen zelfbestuur. De edelen namen hem dat niet in dank af en bestookten hem met vete-brieven, een soort middeleeuwse haat-mail. Kort daarna, in 1417, overleed Willem en werd hij begraven in de Eggertkapel van de door hem gestichte Nieuwe Kerk in Amsterdam.
Het belang van Purmersteijn
Het grote belang van Slot Purmersteijn is af te lezen aan de enorme omvang: het was een stuk groter dan het Muiderslot en besloeg een groot vierkant terrein met torens op de hoeken. Een dergelijk kasteel kon in die tijd eigenlijk alleen maar worden gebouwd door een landsheer of de hoogste adel.
Midden aan de voorzijde was een forse donjon, een hoofdtoren, met een poort ernaast. De donjon had muren van ruim een meter dikte en bezat achtkante torentjes op de hoeken. De toren is opgegraven door de archeologen, net als de funderingen van de hoektorens aan de oostkant van het slot. Maar de twee grote zalen aan de westzijde van het kasteel zijn nog niet teruggevonden. De funderingen hiervan moeten zich, net als de dubbele ring van kasteelgrachten en een tweede poortgebouw, nog in de grond bevinden.
Slappe grond
Uit de opgravingen blijkt dat de middeleeuwse bouwers grote moeite hadden met de zachte veenbodem waarop het kasteel stond. Er werden nog tijdens de bouw aanpassingen doorgevoerd, maar toch werd het probleem daarmee niet helemaal opgelost. Op latere afbeeldingen is te zien dat de grachten, die oorspronkelijk direct om de muren liepen, zijn gedempt.
Ook werden zware steunberen aangebracht om verzakking van de gebouwen tegen te gaan. Toch kwamen er scheuren in het bouwwerk en vervolgens stortte één van de hoektorens in door het zware kanongebulder tijdens de viering van de Vrede van Utrecht in 1713. Deze hoek van het kasteel werd snel herbouwd. Behalve zijn kasteel bleek ook Eggerts geslacht niet zo goed gefundeerd: zijn familie viel bij de volgende graven in ongenade en speelde daarna geen belangrijke rol meer.
De scheepvaartnederzetting Purmerend
Behalve over het kasteel zelf gaat het rapport over de relatie met het nabijgelegen vissersdorp Purmerend, dat zich mede door de steun van Willem Eggert ontwikkelde tot een stad. De oudste archeologische sporen bevinden zich in een zone langs waterloop de Where en dateren van het einde van de twaalfde of begin dertiende eeuw. Het ging om een langgerekte ‘terp’ die net het latere kasteel buitendijks lag.
In de tijd van Willem Eggert kwam de ontwikkeling van het plaatsje in een stroomversnelling en in de vijftiende eeuw was Purmerend het centrum van de palinghandel in Noord-Holland. Deze vis werd zelfs geëxporteerd naar Londen, waar men paling als delicatesse voor de elite beschouwde. Purmerend bezat hier een eigen kade aan de Thames, vlakbij een vismarkt.
Het einde van een slot
Na Willem Eggert kwamen Purmersteijn en Purmerend in handen van adellijke geslachten, die het beheer van hun rechten overlieten aan hun vertegenwoordiger, een ‘kastelein’. Door toenemende uitbreiding van macht en invloed van de kasteleins ontstonden wrijvingen met het stadsbestuur.
Toen zich in 1741 de kans voordeed, werd Slot Purmersteijn, een gehaat symbool van de macht van met name de prins van Oranje volledig gesloopt door de regenten van Purmerend. Hier bevindt zich nu het Slotplein, waar slechts een klein stukje muurwerk en een bord de ligging van de voormalige machtige donjon aangeven.
Meer weten over het Slot?
Naar aanleiding van de opgravingen en het onderzoek rond Slot Purmersteijn is een opgravingsrapport voltooid. Het gaat uitgebreid in op archeologie en geschiedenis van het kasteel. Dankzij het combineren van gegevens uit archeologisch, historisch, ecologisch en iconografisch onderzoek konden veel vragen over het Slot worden beantwoord.
Het rapport werd geschreven in opdracht van de gemeente Purmerend en is uitgegeven als deel 2 in de reeks Noord-Hollandse Archeologische Publicaties van Archeologiecentrum Huis van Hilde. Aan het rapport werkten mee: de historicus J.T.M. Besseling, de paleo-ecologen H. van Haaster en K. Hänninen en de archeologen E. Jacobs en G.P. Alders (red.). De overzichtsplattegronden zijn van de hand van archeoloog T. Hoogendijk.
Auteur: Gerard Alders
Publicatiedatum: 17/11/2016
Vul deze informatie aan of geef een reactie.