Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Romeinse munten in Noord-Holland

Weinig zaken spreken zo tot de verbeelding als (potten vol met) munten uit vervlogen eeuwen. Schatvondsten uit de Romeinse tijd zijn zeldzaam, maar 'losse' munten worden op vele plaatsen gevonden.

Verloren geld en bezittingen

De oudste munten zijn naar Noord-Holland gebracht door de Romeinen zelf. Dat was rond het jaar vijftien, toen er bij Velsen een legerbasis werd gesticht met zo’n vierhonderd soldaten. In het kamp zelf, dat tevens een vlootbasis was, is voornamelijk kleingeld gevonden. De meest gangbare munt van toen was de ‘as’, een koperen munt ter grootte van een muntstuk van 2 euro. De soldaten zullen onderling diverse spelletjes hebben gespeeld, waarbij een aantal assen als inzet werden gebruikt. Mogelijk hebben ze ook wel eens iets van elkaar gekocht. Bij al deze handelingen is geld verloren en in de bodem terechtgekomen; we praten dan over enkele honderden munten. Er is bij Velsen ook gevochten; Friezen hebben geprobeerd het fort in te nemen en dat lukte bijna. In deze strijd zullen ook persoonlijke bezittingen zijn verloren, zoals een uiterst kostbaar goudstuk. Dit zijn echter grote uitzonderingen.

Kopen van loyaliteit

Voor de Romeinen was het politiek correct om een stamhoofd persoonlijke grote geschenken te geven om daarmee te zorgen dat deze stam zich niet tegen hen zou keren. Elders in Nederland zijn schatvondsten van zilvergeld gevonden die duidelijk bewijs zijn van dergelijke transacties. In Noord-Holland kennen we (nog) geen schatvondsten die te maken hebben met de directe aanwezigheid van de Romeinen. Ze waren er ook maar korte tijd; tussen 15 en 48 n. Chr.

Zilveren denarius van keizer Hadrianus, 117-138 n. Chr. Gevonden te Uitgeest (muntschat).

Gepensioneerde militairen

De schatvondsten die we wel kennen uit de Romeinse tijd – voor Noord-Holland van 15 tot 300 n. Chr. – kunnen worden toegeschreven aan gepensioneerde militairen die zich voor hun oude dag vestigden in hun geboortestreek. Veel Friezen waren ingelijfd in het Romeinse leger en als ze 25 jaar diensttijd hadden overleefd, kregen ze een klein pensioen naast de buit die zij zelf al hadden kunnen bemachtigen bij de (meestal) toegestane plundering van een vijandig dorp of stad.

De eigenaar van de ruim 1200 zilveren denarii – zilveren munten ter grootte van een muntstuk van tien eurocent – die een boerderij bij Uitgeest bewoonde heeft zijn bezit rond het jaar 190 in de bodem verstopt. Dat hij niet alleen geld had, werd bewezen door de vele Romeinse luxegoederen die hij in zijn huis had. Hetzelfde kan worden gezegd van de eigenaar van de ruim 50 antoniniani, dubbele denarii, die in Schagen waren verstopt; ook deze bezat luxe spullen, getuige een prachtige gouden ring die waarschijnlijk gewoon verloren was.

Sommeltjesberg

Een heel oude vondst, die reeds geheel verloren is gegaan, werd meer dan tweehonderd jaar geleden gedaan op Texel. Een eigenaardige heuvel had daar de aandacht getrokken van enkele schatzoekers. Met enig spitwerk werd in de zogenoemde ‘Sommeltjesberg’ een flink aantal metalen voorwerpen gevonden. Het waren voornamelijk bronzen kannen en zeven, die waren meegegeven als gift in deze grafheuvel.

Tot op de dag van vandaag is een dergelijke rijke ‘tumulus’ een unicum in Noord-Holland. Ook in de boerderijen van de gewone Texelaars werd veel muntgeld gevonden; ditzelfde geldt eigenlijk voor iedere inheemse nederzetting uit de tweede en derde eeuw. Of het nu een koperen zeef of een koperen munt betrof, voor de mensen uit die tijd waren ze beide geld waard. Of er onderling mee werd betaald of dat het uitsluitend een symbolische functie had, weten we nog niet, maar iemand met veel geld zal in ieder geval in aanzien hebben gestaan.

Auteur: Frans Diederik

Publicatiedatum: 10/11/2011

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.