Lidmaatschap geeft status
Lidmaatschap van een rederijkamer was niet voor iedereen weggelegd. Men moest tot de economische of culturele elite behoren om zich een rederijker te mogen noemen. De leden speelden een hoofdrol bij festiviteiten en plechtige gebeurtenissen in de stad. De door hen georganiseerden dichtwedstrijden en opgevoerde toneelstukken behoorden tot literaire hoogtepunten van het jaar. Zowel Frans Hals als zijn broer Dirck waren beiden ingeschreven als ‘beminnaer’, of ‘Tweede Lid’ bij de Wijngaardranken. De stichting van het Oudemannenhuis, het gebouw waar het Frans Halsmuseum sinds 1913 is gevestigd, is te danken aan een inzamelingsactie tijdens een groot rederijkersfeest in 1606.
Toneelspelers op het doek
In de tijd van Hals’ lidmaatschap van de rederijkamers ontstaan enkele portretten en genreportretten van figuren uit de toneel- en muziekwereld. Er worden diverse schilderijen van Hals in verband gebracht met de rederijkerij. Zoals de bekende luitspeler (nu in het Louvre in Parijs) en het doek met de toneelfiguur ‘Pekelharing’. Als nar zette Pekelharing aan tot lachen en drinken. Op het schilderij van Hals is hij afgebeeld als een grijnzende dronkenlap met een lege kan bier in zijn hand. Dit type schilderijen maakte Hals wel meer, waaronder de Lachende Drinker (Rijksmuseum) en waren uitermate geschikt voor een kroeg of herberg. Een ‘Pekelharing van Hals’ – waarschijnlijk deze – was in 1631 in het bezit van de kroegbaas van de Haarlemse herberg ‘De koning van Vrankrijk’, een kunstenaarskroeg waar Hals, waarschijnlijk niet toevallig, ook vaak te vinden was.
Wil je meer weten over Frans Hals en de schilderkunst in de Gouden Eeuw? Bekijk hier de openingstijden van het Frans Hals Museum en plan je bezoek.
Publicatiedatum: 26/08/2013
Vul deze informatie aan of geef een reactie.