De zelfbenoemde hoogleraar benoemde zijn vrouw tot hoofd van de juridische faculteit. Aan de ’s-Gravelandse weg liet Pootjes in 1956 een academiegebouw optrekken met daarin een auditorium, dat tevens als kapel dienst deed. De twee kerkorgels die daarin stonden opgesteld, werden door Pootjes bespeeld. Vanaf de kansel gaf hij lezingen voor aanhangers en belangstellenden. Pootjes kon de 3,5 miljoen gulden, die het imposante gebouw had gekost, uit eigen zak betalen. Zijn bedrijf fabriceerde het zogenoemde ‘Pootjesglas’.
‘Rijwielen worden verwijderd’
Johannes Willem Pootjes was in 1890 geboren in Amsterdam. Hij werkte aanvankelijk in de reclame. In 1928 vertrok hij met zijn (tweede) vrouw en hun kinderen naar het Gooi. Hij woonde korte tijd in onder meer Blaricum en Laren en vestigde zich uiteindelijk in Hilversum. Daar begon hij in 1932 een bedrijf onder de naam Pootjes Gevellichtkasten Industrie. Vanaf 1940 fabriceerde hij handgeschilderde glazen reclameplaatjes. Het stond bekend als Pootjesglas. De sierlijke letters waren gezet in een art deco-achtige stijl. Het glas was vaak rechthoekig of ovaal. Veel later zou Pootjes ook bordjes van kunststof fabriceren.
Het Pootjesglas werd in het hele land verkocht. Het bedrijf had een buitendienst die de bordjes naar de winkeliers bracht. In sommige bakkerswinkels, kapsalons en cafés zijn de plaatjes nog te zien. Ze dragen teksten als ‘Al onze artikelen zijn uitsluitend met roomboter bereid’, ‘Rijwielen worden verwijderd’, ‘Jus d’orange van verse sinaasappelen’ of ‘Sigaret hier doven’. Ook plaatjes met bedrijfsnamen werden door Pootjes geproduceerd. Pootjes had zijn bedrijf in de jaren ’30 gevestigd in een verbouwde boerderij aan de Langestraat 122. Het werd ook het woonhuis van de familie Pootjes.
Kritiek op de staat
In die tijd richtte hij de onafhankelijke Gemeente der cultusvrije Christusbelijders op. Pootjes zette zich af tegen katholicisme, doodstraf en militarisme. In 1939 raakte hij in conflict met de overheid. Toen zijn oudste zoon Pim een oproep voor de militaire dienst had gekregen, liet hij hem onderduiken. Pim werd daarop gevangengezet. Zijn vader richtte tevergeefs een adres aan zowel Tweede Kamer als Koningin Wilhelmina. Tijdens de bezetting zou Pootjes zelf worden gearresteerd en zou hij acht maanden in Vught vast hebben gezeten. Dat zou zijn gebeurd toen de Duitsers twaalf onderduikers ontdekten.
In de jaren na de bevrijding bekritiseerde hij openlijk de vlucht van Wilhelmina en de regering in 1940 naar Londen. De grondwet van 1938 beschreef volgens Pootjes dat ‘de Zetel der Regeering in geen geval buiten het Rijk kan worden geplaatst’. In zijn blad De Vredestichter pleitte hij voor ontwapening van Nederland en kondigde hij aan actie te zullen voeren tegen de Dienstplichtwet. Pootjes organiseerde in Hilversum druk bezochte protestbijeenkomsten voor militairen die naar Indië uitgezonden dreigden te worden. De activist en pacifist Pootjes kwam zodoende in het vizier van de Veiligheidsdienst. Zijn blad werd verschillende keren in beslag genomen; in 1947 werd hij gedagvaard. Op de zitting eiste de Officier van Justitie vier-en-een-half jaar wegens uitlokking van desertie en majesteitsschennis. Ook had de Officier graag een ‘psychiatrisch onderzoek bij de heer Pootjes laten instellen, doch daar hij is ondergedoken is dit voorlopig niet mogelijk’.
Pootjes hield zich inderdaad schuil. Naar later bleek in zijn woning aan de Langestraat. Pas twee jaar na het proces werd Pootjes tijdens een politie-inval van maar liefst 25 rechercheurs uit een geheime kamer in zijn huis gehaald. In oktober 1950 werd Pootjes, die door Officier Mr. B. Kist ‘een hysterische psychopaat’ was genoemd, veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk. Met aftrek van voorarrest betekende het dat Pootjes een vrij man was.
Activist en idealist
Pootjes, die de leiding van zijn bedrijf al jaren daarvoor had overgedaan had aan zijn zoon, stortte zich op wat hij later noemde zijn ‘ideologie’. ’s Zondags stond Pootjes achter het katheder in zijn ‘universiteit’ aan de ’s-Gravelandseweg. Onder zijn gehoor van belangstellenden bevond zich ongetwijfeld zijn gezin en de twee families met wie Pootjes al geruime tijd in zijn woonhuis aan de Langestraat een vorm van woon-werkgemeenschap was begonnen, en waar zakelijke en privé besognes naar het schijnt nogal door elkaar liepen.
Pootjes bleef tot kort voor zijn dood in 1970 de activist en idealist die hij meer dan dertig jaar was geweest. Hij bleef proberen middels een groot aantal brieven de overheid te overtuigen van zijn gelijk. Zijn universiteit moest in 1998 wijken voor de bouw van het zogenoemde AKN-gebouw, een omroepgebouw van de gefuseerde NCRV en KRO. Wat is gebleven is het Pootjesglas. In 1995 werd het bedrijf voortgezet door oud-medewerker Libera de Haan. Vanuit hetzelfde adres: Langestraat 122 te Hilversum.
Tekst: Stef Lokin
Bronnen:
- Ron van den Berg, ‘‘Professor’ Johannes Willem Pootjes’, Eigen perk no. 1 Hilversums Historisch Tijdschrift 2019 p. 3-17.
- Eddie de Paepe, Met hart en ziel, gevierde en verguisde Hilversummers (Huizen en Almere 2002).
- B. van der Schuyt en J. De Ronde ed., De ’s-Gravelandseweg en zijn bewoners (Hilversum 2005).
Publicatiedatum: 20/01/2020
Vul deze informatie aan of geef een reactie.