Achter de Hondsbossche
Het Hoogheemraadschap van de Hondsbossche beheerde de gelijknamige zeewering bij Petten. Ieder jaar kwamen de leden van het algemeen bestuur, de hoofdingelanden, in vergadering bijeen in het ‘gemeenlandshuis’ bij Petten. Dit was een groot pand voorzien van slaapkamers met bedsteden en stallen voor de paarden. De eigen kastelein van het hoogheemraadschap zorgde voor het natje en het droogje. Na de bezichtiging van de zeewering en een vergadering ging het hele gezelschap aan tafel. Dan kwam ook de ‘hensbeker’ te voorschijn. Het ging om een reusachtige achtkantige zilveren bokaal met een gewicht van ruim 2,5 kilo. Er pasten enkele flessen wijn in. Een nieuw bestuurlid eindigde dan ook niet zelden laveloos onder tafel. De hensbeker heette ‘De Albrecht’, naar hertog Albrecht van Beieren, die het hoogheemraadschap eind veertiende eeuw gesticht zou hebben.
Henze of hanze
De hensbeker diende om de onderlinge banden te bevestigen. Henze of Hanze betekent niets meer of minder dan ‘broederschap’. Bij de hensbeker gaat het om een fraaie beker van glas of zilver voorzien van het wapen van het waterschap. Ze werden eerst vooral gebruikt bij het ritueel ter verwelkoming van nieuwe bestuursleden. Die kregen de tot de rand met wijn gevulde beker voorgezet. Ze moesten hem liefst in één enkele teug ‘ad fundum’, tot de bodem, leegdrinken en toasten op de groei en de bloei van het waterschap. Sommige waterschappen hadden ook nog een speciale strafbeker op tafel klaar staan. Mislukte de toast of werd de hensbeker niet vlot genoeg geledigd, dan moest de ongelukkige die er nog achteraan uitdrinken. Bij het in 1921 opgeheven Hoogheemraadschap van de Hondsbossche was deze traditie misschien wel het verst ontwikkeld.
Vrije visvangst in de Noordzee
Er stond gelukkig wel een beloning tegenover deze prestatie. Iedereen die de hensbeker van de Hondsbossche had uitgedronken kreeg voor de grap een speciaal privilege of voorrecht mee. Dat was zogenaamd verleend door de zeegod Neptunus en stond de gelukkige de vrije visvangst en jacht toe in en langs de hele Noordzee:
‘Van Petten tot Jarmuiden [Yarmouth] toe de heele Noordzee door,
Te voet, te paard, op os op koe, op al dat u komt voor;
Ja, met drie lange honden [jachthonden] nog, en met een brak daar-bij,
Op cabbeljauw, op haas, op rogh, op alles wat het zij;
Op hart, op kreeft, en op conijn, en ook op schelvis,
Op alicruyck, op dollephijn, op leeuw, beer en bruinvis;
Op pieterman en op zeepost, op walvis en garneel,
Op schol, op bot, op loose vos, op tarbot en makreel;
Op zalm, haring en steur, op zeehond en zeekat,
Op mosselen, oesters na uw keur [keuze], op walvis en schilpat;
Ook vleet en heijlbot, soo se ‘er is, en elft leydt voor u ree [gereed],
Ja zelfs de schar, die soete vis, ’t patrijsje van de zee’.
De nieuwe beker
Helaas werd de oude hensbeker in 1795 bij de overheid ingeleverd en versmolten. Dat was toch wel een gemis en in 1815 lieten de bestuursleden op eigen kosten een nieuwe beker maken. Ze schonken hem aan het Hoogheemraadschap van de Hondsbossche. Die beker is nog steeds in de collectie van het huidige Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier aanwezig. Het deksel wordt bekroond door een beeldje van zeegod Neptunus. Rondom de kelk zijn de familiewapens van de schenkers gegraveerd met hun namen eronder. De stam wordt omstrengeld door een wingerd met rijpe druiven.
Boekje ter tekening
In het familie-archief van rentmeester-secretaris Gijsbert Fontein Verschuir is de kwitantie bewaard gebleven. Zo weten we dat de beker 336 gulden en 3 cent heeft gekost. Hij werd gemaakt door de Amsterdamse zilversmid Hendrik Smits. Bij de beker hoort een boekje waarin een ieder die hem had uitgedronken moest tekenen. Tegenwoordig wordt de hensbeker van de Hondsbossche niet meer gebruikt, maar hij staat nog wel steeds bij de schouwmaaltijd van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier op tafel te pronken.
Publicatiedatum: 07/06/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.