Liefde voor de kunsten
P.C. Hooft werd op 16 maart 1581 geboren in Amsterdam. Zijn vader was een aanzienlijke koopman en burgemeester. Hij verwachtte van zoon Hooft eenzelfde koopmansgeest. Echter P.C. Hooft bleek veel meer geïnteresseerd in de kunsten met als grote voorbeeld Petrarca. Om de handelsgeest te stimuleren, stuurde vader Hooft zijn zoon naar Frankrijk en Italië. Deze hield zich hier echter meer met cultuur bezig, dan met handel. Bij terugkomst ging Hooft rechten studeren en werd vervolgens baljuw van Gooiland en drost en kastelein van Muiden. Als ambtswoning kreeg hij het Muiderslot, waar Hooft ’s zomer vrienden uitnodigde, die zich bezig hielden met letteren en kunst.
Muiderkring
Al voor 1598 werd Hooft lid van de rederijkerskamer, waar hij in contact kwam met bekende dichters zoals Vondel, Brederode en Coster. Deze nodigde hij na zijn huwelijk met de leerlinge van musicus Sweelinck, Christina van Erp, uit voor zomerse bijeenkomsten op zijn slot. Het gezelschap dat samenkwam is bekend geworden onder de naam ‘Muiderkring’, maar wisselde voordurend van samenstelling. De voornaamste gast op het slot was de predikant, schrijver en dichter Casper van Baerle (Barlaeus).
Eenzaamheid
De vier kinderen van Christina en Hooft overleden allen. Ook Christina overleed in 1624. Dit stemde Hooft erg eenzaam. In deze tijd schreef hij zijn mooiste stukken, zoals ‘Geeraedt van Velzen’, ‘Baeto’ en ‘Warenar’. Ook begon hij in 1628 aan zijn ‘Nederlandsche Historien’. In 1638 waren de eerste 20 delen gereed, vier jaar later rolden ze pas van de pers. Hij werkte eraan tot aan zijn dood in 1647. Met de dood van Hooft stierf ook de Muiderkring.
Publicatiedatum: 29/05/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.