Op de foto hieronder ziet u dat daar op die dag de Italiaanse vlag gehesen werd. Die vlaghijsing markeerde de feestelijke opening van een houten gebouwtje, zeg maar: een keet. Die keet droeg de zeer welluidende naam ‘Casa Nostra, Centro di Assistenza Sociale e di Cultura con sala di ricreazione’. Uiteraard sprak men kortweg van ‘Casa Nostra’, oftewel Italiaans voor ‘Ons Huis’. In dit Casa bood de katholieke kerk opvang en begeleiding aan de eerste grote groep naoorlogse gastarbeiders. Het waren Italianen die sinds februari 1956 in steeds groter aantallen werkten bij de Koninklijke Hoogovens en Staalfabrieken.
Gastarbeiders in de IJmond
In 1957 was Hoogovens met 12.000 personeelsleden al een zeer groot bedrijf. Vijftien jaar later waren daar nog ruim 10.000 personeelsleden bij gekomen. Al die duizenden nieuwe medewerkers kon het bedrijf niet alleen in Nederland vinden. En zo kon het gebeuren dat in februari 1956 de eerste groep van zeven Italiaanse werknemers de poorten binnenliep. Het aantal Italianen bij Hoogovens nam snel toe. In de eerste helft van de jaren zestig werkten er gemiddeld 340 per jaar bij de staalgigant.
In 1961 begon Hoogovens met de werving van Spaanse werknemers. Ook hun aantal nam in de jaren daarna snel toe. Tegen die tijd werkten de Italianen en Spanjaarden niet meer uitsluitend bij Hoogovens, maar bijvoorbeeld ook bij de papierfabriek van Van Gelder in Velsen-Noord.
De stichting Peregrinus
Buitenlandse werknemers hadden en hebben problemen die verschillen van die van autochtone werknemers. Zeker in het begin spreken ze nog nauwelijks een verstaanbaar woord Nederlands, ze verkeren in onzekerheid over de vraag hoe lang ze in Nederland zullen blijven, ze krijgen te maken met verblijfsvergunningen en hebben andere huisvestingsproblemen dan Nederlanders. Deze opsomming is niet eens compleet.
Hulpverlening was nodig in het belang van alle betrokkenen, Hoogovens, de Nederlandse samenleving en de gastarbeiders. In de jaren vijftig en in de eerste helft van de jaren zestig was maatschappelijke hulpverlening nog een taak van de ‘zuilen’: van kerkelijke, sociaal-democratische en algemene organisaties. De Italianen en Spanjaarden waren allen katholiek. Daarom zag de katholieke kerk in het bisdom Haarlem het als haar plicht om voor hen op te komen.
In 1957 werd daartoe de katholieke stichting Peregrinus opgericht. Het eerste doel van deze stichting was het vinden van een ontmoetingsplaats voor de Italianen. De meesten van hen woonden toen nog verspreid over Beverwijk en omringende gemeentes in pensions en bij gastgezinnen. In die ontmoetingsplaats zou niet alleen ruimte zijn voor gezelligheid, voor een beetje Italië in den vreemde met Italiaanse kranten, lectuur en maaltijden, en voor gezamenlijke kerst- en paasvieringen. Die ruimte zou tevens de geschikte plaats zijn om de hulpverlening te concentreren. Dit werd het Casa Nostra, gebouwd in de tuin van het Hoogovens-bedrijfsapostolaat en gefinancierd door Hoogovens.
Van Casa Nostra naar Nuestra Casa Nostra
Het Casa bleek een succesformule, niet in de laatste plaats omdat de aangetrokken maatschappelijk werker en latere directeur van de Peregrinus-Stichting, A.A.J. van der Velden, een gedreven en talentrijk organisator en hulpverlener was. Voor de zielzorg kwam op 28 juni 1960 pater Romedio Zappini uit Italië naar Nederland en werkte namens de ‘Missione Italiana in Olanda’ in het IJmondgebied. De na 1961 gearriveerde Spanjaarden kwamen ook naar het Casa Nostra, dat al snel te klein werd. Met opnieuw financiële steun van Hoogovens kwam er een nieuw Casa op hetzelfde adres, het was de benedenverdieping van het gebouw dat er nu nog staat.
Het werd geopend op 5 september 1964 door minister Schouwenaar-Franssen en het droeg nu de naam Nuestra Casa Nostra. Nuestra, u raadt het al, is het Spaanse woord voor Nostra. In de volgende jaren raakte de Beverwijkse Peregrinus-Stichting betrokken bij steeds meer activiteiten ten behoeve van buitenlandse werknemers in Noord-Holland. Voor hun steeds groeiende aantallen zocht en vond Hoogovens onderkomens in steeds meer Noord-Hollandse gemeenten. Als het niet anders kon, liet het bedrijf die zelf bouwen. En ook op die nieuwe locaties ging Peregrinus hulp bieden en stond gemeentebestuurders bij met raad en daad voor wat toen nog geheel nieuwe problemen waren. Het Haarlemse Casa Nostra, geopend in 1961, profiteerde ook van de Beverwijkse expertise. De stichting Multiple Choice is de erfgenaam van deze geschiedenis.
Bron
* H.F.L. Wals (red.), Peregrinus in het zilver. 25 Jaar welzijnswerk buitenlanders (Beverwijk 1981).
* Ter inzage in de bibliotheek van het Noord-Hollands Archief.
Publicatiedatum: 11/12/2010
Vul deze informatie aan of geef een reactie.