Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Na de watersnoodramp: wrakhout, slib en muggen

Donkere wolken dansende muggen krioelden boven stilstaande plassen, dikke lagen slib ruïneerden het land en ontzagwekkende kluiten veen lagen verspreid over de langzaam droogvallende weilanden. Toen het voorjaar kwam, diende de ene na de andere plaag zich aan in het gebied dat in januari 1916 werd getroffen door de watersnoodramp. Het water daalde en vele poeltjes met brak water in een grote wildernis bleven over. Waterlanders vreesden dat hun landerijen onbruikbaar waren geworden en er vond een grote evacuatie van ronddobberende eenden plaats. "Over alles ligt de vale dood gespreid", aldus de Nieuwe Rotterdamsche Courant op 7 mei 1916.

Vliegende lastpakken

Het watersnoodgebied werd, naarmate het water zakte en er overal plassen met stilstaand water overbleven, de ideale broedplaats voor muggen. Toen de temperaturen in het voorjaar stegen verspreidden de vliegende lastpakken zich als een plaag over het rampgebied. Verschillende kranten schreven hoe je maar één stap buiten de deur hoefde te zetten om van boven tot onder vol te zitten met de krioelende mugjes. Volgens De Waterlander van 22 juni 1916 waren de mensen die buiten moesten werken daartoe bijna niet in staat. Dat het volgens deskundigen ging om een niet-stekende mug, was een schrale troost. Bovendien kwamen de venijnige vliegen die wel staken al snel om de hoek kijken. Het duurde niet lang of ook zij vlogen rond in het rampgebied, waardoor menig Waterlander te kampen had met ondragelijke jeuk en het gevoel zich aan brandnetels te hebben gestoken. Ook werd gevreesd voor een groeiend aantal gevallen van een inheemse malaria, een vervelende kwaal die zomers regelmatig de kop op stak.

Poeltjes door de Watersnoodramp bij de Van Ewijcksluisvaartweg. Inventarisnummeer: NL-HlmNHA_559_000962_02. Beeld: Noord-Hollands Archief, collectie Provinciale Atlas

Een dorre woestenij onder opgedroogd slib

In de kranten werd verslag gedaan van de ware ravage die het water had aangericht:

“Wegen en walbeschoeiingen, bruggen en hekken, schuren, huizen en hooibergen, alles is ondermijnd en stuk geknaagd, uiteen gebeukt of wrak geslagen, of in puin gesmeten of geheel weggevaagd (…) Over alles ligt de vale dood gespreid (…) Het verlaten land strekt zich uit als een dorre woestenij onder een laag van grauw, in de zon barstig opgedroogd slib; het wasemt een ziltige lucht uit, en sprietig, hard en droog tussen het stinkende zeewier staat het schaarse gras maar armoe te lijden (…)”, aldus de Nieuwe Rotterdamsche Courant op 7 mei 1916

Verscheidene veehouders trokken aan de noodbel toen hun landerijen onbruikbaar dreigden te blijven. Een dikke laag slib en klei bedekten hun land. De sloten waren dichtgeslibd met zand, veen en stenen uit de kapot geslagen dijken. De gedupeerde boeren wilden dat alles zou worden verwijderd en dat de sloten weer uitgegraven zouden worden. De boot werd echter afgehouden en de hompen veen lagen nog lange tijd verspreid over het land. Uiteindelijk kregen de benadeelde boeren een tegemoetkoming in de kosten, meer niet.

Kale bomen na de watersnoodramp Watersnoodramp 1916. Inventarisnummer: NL-HlmNHA_559_00684_02. Beeld: Noord-Hollands Archief, collectie Provinciale Atlas

Wrakhout te over

Een klein half jaar nadat het land door het woeste water werd getroffen, zaten de ondergelopen polders en dorpen met een hinderlijke souvenir van de ramp opgescheept. Enorme hoeveelheden wrakhout, klein drijfhout van weggeslagen schuren en andere aangespoelde goederen dobberden in een dik pakket op het water.

Om van al dit zwervende goed af te komen, werden er in mei en juni 1916 in het rampgebied veilingen georganiseerd. Er was veel belangstelling en de verkopen leverden eindbedragen op van een paar duizend gulden. Dit was echter niets vergeleken met de gigantische bedragen aan schade.

Wrakhout Boer Brinkman tegenover Cacaofabriek Aurora tijdens de Watersnoodramp van 1916. Inventarisnummer: NL-HlmNHA_162_2650_1545. Vervaardiger: Nieuwstad Fa. Beeld: Noord-Hollands Archief, collectie Provinciale atlas

Massale evacuatie eenden

De pluimveehouderij was op veel plekken in het rampgebied een grote bron van inkomsten geweest. De bedrijven binnen deze sector kregen het dan ook zwaar te verduren tijdens de watersnood en de periode erna. Vele duizenden eenden dobberden verdwaasd rond in het overstroomde gebied. Een aantal verdronk of stierf van de honger, maar een groot deel werd gered en geëvacueerd. Alleen al in Volendam werden zestig duizend eenden in kisten naar onder andere Amersfoort overgebracht. Volendamse pluimveehouders gingen met de dieren mee om ze te verzorgen.

Ook in Oostzaan zwommen nog vele eenden doelloos en uitgehongerd rond. Een bijkomend probleem hier was een Amsterdammer die de dieren uit hun lijden wilde verlossen tegen een premie. Gelukkig werd dit voorkomen en konden ook de Oostzaanse eenden tijdelijk worden opgevangen. Uiteindelijk overleefde slechts de helft. De dieren die niet meer konden broeden, werden namelijk geslacht.

Dakloze eenden bij Volendam tijdens de Watersnoodramp van 1916. Inventarisnummer: NL-HlmNHA_559_01455_02. Beeld: Noord-Hollands Archief, collectie Provinciale Atlas

Auteur: Liza Koppenrade

Bronnen

Waterkustland, Nieuws van toen, http://www.waterkustland.nl/categorie/weetjes/

Publicatiedatum: 15/11/2016

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.