Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Monnickendam: stadje met dorpse uitstraling

In april vierde Vereniging Oud-Monnickendam (VOM) met een groot feest het 75-jarig jubileum, wat meteen honderd nieuwe leden opleverde. Reden voor een bezoek aan dit mooie oude stadje aan de Gouwzee.

Het gesprek vindt plaats ten huize van secretaris Ed Willms, die sinds 2004 deel uitmaakt van het bestuur, maar het is vooral interim-voorzitter Klaas Roos die het woord voert. Dat is niet zo gek, want hij is maar liefst 45 jaar bestuurslid van VOM. De oud-aannemer was als vrijwilliger betrokken bij de verbouwing van het oude politiebureau tot museum De Speeltoren, dat het rijke verleden van het stadje in ere wil houden. En zo rolde hij het bestuur in.

Monnickendam kreeg in 1356 stadsrechten. In 1573 voerde burgemeester Cornelis Dirkszoon de Watergeuzen aan in de strijd tegen de Spanjaarden. Meer dan vier eeuwen later, in 1991, ging het stadje op in de gemeente Waterland, samen met onder andere Ilpendam, Broek in Waterland en Marken. De gemeente Waterland telt slechts 17.000 inwoners en daarvan wonen de meesten, zo’n 11.000, in Monnickendam, waar ook het gemeentehuis is gevestigd.

Op deze tekening, getiteld De Scharensliep, legde Antoon Pieck Monnickendam vast.Illustratie via Vereniging Oud-Monnickendam.

Waar ging het mis

We beginnen dus maar met de vraag waar het mis is gegaan en waarom het stadje geen stad is geworden. Klaas Roos heeft daar wel een verklaring voor. “Toen de open verbinding met de meren Purmer, Beemster en Schermer werd afgesloten, zo rond 1400, slibde de Gouwzee dicht. Er was geen eb en vloed meer en daardoor konden de schepen Monnickendam niet meer bereiken. Ik zeg wel eens gekscherend: als de Nieuwendam de boel niet had afgesloten, was Monnickendam misschien net zo groot als Amsterdam geworden, al ben ik blij dat Monnickendam altijd zo klein is gebleven.”

Secretaris Ed omschrijft Monnickendam als “een stad met een dorps uiterlijk, en veel oude, goed geconserveerde monumenten.” Interim-voorzitter Klaas beaamt dat: “Vanwege dat plattelandskarakter, en het feit dat het oude straten- en grachtenpatroon nog aanwezig is, strijken mensen uit Amsterdam hier graag neer. Ze kopen – meestal voor veel te veel geld – een pand, omdat ze het hier zo gezellig vinden. Bovendien is de bevolking toegankelijk.”

Klaas Roos (links) en Ed Willms voor museum De Speeltoren. Foto: Arnoud van Soest

Sloopplannen

Dat Monnickendam nog zo’n mooi oud stadje is, komt ook omdat plannen uit de jaren zestig om een deel van de oude kern te slopen en grachten te dempen, om zo ruimte te maken voor een weg die het stadje beter bereikbaar moest maken, nooit zijn doorgegaan. Het was vooral de Amsterdamse advocaat Paul Stoffels, één van de eerste forenzen die in Monnickendam kwam wonen, die dat verzet heeft aangewakkerd door huis-aan-huis mensen te mobiliseren. Dat verzet had succes en in 1976 werd Monnickendam aangewezen tot beschermd stadsgezicht.

Vereniging Oud-Monnickendam werd op 23 januari 1950 opgericht en telt inmiddels 1200 leden. “Elke vijf jaar houden we een reünie, waar ook mensen op af komen die hier hun roots hebben liggen,” vertelt Klaas. “Dan bekijken ze oude foto’s en halen ze herinneringen op.”

Luchtfoto van Monnickendam, met op de voorgrond de RK Kerk. Foto via Vereniging Oud-Monnickendam.

Uitzicht over Monnickendam vanuit de Grote Kerk. Illustratie via Vereniging Oud-Monnickendam.

Heel oud carillon

Dat Monnickendam over een eigen, door vrijwilligers gerund museum beschikt, is mede te danken aan Frans Fontaine, oud-conservator van het Tropenmuseum, die veel contacten met cultuurfondsen had. In 1980 begon het museum in het voormalige politiebureau op Noordeinde 2 en 4. Na een noodzakelijke verbouwing werd het museum in 2012 heropend en vanaf dat moment beschikte het over een zolderverdieping waar je het mechanisme van het carillon in de aanpalende Speeltoren goed kunt bekijken.

De Speeltoren, die uit 1591/1592 stamt, is de blikvanger van het gelijknamige museum, dat geheel door vrijwilligers van VOM wordt gerund. Illustratie via Vereniging Oud-Monnickendam.

Ed: “Ons carillon en het uurwerk komt uit 1596. Vijftig jaar later bedachten de gebroeders Hemony een manier om klokken beter te kunnen stemmen, zodat ze zuiverder klinken. De meeste steden hebben hun klokken toen laten omsmelten, maar Monnickendam heeft dat nooit gedaan, vermoedelijk omdat er geen geld voor was.“ Klaas knikt instemmend: ‘Armoe houd je netjes.’

En zo komt het dat het oude stadje aan de Gouwzee, wat overigens een rijkelijk wijdse benaming is voor een ondiep stukje van het Markermeer, over het oudste nog werkende carillon ter wereld beschikt. En ook nog eens over het meest valse carillon ter wereld, zo meldt de website van het museum niet zonder ironie. De 15 klokken van het carillon worden elke zaterdagochtend tussen elf en twaalf uur bespeeld door Henk Verhoeff, die al dertig jaar met zijn vuisten melodietjes over de oude binnenstad uitstrooit.

Henk Verhoef bespeelt niet alleen het carillon van De Speeltoren, hij ‘versteekt’ ook de trommel, die er voor zorgt dat dat klokken elke kwartier een melodietje kunnen laten horen. Illustratie via Vereniging Oud-Monnickendam.

Maar niet alleen kun je in de carillonzaal van het museum het binnenwerk van het klokkenspel goed bekijken, vertelt Klaas. “Je kunt er ook een film bekijken waarin wordt uitgelegd hoe het carillon werkt. Er hangen camera’s in de toren, zodat je een mooi uitzicht over Waterland hebt en de speeltafel is nagebouwd, zodat je een aardig idee krijgt hoe die klokken worden bespeeld.”

Historische ijsschuiten

Naast een archeologische werkgroep, beschikt Vereniging Oud-Monnickendam over meer dan twintig historische ijsschuiten, die vroeger, toen het nog echt vroor in de winter, werden gebruikt om goederen, zoals bussen melk, en personen over de Gouwzee te vervoeren. Tot 1957 had Marken immers nog geen vaste verbinding met de wal. De beurtschippers onderhielden de verbinding tussen Marken en de wal, maar in de winter, als het flink gevroren had, verruilden ze hun boten voor ijsschuiten. Klaas: “In de jaren veertig hadden we nog ongelooflijk strenge winters; dat heeft tot in de jaren zestig geduurd. Wim van Akker uit Landsmeer, die een verwoed ijszeiler was, had een hele verzameling ijsschuiten. Veel musea aasden daarop, maar hij wilde zijn collectie alleen in zijn geheel verkopen. Dat kwam ons ter ore en uiteindelijk heeft onze vereniging in 1990 18 ijsschuiten van hem gekocht.”

Vier jaar geleden, toen het ijs van de Gouwzee nog net betrouwbaar genoeg was, zijn de ijsschuiten voor het laatst gebruikt. De Gouwzee is niet zo diep, dus die vriest snel dicht, maar omdat de Nederlandse winters de laatste jaren weinig meer voorstellen vertrekken de ijszeilers van Monnickendam, samen met leden van andere ijszeilverenigingen, elke winter naar Zweden, omdat ze daar nog wel echte winters hebben.

De stadsgidsen van VOM geven regelmatig rondleidingen. Illustratie via Vereniging Oud-Monnickendam.

Een deken van Moos

Daarnaast beschikt de vereniging over stadsgidsen, die wandelingen van anderhalf uur verzorgen. Ze luisteren die op met wetenswaardigheden en anekdotes, zoals het verhaal van winkelier Moos Cohen, die voor de oorlog een winkel in matrassen en beddengoed dreef. Klaas: “Hij adverteerde met de slogan: ‘Alleen onder een deken van Moos, blijft u kinderloos.’ Als mensen later verhaal kwamen halen, omdat er toch een baby op komst was, zei Moos: ‘Je moet goed lezen. Er staat alleen onder een deken, dus niet met je vrouw.’

Een van de aardigste ‘dochters’ van de vereniging is de werkgroep ‘Oral History’, die inmiddels 69 oudere Monnickendammers heeft geïnterviewd over hoe het leven er in Monnickendam vroeger uit zag. Die gesprekken zijn op video vastgelegd en op de website geplaatst. Sommige filmpjes duren maar een paar minuten, andere meer dan een uur.

Klaas: “Vroeger woonde je niet alleen in Monnickendam, je werkte er ook, maar dat is veranderd. Vandaar dat we de verhalen van oude Monnickendammers vastleggen. We hadden hier scheepswerven, waarvan er nog maar één over is. Alle botters uit Volendam en Marken werden daar gebouwd; daar laten we mensen over vertellen.”

VOM beschikt over zo’n twintig ijsschuiten. Illustratie via Vereniging Oud-Monnickendam.

Een ijsschuit zeilt de binnenhaven over. Illustratie via Vereniging Oud-Monnickendam.

De visrokerijen

Ook visverwerking was belangrijk voor Monnickendam. “Er hebben hier zo’n dertig rokerijen gezeten, die afhankelijk van het jaargetijde vis inlegden, droogden or rookten, zoals haring, bokkum, makreel of aal. Als er geen wind was, stond het hier blauw van de rook. Vervolgens kochten visventers de vis, die met mandjes in de stoomtram (en later in de elektrische tram) stapten om de vis in Amsterdam te verkopen. Voor die visventers hadden ze een aparte wagon, zodat de andere passagiers niet naar vis roken als ze in Amsterdam aankwamen.”

Ja, die rokerijen, dat was wat. Mevrouw S. Meijer, die is geïnterviewd, herinnert zich bijvoorbeeld dat haar moeder tegen haar zin op zondag moest wassen en drogen, want maandag werd er weer gerookt. ‘Als het dan oostenwind was en je deed de kast met schoon wasgoed open, dan stonk het van de rook.’

Zaterdagavond ging ze wel eens met haar vader naar Amsterdam, die veel joodse winkels als klant had. ‘Die winkels waren ’s avonds nog open. Als kind ging ik dan altijd mee de winkel in, want bij de een kreeg ik een sinaasappel en bij de ander een reep chocolade.’

Monnickendam telde ooit zo’n dertig visrokerijen. Illustratie via Vereniging Oud-Monnickendam.

Onderduikers

Over joodse winkels gesproken. Zo is er ook een boeiend gesprek op de website terug te vinden met mevrouw Ro Akker, dochter van een joodse borstelmaker uit Enkhuizen, die tijdens de oorlog twee jaar met haar ouders en broertje in Monnickendam ondergedoken heeft gezeten. Ze konden terecht boven de groentewinkel van Leo Hordijk in de Kerkstraat. Het was veel te gevaarlijk om je als onderduiker op straat te begeven, maar als de interviewer vraagt wat de moeilijkste momenten van de onderduik waren, vertelt ze liever over de lichtpuntjes: ‘Een paar keer zijn we naar beneden gegaan, als de kinderen sliepen, en hebben we een kopje thee gedronken.’

Meer informatie over Vereniging Oud-Monnickendam is hier te vinden. Museum De Speeltoren heeft een eigen website.

Auteur: Arnoud van Soest

Omslagfoto: Monnickendam, centrum. Beeld via Wikimedia Commons, publiek domein.

Publicatiedatum: 30/05/2025

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.